Het zwarte en het witte gat
Vergelijk: de enkele geïsoleerde en steeds meer ingedikte betekenisdragers die zich naar hun einde van betekenisloosheid toe dichten. (Mallarmé)
Daartegenover: de zwarte pagina van Sterne: de overvloed aan woordmateriaal, aan wereld, inventarisering, die zo dicht wordt dat ook hier betekenisloosheid optreedt.
De moderne schrijver beweegt zich hiertussen, soms pendelend tussen de twee uitersten: tussen de leegte, het dreigende niemandswit en de betekenisloze volte van het allemanszwart: twee zeeën waaruit alleen de creatieve sprong hem kan redden (: zwemmen voor je leven alleen is niet meer voldoende), en de ionosfeer waarin hij terechtkomt heeft altijd iets meer van het een en iets minder van het ander. En waar hij, uitgestotene uit het tijdloze van de uitersten, altijd weer in terugvalt is de tijd en wat hij, hiervan uitgaande, opnieuw en opnieuw wil veroveren is ‘het ene in het vele’ (Giordano Brano) of het vele in het ene (o.a. de ‘myriad mind’ van Coleridge) en dit zal hij blijven willen, tot hij weer in een van de uitersten belandt. Waarna hij opnieuw de sprong zal moeten wagen, gevolgd door de duik.