hem opkeek. Beide verhieven daarna hun rechterhand en sloegen de hoge vijf.
Kanzo maakte daarna een ander gebaar. - Wat zegt hij? vroeg hij.
- Kanzo wil een ‘cadeautje’.
- Wat voor een cadeautje?
De etholoog maakte een paar gebaren. Kanzo hoefde niet na te denken.
- Hij wil een aapje.
- Hij bedoelt een kleine makaak of een wolaapje zonder staart.
- Mag hij dat?
- Helaas niet. Hij vraagt er altijd om, aan iedereen.
- Is er iets anders dat hij graag wil?
De verzorger bracht de vraag over, waarop Kanzo begon te gebaren, eerst aarzelend, dan, naar het hem voorkwam, al onzekerder en verwarder en zijn ogen kregen een gepijnigde uitdrukking.
- Hij weet het niet. Kan niet uitdrukken wat hij wil zeggen, vertolkte de verzorger, het is iets waarvoor hij geen tekens en gebaren kent. Dat komt soms voor, ook bij andere chimps, en dan worden ze bedroefd.
Hij keek in de trieste, afgrondelijke ogen en wendde zijn blik af.
De hem toegemeten bezoektijd was om. Met tegenzin draaide hij zich om, vrijwel tegelijk met Kanzo.
Na enkele passen bleef hij staan, keek nog even om, kon het niet laten.