doordrong dat de kruispunten elkaar al dichter naderden rond een brandpunt dat precies kwam te liggen in de straat waar hij gewoond had toen hij zich, lang geleden, in de stad vestigde en deze met terugwerkende kracht tot zijn geboortestad had gemaakt. Wat was hier aan de hand, welke raadselachtige dirigerende complotterende kracht in het spel? Was het de bedoeling dat hij op die plek de romp aan zou treffen die nog steeds zoek was? en zo ja, wanneer? Morgen?
Hij prikte de plattegrond met punaises aan de wand: letterlijk een trouvaille, een gevonden vondst.
Echt geschokt door de uitkomst was hij niet. Wat hem in wezen nog het meest verbaasde was dat de ‘keuze’ niet op zijn huidige adres was gevallen, wat wel weer een goedkope freudiaanse truc zou zijn.
Nadat hij de plattegrond opgeprikt had probeerde hij nog even de delen van het lijk die hij gezien had samen te voegen en als een ongedeeld lichaam voor zich te zien, met inbegrip van de verbeelde romp. Maar dit lukte hem niet al te goed. Kennis van de romp was essentieel.
Zonder een telefoontje af te wachten besloot hij naar het cryptische adres te gaan, benieuwd wat hij daar aan zou treffen. De romp of de afwezigheid van de romp?