De sneeuwpoppen van 1511
(1988)–Herman Pleij– Auteursrechtelijk beschermdLiteratuur en stadscultuur tussen middeleeuwen en moderne tijd
3. Een bijbelse hennetasterDe angst voor de bazige vrouw die van haar man een pantoffelheld maakt is een geliefkoosd thema in literatuur en beeldende kunst. Maar aan het eind van de middeleeuwen lijkt het een speciale attractie te hebben voor de stadscultuur, waarbij de aandacht zich steeds meer richt op twistpunten over de taakverdeling in het huishouden. Daarin ligt ook het voornaamste defect van Laudate. Ze weigert de haar toegewezen taken te vervullen en dringt deze op aan haar echtgenoot, die daardoor een hennetaster wordt. Zoals we zagen werden verschillende typen uit bijbelse en klassieke oudheid aan het eind van de middeleeuwen zo opgevoerd: Adam, Aristoteles, Samson, Hercules, Sardanapa- | |
[pagina 274]
| |
lus. Er zijn er nog wel meer - vooral Vergilius, Salomon, Alexander de Grote - die we dan niet alleen in vaste reeksen in prentkunst en literatuur aantreffen maar ook in een vastenavondstoet als die te Metz anno 1511. En telkens kunnen we vaststellen dat de bekende en aloude verhalen min of meer verdraaid worden om te kunnen voldoen aan het gewenste voorbeeld van verkeerde verhoudingen in liefde, huwelijk en gezinsleven.Ga naar eindnoot10 Er is nog een bijbels verhaal dat op deze manier aangegrepen wordt om weer een gezaghebbend voorbeeld van een beklagenswaardige pantoffelheld te kunnen opvoeren. Dan gaat het om Jozef, de stiefvader van Jezus, die eveneens in een oneigenlijk huwelijk moest figureren. In de literatuur en beeldende kunst van de late middeleeuwen wordt hij in toenemende mate uitgebeeld als een rondredderende Jan Hen. Naast zijn jonge en wonderschone vrouw is hij een bejaarde grijsaard die de grootste moeite heeft om de loop van de gebeurtenissen te volgen. Meermalen moet er een engel aan te pas komen om zijn angst en woede te temperen over al die wonderbaarlijke gebeurtenissen, te beginnen met zijn uitverkiezing tot huwelijkspartner tot aan de vlucht naar Egypte toe. Op schilderijen, miniaturen en prenten alsook in kerstspelen en kerstliederen is hij vooral bedrijvig in de weer met het huishouden. Terwijl Maria verstild haar uitverkoren rol ondergaat - ze maakt een wat afwezige indruk en ligt soms zelfs te lezen in het kraambed, natuurlijk in de bijbel, als signaal dat haar in ieder geval de betekenis van een en ander niet ontgaat - sprokkelt Jozef hout, haalt water, stookt een vuurtje, kookt een papje voor het kind en verzorgt de verlichting met een kaarsje in de hand of een lantaarn. Daarbij komt ook voor dat hij zijn broek uittrekt, die moet dienen als stof voor luiers. Deze voorstelling van zaken past allereerst in de algemenere tendens om het heilsgebeuren zo aangrijpend mogelijk aan een breed publiek te presenteren, om dit tot optimale deelname aan geboorte en lijden van Jezus te bewegen. De situatie van opperste armoede, kou en hulpeloosheid krijgt steeds ‘realistischer’ accenten die met grote inventiviteit worden ontworpen. En dat Jozef zo manifest bejaard moet zijn, is ter verduidelijking van het feit dat elk daadwerkelijk vaderschap van de Verlosser aan deze zichtbaar onmachtige grijsaard ontzegd dient te worden. Dit was een serieuze zaak. Juist de meest eenvoudige van geest moest er ook van doordrongen worden dat Maria maagd was gebleven. Geloof aan het tegendeel gold als ketterij waarvoor - als we de kronieken geloven mogen - ook in Brussel iemand in 1503 op de brandstapel ter dood gebracht werd: ‘Die nyet en gelooffde, dat Maria | |
[pagina 275]
| |
Godts moeder ware, dat zy Jesum gebaert hadde, nochtans maecht blyvende ende onbesmet.’ Het is opvallend dat teksten en afbeeldingen wel erg doorslaan en zonder meer ridicule dimensies verlenen aan zijn optreden, vooral als het om die huishoudelijke taken gaat, die hij niet zelden uitermate onhandig verricht. En dat dit geschiedt in het perspectief van contem-De bejaarde en verslagen Jozef moet van een engel uitgelegd krijgen hoe Maria zwanger kan zijn; schilderij van een Antwerps Meester uit 1518. Ex: Stuttgart, Staatsgalerie.
