41
Uitgespaard tussen de gerenoveerde oude panden met hier en daar uniforme nieuwbouwhuizen, een kinderspeelplaats met klimrekken, schommels en wippen, een buizenconstructie om aan te slingeren, een kleine houten uitkijktoren met zicht op blinde muren, een zandbak.
In een hoek, openlijk verstolen, hielden zich enkele uit de kluiten gewassen zes-, zevenjarigen op en speelden geheimzinnigheid. Een van hen, een meisje met opgestoken maar half ineengestort haar, bracht kleurige krijttekens aan op de voorhoofden van anderen en mompelde iets wat waarschijnlijk een bezwerende spreuk was die de anderen moesten nazeggen. Inwijdingsceremonie? Daarna - zo te zien was ze een jaar of twee ouder - liet ze hen een voor een hun rok optillen of hun spijkerbroek openen en hield er een staafbatterij voor, terwijl ze opnieuw een spreuk uitsprak.
Bij het klimrek zat een jongen een ander met een elektrische prikstok achterna onder het goedkeurende oog van een volwassene die waarschijnlijk zijn vader was; de stok produceerde ook lichtflitsen.
Een tweede groepje hurkte op de knieën voor een zitbank waarop een draagbare pc; een van hen las voor uit een instructieboek, waarna een ander het toetsenbord bediende. Waarschijnlijk waren ze bezig in te breken in de kosmos en hadden ze de code al gekraakt. Een snoer liep van de pc naar een van de huizen in de buurt. Het was opvallend stil om hen heen, geen kreten, geen gesis of gefluit, geen poeha - hoogtijdelijk stil.
Toen hij op zijn tenen naderbij trad om uit te vinden wat ze ontraadseld hadden, werd zijn voortgang gestuit door een energiescherm dat ze als stralingsschild rond hen heen opgetrokken hadden. Ze keken niet eens op toen hij ertegen stootte en een kreet van pijn slaakte maar handhaafden hun gewijde concentratie.