De noodzaak van het overbodige
(2014)–Sybren Polet– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 143]
| |
Vooral in het openbaar zijn Amerikanen uitstekende spelers en toneelspelers, mannen én vrouwen, de laatsten misschien nog iets meer dan de eersten. Het verschil tussen Amerikanen en andere nationaliteiten, als de Fransen, Spanjaarden, Italianen, Engelsen enzovoort, is dat de laatsten zichzelf spelen of varianten van zichzelf, terwijl je bij veel Amerikanen het gevoel hebt dat ze een ander spelen. Misschien spelen ze vooral wie ze graag zouden willen zijn. Zo slaken veel Amerikaanse vrouwen en meisjes gilletjes, wapperen welsprekend met hun handen, fungeren als secundaire gangmakers in gesprekken en op party's en gedragen zich sneller overemotioneel dan je zou verwachten, soms om volstrekt onbelangrijke redenen. Heb je in het begin nog het gevoel dat ze weten wat ze doen, later begin je eraan te twijfelen en hun gedrag bijna als een vorm van natuurlijkheid te beschouwen. Waarna opnieuw de twijfel de kop opsteekt. Ten slotte ga je je ook bij de meer integere Amerikaanse politici afvragen of ze niet constant bezig zijn een ander te spelen, iemand die ze niet zijn en of ze wel weten wat ze doen - of wat die ander doet: een vorm van onbewuste buiksprekerij en playback, waarbij ze niet zelden de Amerikaan spelen? Hoeveel Amerikanen spelen permanent playback? Het is en blijft giswerk. Ik heb me wel afgevraagd of de Amerikanen daarom zulke goede filmspelers zijn: omdat ze zo goed en op zo'n natuurlijke wijze een rol of hun rollen hebben leren spelen. Anderzijds, ook de Engelsen en Zweden brachten een groot aantal goede filmspelers voort en de laatste decennia zelfs Nederland. |
|