De Mens als scenario
Poels wisselt in zijn oeuvre lyrische en verhalende poëzie met elkaar af. Maar welke vorm ook gehanteerd wordt, de dichter put altijd uit ervaringen, mensen en gebeurtenissen om hem heen. De beelden, hoe abstract ze ook mogen zijn, die in woorden verschijnen op papier moeten ergens vandaan komen. Zo zou je kunnen stellen dat in elk gedicht realistische ervaringen en mensen, soms de dichter zelf, een rol spelen.
Poels geeft de mens door zijn hele repertoire een nogal prominente rol. Hij schuift als het ware met personages van de voor- naar de achtergrond door zijn gehele oeuvre heen. Ze komen heel dichtbij als hij ze met naam en toenaam noemt. Dikke Nel portretteert Nels verhaalkunst in de kroeg. Caféklant Henk doet het ook goed in het café en dat wordt neergezet in Henk is enne lollige vent. IJzeren Thijs verhaalt over een bekend figuur uit de streek die afgeeft op de band. Jack Poels raakt in de tekst zelfs met hem in gesprek. Ook Irene, Rowwen Hèze en Koning hay zijn voorbeelden van teksten waarin Poels mensen vooropstelt.
Als Poels de namen van zijn personages niet noemt, spreekt hij tegen ze, dicht hij over ze, of verhaalt hij zelfs over hun levens, en ten andere male lijken ze slechts een scenario voor een gedachtebeschrijving. Het ontroerende Dichter bij ow lijkt bijvoorbeeld duidelijk te gaan over iemand uit zijn omgeving. Bij deze tranentrekker spreekt de verteller (‘ik’) tot de tweede persoon (‘ow’). Ditzelfde geldt eveneens voor het later verschenen Liefde en Dichtbeej. In November vraag je je sterk af wie de verloren liefde is; en van de dame die de hoofdrol vertolkt in Gespeegeld in de raam hoop je innig dat ze dit nummer van Poels gehoord heeft en daarbij haar mondhoeken omhoog trok. Vlinder gaat over de destijd vermiste Nicky Verstappen. Proat Met Meej, Kleine man, ’t roeie klied zijn stuk voor stuk teksten met een levensgezel van Poels in de hoofdrol en het zijn niet de enige. De Peel in brand is uit Poels’ eigen herinnering geschreven, Auto vliegtuug gaat over zijn verdwijnende vliegangst en in 50 joar is Jack natuurlijk zelf de hoofdpersoon. In Vergeate, Kilomeaters en Probleme (geschreven door Martin Rongen) komen de mannen van Rowwen Hèze en het bandje zelf aan de beurt.
De verzameling nummers waarin specifieke eenlingen een hoofdrol hebben, is hierbij niet uitputtend beschreven en naast hoofdrollen worden ook bijrolletjes vergeven aan echte mensen, zoals Bekker Lei in Niks aan de hand, boer Lei in Vergeate, dr. Van Dongen in D.A.D.P.G.S., Dikke Piet in Bestel Mar en Jules (de Korte), de zanger die op zondag het kerkorgel bespeelde, in Helenaveen. Poels dicht de mens uit zijn omgeving een belangrijke rol toe, soms van heel dichtbij, bij wijlen van veraf. Zoals op de site van Rowwen Hèze treffend beschreven staat, gaat het om verhalen van onopvallende, maar toch eigenlijk niet zulke gewone mensen uit de Peelse regio. Deze mensen worden bewust of onbewust geënsceneerd binnen steeds weer andere vertelinstanties en in verschillende genres, in wisselende rollen die passen bij het thema en doel dat Poels wil uitdragen. De rol van ‘de mens’ is in ieder geval flagrant.