mens mislukt en een monster genoemd worden.) Maar zolang het ideaalbeeld van de mens niet verwezenlijkt is - en waarschijnlijk zal het dat nooit - bestaan er alleen maar mensen (en monsters) die noch mislukt noch gelukt zijn.
Bestond er wel een ideaal mens, dan bestond er misschien ook een ideaal monster, van de mens uit gezien. Van het zogeheten monster uit gezien zal het monster zelf uitmaken wat een monster is. Als normaal monster is het mislukt noch gelukt.
*
Wie een vraag stelt krijgt altijd een antwoord. Wie meent dat dit niet zo is heeft niet stilgestaan bij het karakter van de vraag.
‘De vraag stellen is haar beantwoorden’, niet alleen als retorische gemeenplaats, maar de vraag ís het antwoord, zoals de Ouden al wisten.
Iedere vraagstelling beperkt de werkelijkheid en de mogelijkheden van de werkelijkheid; de vraag is een suggestieve, ingrenzende formule die het antwoord voorconditioneert. Dat gebeurt terecht bij vragen over de sociale werkelijkheid, die maar een beperkt aantal (rechtvaardige of juiste) mogelijkheden kent, maar over literatuur, kunst, geest, psyche kan men beter niet te veel vragen stellen, vooral over literatuur niet. Literatuur ís het antwoord dat er was voor de vragen er waren; het heeft de vraag opgeroepen en vragen moeten zichzelf maar beantwoorden. Of men beantwoordt (d.i. ondervraagt) het antwoord met een antwoord.