| |
| |
| |
Elite-literatuur en sociaal engagement, een probleem
Een van de redenen waarom kunst en literatuur in de huidige vorm afgewezen worden is omdat ze voortbrengselen zijn van een bourgeoiskultuur die gebaseerd is op uitbuiting; de produkten van deze kultuur zouden daarom, dwz. vanwege hun valse oorsprong die doorklinkt in het karakter ervan, verworpen moeten worden: niet alleen hebben zij hun ontstaan te danken aan een kultuurgroep van bevoorrechten, maar zij richten zich nog steeds tot een zelfde groep. Dit geldt zowel voor de oude als de nieuwe kunst. Tevens zouden de instituten die deze kunst propageren en handhaven af geschaft moeten worden. Te prefereren valt een kunst die zich richt tot een groter publiek, resp. de massa, terwijl het volgens sommigen nóg beter zou zijn wanneer de kunst helemaal afgeschaft werd ten gunste van een praktische deelname in een daadwerkelijke revolutie dan wel zich geheel zou instellen op het propageren ervan.
Nu lijdt het geen twijfel dat onze westerse kunst een produkt is van een élitekultuur en indirekt gebaseerd is op uitbuiting. Een fraai voorbeeld biedt onze eigen zeventiende-eeuwse schilderkunst die zijn opbloei te danken heeft aan kolonialisme en slavenhandel; de overwinst die gemaakt werd, ook door de kleine mid- | |
| |
denstanders en boeren, was zo groot dat er niet genoeg beleggingsobjekten waren. Schilderijen voorzagen hierin en als zodanig werden ze ook aangeschaft, vaak op jaarmarkten en kermissen. De vraag bepaalde de onderwerpen: portretten, landschappen, stillevens, drollerieën.
Bach en Mozart zouden niet hebben kunnen werken zonder de hulp van vorsten en rijke begunstigers, net zomin als Stockhausen en Boulez het kunnen zonder de gesubsidieerde instellingen van een nog steeds roofbouw plegend kultureel patriciaat; en dit geldt ook voor de beeldende kunstenaars die alleen maar een magere kontraprestatie krijgen en ontelbare andere groepen, zij het 't minst voor de laagst betaalden. De produkten van gesubsidieerde beroepen richten zich bovendien meestal tot een publiek dat het aangebodene zonder een gesubsidieerde opleiding niet kan volgen.
De gedachte dat kunst het produkt was en is van een roofbouw plegende elitekultuur is bizonder vervelend en staat de kunstenaar in toenemende mate in de weg, maar anderzijds zie ik niet in waarom de produkten van die kultuur plotseling ongenietbaar zouden zijn. Ook wanneer zij ontstaan zijn vanuit een valse situatie en slechts een beperkte groep bereiken, kunnen ze in een op zichzelf akseptabele behoefte voorzien en dat hebben ze ook gedaan. Kunst verschilt hierin overigens weinig van geloof en kerkgemeenschap, die voor sommigen ondanks alle smeerpijperijen in het verle- | |
| |
den nog steeds een belangrijke aandrift zijn om iets goeds te doen, en eveneens voor een deel van de wetenschap.
Kunst kan nog steeds het leven aangenamer maken om te leven, de konsument stimuleren, amuseren of troosten, de maatschappij injekties geven tot verandering in gunstige zin, exemplarische situaties of persoonlijke ervaringen beschrijven die, omdat we nu eenmaal allemaal mensen en in hoge mate mechanismen zijn, het isolement waarin het individu zich denkt te bevinden mee helpen doorbreken en dus bevrijdend werken, kunst kan de verbeelding aktiveren, het bewustzijn van de lezer verruimen, perspektieven openen die hij zelf niet zag, hem zichzelf helpen herkennen en een genezende Aha-Erlebnis teweeg brengen, hem laten participeren in een mentaal avontuur, enzovoort enzovoort. Wie dit aan de mens ontneemt, ontzegt hem de bevrediging van behoeften die niet genegeerd kunnen worden. Er is geen enkele reden te bedenken waarom dit zou moeten gebeuren.
Het lijdt evenmin twijfel dat niet alleen de maatschappij maar ook de hedendaagse mens fout is gestruktureerd voor deze maatschappij, maar dat is nu eenmaal zo en met dit feit hebben we rekening te houden zo lang het een feit is; tenminste voor wie het zo beperkt en zo negatief mogelijk wil zien. Wanneer wij vandaag de dag onze miljarden tranquillizers, hoofdpijn- en amfetaminetabletten slikken, dan hoeven we ons een paar gedichten meer of minder niet te ontzeggen. We
| |
| |
zouden alleen wat meer ons best kunnen doen om een grotere groep te bereiken door de instituten te veranderen. Maar dit is een ander punt. De kernvraag is of het wenselijk is kunstbehoefte te wekken in mensen bij wie deze eerst niet aanwezig was. Wie het met de bovengegeven omschrijvingen van het nut van de kunst eens is zal bereid zijn hier ja op te antwoorden, anderen niet.
Maar aangenomen dat die behoefte bij een deel van de mensen aanwezig is, zou je je kunnen afvragen of deze behoefte bij konsument zowel als producent in krisis-situaties nog wel gerechtvaardigd is (oorlog, tijden van grote maatschappelijke veranderingen) en of bijvoorbeeld de schrijver zich niet direkter zou moeten inzetten voor de strijd om een beter bestaan voor iedereen, dan wel alleen maar geëngageerde kunst zou moeten maken, terwijl de konsument zijn niet gerechtvaardigde luxe-behoefte zou moeten onderdrukken, zoals hij zich ook gedrongen voelt andere behoeften tijdelijk te beperken, als de zucht naar lekker voedsel, een nieuwe of grotere auto, een derde kind.
