Het aaahh & ooohh van de verbonaut. Achtergelaten gedichten(2014)–Sybren Polet– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 65] [p. 65] VII Taalschappen [pagina 66] [p. 66] Koel weten Twee, drie, vier bewegingloze bergen. Flarden in hun vlucht bevroren libellen. Op aarde beginnen overal siliconenvormsels te groeien en te vergroeien, niet alleen zandrozen en minerale fossielen: hun uitingsvormen van gestolde wil of een nog steeds stollende. Bomen als verstilde uitroepen: de lichtgekleurde kruinen vol gruizige twittervogeltjes met hun kiezelvocalen, de stammen omdampt door eeuwenoude gassen, opstijgend uit de wijdopen poriën van vader aarde. Alle leven strevend naar een zachtstenen uiteinde van traag bewegende versteningen. * Boven hem een in de lucht uitgespaard wit vierkant dat zich ook op de aarde projecteert en waarbinnen hij nu loopt - withoekig. Zo onder als boven. Koude rillingen. Wit gras. Alle denkbare kleuren wit. Alles bezield door koele kernenergie. * Volgt een nog indringender koudefront, dat oerijs & sneeuwman verhindert ooit nog te smelten. * * [pagina 67] [p. 67] Naklank. Getinkel van klankklontjes vlak boven het absolute nulpunt. * In het inwitte vierkant drie, vier medefossielen die elkander koel weten toezenden. Minerale muziek. Vorige Volgende