| |
[pagina 276]
| |
poraine opvattingen over de gewenste gang van zaken in een echt huishouden, blijkt al uit de dwingende overeenkomsten met de taakvervulling van de wereldse grijsaards en pantoffelhelden in de literatuur. De voorstelling van Jozef als bejaarde pantoffelheld stuit bovendien op groeiend verzet in de loop van de vijftiende eeuw. Een belangrijke aanwijzing daarvoor wordt gegeven in een Limburgs processiespel van omstreeks 1500 over het huwelijk van Jozef en Maria. De auteur heeft een dringende regie-aanwijzing toegevoegd met het verzoek om Jozef nu eens gewoon te spelen, om te beginnen door hem niet uit te dossen als een oude sloeber. Jozef was drieëndertig jaar toen hij trouwde en een eerbaar man, die het niet verdient om zo belachelijk gemaakt te worden. En de auteur vraagt zich af wie het toch in hun hoofd gehaald hebben om hem zo bespottelijk uit te beelden, waarbij hij zich niet aan de indruk kan onttrekken dat de schilders dat op hun geweten hebben. Dat de karikaturale vertekening van Jozef in het licht staat van veranderende visies op huwelijk en gezin mag geen twijfel lijden. Zelfs Maria kan in zo'n verband een wat bazig karakter krijgen, zoals mag blijken uit de volgende regels van een kerstliedje: Joseph, maect ons een papken soet,
Haestelijck in corter tijt.
En op een Neurenbergs altaarstuk is Jozef bij het kraambed bezig met het winden van de haspel, typische vrouwenarbeid die niet direct in verband te brengen is met de verzorging van de jonge baby. De relatie tussen zijn ‘huwelijk’ en actuele huwelijksvormen wordt direct gelegd in een schilderij van Herri met de Bles van omstreeks 1530. Daarop wordt het thema behandeld van de menselijke pelgrimage naar het eeuwige leven. In een woest landschap zien we links op de voorgrond Jozef achter de ezel met Maria en kind sjokken, op weg naar Egypte. Ze begaan het nauwe pad van het heil over bergachtig terrein, vol obstakels, en weg van de in het centrum uitgebeelde wereld in de vorm van oprijzende stadscontouren. Die wereld is de directe bestemming van een gezelschap dat per wagen op de rechtervoorgrond langs de brede weg van het onheil afdaalt. Dat het een brede weg is die daalt volgt niet alleen uit de grootte van de wagen, maar ook uit de heuveltjes die paard en wagen voor een deel aan de blik van de toeschouwer onttrekken. Om geen enkel misverstand over dit dubieuze traject te laten bestaan zijn daarnaast nog wat wroetende zwij- | |
[pagina 277]
| |
De Vlucht naar Egypte van Herri met de Bles van omstreeks 1530. Ex: Kopenhagen, Staatsmuseum.
Detail uit de Vlucht naar Egypte van Herri met de Bles van omstreeks 1530 met de wagen vol ongewenst gedrag in huwelijkszaken. Ex: Kopenhagen, Staatsmuseum.
| |
[pagina 278]
| |
nen geplaatst met een zwijnenhoeder, die de weg naar het verderf aanwijst, als tegenvoeter van de hemelse schaapherder. Het gezelschap in de wagen beeldt ongewenst gedrag uit in huwelijkszaken. We zien vrijende maar vooral vechtende mannen en vrouwen, opgezweept door de bij uitstek onbeschaafdheid accentuerende doedelzak. Het agressieve en dominerende karakter van vrouwen heeft de overhand. Twee rijzen er op, terwijl ze met spinrokken en weefattributen uithalen naar mannen. De parallel met de omgekeerde wereld in het huwelijk van Jozef en Maria wordt gegeven door het echtpaar dat op de wagen toeloopt. Kan Jozef een pantoffelheld zijn in een situatie die tenslotte ook geen echt huwelijk is en waarvan Maria zeker niet profiteert door hem te tiranniseren, het corresponderende echtpaar geeft aan dat de wereldse vertaling tot een echt huwelijk regelrecht naar de ondergang leidt. De vrouw is de baas en stelt seksuele eisen: op haar linkerschouder draagt ze een lege kruik met de opening naar de kijker, en dat is een uitnodigend teken van wellust. Ze dirigeert haar benauwd kijkende man door hem bij de arm te nemen, waarbij zijn kwaliteit van pantoffelheld aangegeven wordt door het spinrokken dat hij draagt, het symbool van vrouwenarbeid bij uitstek. En zo is ook het bijbelverhaal rond Jozef en Maria geactiveerd en toegesneden op actuele huwelijksproblematiek, met bijzondere aandacht voor de taakverdeling in het huishouden.Ga naar eindnoot11 |
|