Ik geloof niet dat we dit als absolute eis mogen stellen, iets wat de praktijk trouwens niet zou toestaan. (China is in dit opzicht waarschijnlijk de enige en rigoureuze uitzondering.) De behoefte om uit de werkelijkheids-situatie getrokken te worden is even wezenlijk als de biologiese noodzaak van dromen tijdens de slaap; onderzoekingen hebben uitgewezen dat wie niet een groot deel van zijn slaaptijd dromend doorbrengt
| |
| |
geestesziek wordt. De behoefte aan kunstdromen is zo groot dat veel mensen er in de meest kritieke situaties niet buiten kunnen naar abstrakte muziek te luisteren, ongeëngageerde literatuur te lezen, w.o. poëzie, historiese romans en naar de bioscoop te gaan, zoals ze ook kilometers liepen voor een sigaret tijdens Wereldoorlog II; en tijdens de russiese revolutie was het niet anders, terwijl men ook in Cuba en Noord-Vietnam naar de bioscoop gaat en literatuur leest.
Een al te vrijblijvende literatuur is niet dat wat ik persoonlijk het liefste konsumeer - hoewel ik bij tijd en wijle graag detectives lees -, maar ik zou niet graag willen dat iedere schrijver nu meteen maar overging tot het schrijven van 100% geëngageerde dokumentaires, redevoeringen of politieke poëzie, al heb ik de grootste bewondering voor schrijvers die het wèl doen. Hoewel het de vraag blijft of schrijvers daarvoor de meest aangewezen personen zijn, de meeste waarschijnlijk niet. Het hoogst persoonlijk problematies tintje dat er vaak aan toegevoegd wordt is soms niet zonder gevaar en maakt hen onbetrouwbaar, hoewel ook weer niet onbetrouwbaarder dan de meeste andere politici.
Veelbetekenend is bijvoorbeeld dat in landen als Zweden, waar dit probleem sinds een aantal jaren sterker leeft dan hier, sommige bekende schrijvers in interviews meedeelden dat ze voorlopig, of nooit meer,
| |
| |
belletrie zouden schrijven, maar alleen geëngageerde literatuur, reisreportages over onderontwikkelde gebieden, maatschappelijke studies, enz. De een na enkele jaren, de ander al na een half jaar, kwam van zijn besluit terug en kondigde een nieuwe roman of poëzie aan. Motivering: politiek werd ervaren als te verstarrend en op de duur rees de behoefte aan een genuanceerder benadering van de werkelijkheid en van de menselijke situatie in het algemeen, iets waartoe de literatuur de beste verwezenlijkingskansen bood.
Nu zal dit niet de enige motivering zijn (: tenslotte is er ook nog de kreatieve drang die zich netzomin als urine laat onderdrukken - je kunt het alleen tijdelijk inhouden -, de drang naar zelfbevestiging, zelfrealisatie, die bij kunstenaars toch al absurd groot is, enzovoort), zoals ook bekommerdheid met de wereld niet in alle gevallen de enige aandrift was die hen de literatuur vaarwel deed zeggen (: vraag maar aan de psychiaters), dit neemt niet weg dat het veelzeggend is. En het heeft me op de hoede gemaakt voor al te drastiese verklaringen en kreten als: de literatuur is dood, de roman heeft afgedaan, die om de zoveel tijd opstijgen, let wel, vrijwel uitsluitend uit de kelen van de kunstenaars zelf. Ik zou bijvoorbeeld graag willen weten hoeveel pogingen eraan vooraf zijn gegaan om wel de definitieve roman te schrijven, het gedicht dat alle andere gedichten ongedaan, het toneelstuk dat de spelen van alle andere kollega's overbodig maakt, en wie om welke
| |
| |
reden een ‘writer's block’ heeft ontwikkeld; bovendien zijn schrijvers geboren masochisten en ‘injustice collectors’. Maar ik herhaal: ik heb de grootste waardering voor wie zich - om welke reden dan ook - op een direkter wijze weet in te zetten voor de goede zaak en bij tijd en wijle word ik zelf door een niet gering schuldgevoel geteisterd.
Ieder moet met zijn eigen konflikt leven als met een zeer been en het zou misschien zelfs wenselijk zijn dat er wat meer zere benen waren in plaats van alleen maar lange tenen. En zeker zou in Nederland waar traditioneel zo weinig sociaal geëngageerd geschreven wordt en de persoonlijke biechten nog altijd hoogtij vieren, een wat meer sociaal georiënteerde literatuur zeer welkom zijn. Het zou bovendien wat duidelijker kunnen tonen dat literatuur meer kan zijn dan alleen maar een tranquillizer of een kunstmatig pepmiddel. Tevens zou het scala van genres er mee uitgebreid worden: een typiese opmerking van een beroepsgedeformeerde uit een groep van bevoorrechte konsumenten.
Als producent blijf ik doorgaan met schrijven zolang ik geen beter medium heb gevonden om mij uit te drukken en dat bovendien bij mijn karakter en speciale neurose past, zoals de mensen op Cuba en in Vietnam door blijven gaan met lezen, ook van a-politieke boeken, de professoren met college geven in dode of levende literatuur, de leraren idem, de archeologen de bodem doorwoelen naar dingen die als ze gevonden worden niets aan het dagelijks leven veranderen; zoals
| |
| |
de bakker brood bakt, de huisschilder het aanzien van een geschonden stad een beetje opfleurt, de toiletjuffrouw de pislucht verdrijft, - en tenslotte, zolang er nog vraag naar is, zal ik door blijven gaan met schrijven.
|
|