wraak! maar het roeren van den trom belette de omstanders meer te kunnen hooren.
Een weinig over half één uure, na dat het gebed gedaan was, werden de vonnissen ten uitvoer gebragt, eerst aan 't wyf, en vervolgens aan den manspersoon. Het eerstgemelde voorwerp kwam voor het venster, met een touw om 't lyf en een strop om den hals, en terwyl zy opgeheezen werd, riep zy nog al geduurig: Wraak! Wraak! Wat zy verder sprak, kon mede met geene mogelykheid verstaan worden, door het gedruis dat met de trommels gemaakt werdt.
Toen de tweede uit het venster geheezen werdt, ontstondt 'er een vreezelyke oploop... De onvoorziene verwarring dan deedt eenigen tegen het geweer der Burgeren aanvallen en struikelen. Hier op hoorde men wel een woest geschreeuw van Sta! Sta! maar de Burgers, van dit toeval het ergste vermoedende, schooten op de menigte in, egter met die voorzigtigheid, dat de snaphaanen, met scherp gelaaden, in de lugt werden gelost. Dit schieten nu hadt een deerlyk uitwerkzel: want ieder, voor lyf en leeven bedugt, vloodt ten besten hy konde, met zo veel verbaasdheid en verhaastinge, dat eene groote menigte, die deezen aanloop niet wederstaan konde, onder den voet geraakte, en door anderen, die op hen vielen, weder bedekt werden: zo dat eenigen door het gedrang verstikt, of door het vlugten van anderen dood getrapt werden: want men liep over dooden en leevenden heen... In de Kromelleboogsteeg lagen de menschen wel anderhalfmans lengte hoog op elkander. Maar het allerdeerlykste schouwspel zag men aan de zyde van het Damrak: want de meesten, die geen kans zagen zig naar zyde van de Beurssteeg of den Vygendam te redden, vlugtten met de uiterste verbaasdheid derwaarts, om, zo 't mogelijk ware, langs de Vischmarkt of het Water te ontkomen. Deeze stroom dan, op de menigte, die agter de Waag stondt, aankoomende, deedt veelen, aan de andere zyde van den Dam, over elkander tuimelen, zo dat het volk, 't welk allenaast aan het Damrak stondt, zig genoodzaakt vondt in 't water te springen: want