ke ik aandede / waarvan ik de zakken uittrok en dede daar 10 of 12 Peeren in / dat zy het voor haar oogera zagen / en ik zeide tegen het volk / deeze Peeren zal ik half op eetera / opdat gy luiden niet en zegt dat ik de Peeren in de grond gesteken heb; ook hadde ik mede een Schalmey by my daar ik wel op konde speelera / dien ik mede by my in mijn zak dede / en wide daar zal ik verscheiden Voizen en Pzalmen op spelen / dat gy dat boven water / op het Land hoorera ende verstaan zult / waar by Pieter Pietersz. op het land by het volk bleef / om het volk reden te geven en te onder regten. |
4. Onder allen was daar mede een Makelaar onder het volk / geheeten Lems / die hadde een schoon blad papier by hem / daar schreef by zyn Naam op / het welke by my gaf / waarop ik tegen hem wide: ik zal daar onder water op den grond op dat pampier met pen ende inkt schryven / dat gy dat boven water op het Land zult koranera lezen. |
5. Ende toen ik gereed was / ende wel wakker konde swemmen / ende ook mede een Jongman was / zo gaf my den Almogenden God de vrymoedigheit / dat ik met een goede couragie in 't water sprong / myn aangezigt na het volk toewende / ende wide: adieu gy vrome Borgers van Amsterdam / dat is u ter eerera / daar ga ik onder. |
6. So is dat alzo geschiedt / dat ik de Peeren onder water half opgegeten heb / en vertoonde de Peeren onder het volk doen ik op het land quam ende op het zelve pampier schreef ik mede zo veel / dit heb ik voor Amsterdam in de Wetering onder water geschreven; ende op de Schalmey speelde ik mede onder water op den grond / dat het volk die op het Land stonden boven water gemakkelyk hoorera ende verstaan konden / onder allen speelde ik mede den 23. psalm: Mijn God voet my als myn Herder geprezen / dat die luiden die op de kant van de sloot stonden / zeiden / hoort eens mannen dat speelt by nu! alzo had ik mijn plaizier ende recreatie onder water op de grond. |
7. Ende doen ik dogte dat ik aldaar lang genoeg geweest was / dat het volk wel vervoegt zoude wezen / zo ben ik met een goede
|