meeste literatuur de mens probeert te realiseren zoals hij was vanuit het perspectief van een voorbije filosofie.
Dit te overdenken is de laatste taak van de oude filosofie.
De nieuwe filosofie is literatuur.
(Aan de toekomstige of ‘nieuwe’ mens heeft überhaupt niemand nog een boodschap. De ‘nieuwe mens’ is historie, de oude toekomstmythologie:: de oude mens als utopie.) (Eigenlijk bestaat de mens niet.)
De hedendaagse mens gaat nog eens aan een foute formulering van zichzelf ten onder; voor zover hij nog bestaat bestaat hij bij de gratie van zijn historische bewustzijn of dat van de historische realisten.
Ook in dit opzicht bestaat de mens niet: als werkelijk a-historische mens, dus als zijn eigen formule, moet hij nog geboren worden.
Maar waarschijnlijk wil hij als het zover is niet meer mens genoemd worden, terecht niet, want de historie is al te onmenselijk gebleken. Het beste dat de mens kan doen is de historie, dus zichzelf, zo snel mogelijk opheffen, in werkelijkheid of in de literatuur.
*
Een filosofie die in gedachten doet watertanden, die hongerig maakt naar werkelijkheid én naar abstractie,
die de zenuwen en de geest prikkelt, die de denker als individu overbodig maakt en hem tegelijk maximaal bevestigt,
een filosoof die zich als literatuur realiseert en zich in literatuur oplost.