Werme regen
en langzaam wuurd 't stil
't is als 'n deake um meej hin
en mien verstand deut wat 't wil
't wil terug nar 't moment
vur iederien mar neet vur meej
an 't geluk van 't moment
't allermoeiste van de werlt
ik herinner 't meej nog good
ik mos nar boete ik waas kwoad
toen inens d'n hemel brook
't water dampte op de stroat
't waas vurbeej in 'n moment
't allermoeiste van de werlt
(Poels, CD: Station America, Hans Kusters Music 1993)
Werme Regen lijkt de volwassen versie van De Peel in brand. Weer wordt een moment uitvergroot. Niet het subject, maar de tijd wisselt, waardoor we ons in twee dimensies begeven: het nu (in de tegenwoordige tijd geschreven) waarin de lyrische ik terug wil naar een moment van vroeger, en dat moment zelf (in de verleden tijd) waarin de warme regen de Peel (die in brand stond) lijkt te hebben geblust.
Dat Poels veel gebruik maakt van metaforen die de begrenzingen van één woord of één zin te buiten gaan en grotere delen van een poëtische tekst bestrijken, is net als in bijvoorbeeld Blieve loepe en De Zwarte Plak ook zichtbaar in Werme regen. Hier wordt het woordgebruik als rode draad door het gedicht in dienst gesteld van het thema: woorden als 'deake (deken, die warmte vasthoudt), werme regen, zomer, 't water dampte’ accentueren het vochtige warmtegevoel dat de ik ervaart bij het moment dat de regen valt.
Ook hier wordt weer luisteraarsactiviteit gevraagd, wat ervoor zorgt dat het Peelse tafereel breed geïnterpreteerd kan worden en bij de luisteraar herkenbare, persoonlijke gevoelens oproept. Vraag tien mensen hier hun beeld bij te schetsen en je krijgt tien verschillende antwoorden:
en langzaam wuurd 't stil
't is als 'n deake um meej hin
en mien verstand deut wat 't wil
't wil terug nar ’t moment.