5om hen te doen bezeffen, watze te wagten hebben, die de deugd najagen,
6en wat 't lot is van zodanige, die hun leven anders aanleggen. Men
7zal hierin ontdekken vele nooit gehoorde, zonderlinge, vreemde en
8zeer verbazende gevallen van deze Tover-godinnen, hoe zy de deugdbeminnaars
9de behulpzame hand geboden, en andere gestraft hebben;
10mitsgaders op hoe wonderbare en boven-natuurlyke wyze zy hen uit
11de allergrootste gevaren, waarin zy sich zomtyds bevonden, hebben
12gered, met hen uit de handen hunner vyanden te rukken, als het byna
13onmogelyk scheen.
14[...]
15[...]door 't lezen van diergelyke gevallen krygt men een recht begrip
16van de deugd, en men leert, wat welleventheid is; en indien de jonge
17luiden zich wat naarstiger tot lezen begaven, ze zouden zomtyds zoo
18verlegen niet zyn met hunnen tyd, waar uit niets goeds voortkomt,
19zynde 't spreekwoord niet vergeefs, dat een lui mensch een duivels oorkussen
20is, en men zou zoo veel straatslypers niet zien.
21Men leert in diergelyke boeken gene boosheid of guitery; ze zyn enkelyk
22gestoffeert met verheve heerlyke gedachten, en uitmuntende voorbeelden;
23men ziet telkens de misdaad gestraft en de deugd beloont; ja men
24kan zeggen, dat 't lezen van boeken van deze natuur in een zeker
25opzicht beter is voor de jeugd, dan 't doorbladeren van geschiedenissen,
26doordien de geschiedenis ganschelyk aan de waarheid onderheven,
27zomtyds aanstotelyke zedeloze dingen vertoont; de geschiedenis schildert
28de menschen, zoo alsze zyn, beschryvende derzelver daden en bedryven,
29't zy verfoeijelyk of pryswaardig, deze boeken daarentegen doen de
30voorwerpen ten tonele verschynen, zoo alsze behoorden te zyn, en
31schynen de lezers een prikkel te verstrekken, om de volmaaktheid na
32te streven; ten minsten men zal overtuigt zyn, datze een recht denkbeeld
33van de werreld geven, en juist leren spreken.
34[...]
35De gene, die zich verledigen, tot het lezen van deze boeken, zullen
36niet licht schipbreuk lyden, waaraan hare glibberige jeugd zoo zeer
37blootgestelt is. Ze zullen die minnelyke bedriegers schaamrood maken,
38en henzelven in de strikken doen vallen, dieze voor haar gespannen
39hebben. [...]
40Om ook iets van den oorspronk der verdichte geschiedenissen te zeggen;
41't gansche oogmerk van dezelve is, om op eene aangename wyze de
42degelykheid der spreekwoorden aan te tonen. Onze voorouders, die
43geestryk waren in hunne eenvoudigheid, bespeurende, dat zelfs de
44zinrykste grondspreuken, waarna wy onzen handel en wandel behoren