Secundaire identiteit
Onze secundaire identiteit drijft, teert op empathie & solidariteit. Niets is begeerlijker, niets is gevaarlijker.
De mens zou gelukkiger zijn als hij een identiteitslaag kon overslaan en meteen aan de tertiaire beginnen - of in zijn eerste volharden, een zwevende identiteit, polymorf als een poliep, een octopus met tachtig tasters en vangarmen, een protoplasmatische amoebe met wisselende pseudopoden, een variabel pseudocentrum. Zijn tertiaire persoonlijkheid heeft weer iets van die zwevende identiteit, zij het dat het gevoel in het luchtledige te zweven groter is omdat men zowel zijn ik als een uitgebreid ik achter zich gelaten heeft.
Romanfiguren wekken soms die indruk, temeer omdat ze ook nog de schrijver achter zich gelaten hebben, zijnde hun secundaire persoonlijkheid.