Romanbeschouwing in voorredes 1600-1755. Deel 2: Teksten
(1987)–Bert Pol– Auteursrechtelijk beschermd
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 51]
| |
land, hel paradijs, en hemel. [...] Amsterdam, Timotheus ten Hoorn, 1682. uba 761 J 7.
Aan den leezer.
1[...] 2Doch wat groove en onbeschaamde leugenen in de gemelde Schriften 3[van Alexander de Grote en Plinius] mogen weezen, hebben echter 4de God- en eervergeetene Monniken zich niet ontzien hun onschuldigen 5Heiligen diergelijke Lucianische potsen toe te schrijven, de H. Schrift 6achter de bank te werpen, en opentlijk in des zelfs plaats kinderachtige 7grollen en fabeltjes te prediken, gelijk in de Legenden van alle de Heiligen 8te vinden zijn. Den Leezer zal hier een zonderling voorbeeld af zien 9in de Legenden van St. Brandanus, daar men zulke tastelijke leugens in 10ontmoet, niet alleen op een, maar op alle de plaatsen, dat men niet 11t'onrecht iemand voor stapelzot behoorde te houden, die daar geloof 12aan sloeg [...] en me dunckt, dat die onnozele Roomsch-Katholijken 13alzoo wel zouden doen, dat ze hun tijd doorbrachten met het leezen 14van Amadis van Gaulen, of Ourson en Valentijn, of diergelijke Boeken; 15ten minsten zouden ze daar noch in zien, dat men in voorige tijden 16met een hand, en in een slag, een Man met een Paard vlak midden 17door kon hakken: en deeze dingen zijn uitsteekend bequaam om de 18Jeugd tot dapperheid op te wekken, of als andere Don Quichotten, gelijk 19gekken langs 't land te doen loopen, om alle ongerechtigheden te 20verhinderen, en Weduwen en Weezen de helpende hand te bieden, 21't geen een werk van byzondere verdienste is. 22[...] |
|