De noodzaak van het overbodige
(2014)–Sybren Polet– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 35]
| |
13Golem(1)De romanfiguur heeft veel weg van een golem, een figuur die is en niet is. ‘In de letters is alles aanwezig’, ook ‘de energie van de Schepper voor het maken van een schepsel’ door het zeggen van de juiste letter- en cijfercombinaties, volgens het kabbalaboek Jezirah. De scheppende kracht van de (volgorde der) letters is echter tevens een vernietigende: ze vernietigt=lost het (reële) denkbeeld, d.i. de golem die ze heeft opgeroepen op door middel van de omkering der letter- en cijfercombinatie. In de vroege kabbala was het niet de bedoeling dat een concrete figuur buiten het bewustzijn gestalte kreeg zoals in latere populariserende geschriften, want het alfabet behoorde tot de derde onstoffelijke wereld van de geest. De golemmagie had dan ook geen praktisch doel, alleen de macht van het heilige naamwoord, het juiste woord moest bewezen worden. Deze praktijk komt in hoge mate overeen met het maken van literatuur in het algemeen en van de romanfiguur in het bijzonder. Centraal staan het scheppende bewustzijn en de verbeelding: de opgeroepen ‘werkelijkheid’ wordt opgelost en op zichzelf al min of meer gederealiseerd in de tekst, een effect dat door irrealiserende literaire procedés versterkt kan worden. De ‘werkelijkheid’ duurt zo lang als het magische geloof of de lectuur duurt; en: hoe abstracter de tekst, hoe korter het nabeeld. Bovendien is het herinneringsbeeld altijd vager en minder gedetailleerd en bezit het vaak niet de schijn van werkelijkheid, nog afgezien daarvan of, en in hoeverre, dit beeld identiek is met het door de schrijver of door de tekst gesuggereerde. Het magische geloof in de lettertekens stamt misschien uit de | |
[pagina 36]
| |
tijd van de pictogrammen, de representerende tekens die kantelden en lettertekens werden. Zonder een minimum aan geloof in de literaire werkelijkheid geen scheppende literaire daad, geen golem. En het is alleen de verbeelding die in staat is de sluimerende golem te reanimeren: de lezer als tweede schepper (demiurg) of als anti-golem. | |
(2)Golem Adam, die de aarde naar zijn denkbeeld herschapen heeft, aarde waaruit hij zelf eens is voortgekomen als een onbezielde klomp leem waarin leven geblazen werd, is nu druk doende zijn eigen schepping op te heffen, met inbegrip van zijn afsplitsingen en van zichzelf. De ultieme anti-creatieGa naar voetnoot1, nadat hij zijn schijnwereld al meer en meer voor echte werkelijkheid is gaan houden en de werkelijkheid, door gebrek aan verbeelding, voor schijn, met inbegrip van zichzelf op den duur. Anti-Adam. De mens zijn eigen golem. Hij was namelijk de juiste anti-volgorde vergeten, maar langzaam maar zeker heeft hij alle combinaties afgewerkt en nadert nu het einde van zijn mogelijkheden: waarschijnlijk de decodering van zijn eigen genen, het ‘verloren geheim’ van zijn erfelijk materiaal, die hem in staat zal stellen zichzelf op te heffen (door zich compleet te transcenderen of compleet te vernietigen). Adam zijn eigen anti-golem. Mocht hij er voor de grote kladderadatsch in slagen robotgolems te scheppen - wat in de scheppingstraditie zou liggen - dan heeft hij het wiel der ontwikkeling verder doen rollen - zonder hem. De nieuwe Adam een robotgolem. | |
[pagina 37]
| |
(3)Eigenlijk zou de taalopdracht van de mens (hebben) moeten luiden: verstrek met de woorden de juiste anti-woorden en -woordcombinaties. |