1681 [Het wonderlijk leeven van 't Boulonnois Hondtie]
[abbé (de) Torche]. Het wonderlijk leeven van 't Boulonnois Hondtie [...]. Fryburg, Jakob van Boelonje, 1681. kbh 28 B 27.
Aan den Leezer,
1Buiten twijfel zal het veelen wat vreemd voorkomen, een Hond te
2hooren spreken; En niet t'onrecht zullen zy den Maaker beschuldigen
3van een onmogelijkheid op 't Tonneel te voeren [...]. Alzoo vreemd,
4en alzoo onmogelijk is ook zijn Herschepping; want men heeft
5tegenwoordig geen Circes meer in de weereld, die den mensch door
6kragt van tooveryen een ander gedaante weeten te doen aannemen.
7Maar; indien het Apulejus voor deezen vry gestaan heeft, een mensch
8in een Ezel hervormd te doen worden, en aan dezen Ezel de wonderlijkste
9dingen des weerelds te laaten wedervaren, waarom zoude dan ons niet
10vry staan zyn voetstappen na te volgen [...] want dat gy 't weet, Leezer,
11't zijn al geen verzieringen; welke alleenlijk niet geschreeven zijn om
12den Geest in bezigheid te houden; daar loopt al vry wat waarheids
13onder [...].
14[...]