Het aaahh & ooohh van de verbonaut. Achtergelaten gedichten(2014)–Sybren Polet– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 70] [p. 70] Ruimtedeur Uitgestrekte leegte, waarin hier & daar opduiken de eerste dralende projecties van vroegere groeisels, animale, vegetale, min of meer humane. De uitvergrote invulschim van een ex-Tyrannus Rex struikelt en tuimelt om, languit liggend in een veld van kleurige klankstenen, luisterend naar het zachte synfoniëren ervan. * Een kronkelende rivier, zijn eigen gekronkel moe, krult zich op tot een slang - blikkert intens - en schiet weg tussen de struiken. * En daar wieken boven hem de zachtzijden vleugels van een vlinder groter dan een condor, een concorde, vouwen zich toe. Aan de einder de brede onthechte glimlach van een verlate dageraad. * * Hij, de man - voorheen groot verzamelaar van namen - hernatureert mee met het landschap en stevent - als gedreven door een personifiërende wind - recht af op die wijd openstaande ruimtedeur, een die zowel naarbinnen als binnenstebuiten leidt. * [pagina 71] [p. 71] In zijn rug de warmte van belegen licht, de ingehouden knipperlichten van de sterren. En ergens vanuit de alles omringende verte de rondende hobo van een roerdomp. Vorige Volgende