Dordrechts lijstertje
(1624)–Abraham Aertsz. Plater– AuteursrechtvrijAbraham Aertsz. Plater, Dordrechts lijstertje. Damis van Rybeeck, Dordrecht 1624
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
exemplaar Koninklijke Bibliotheek Den Haag, signatuur: KW 174 H 9
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Dordrechts lijstertje van Abraham Aertsz. Plater uit 1624.
redactionele ingrepen
In het origineel komen verschillende drukletters voor die in deze digitale editie niet kunnen worden weergegeven. Om dit onderscheid niet verloren te laten gaan, is in de hoofdstukken waar gotische en romeinse drukletters door elkaar voorkomen, alle romeinse tekst weergegeven als cursief. Gotisch is in deze hoofdstukken zonder opmaak weergegeven.
Een deel van de tekst is moeilijk leesbaar. Dat is hier tussen vierkante haken aangegeven.
p. 1, 163, 164: de koppen tussen vierkante haken zijn door de redactie toegevoegd.
p. 109: versneldeu → versnelden: ‘graech het schromigh Wilt versnelden’.
p. 113-123: in het origineel zijn deze pagina's in de verkeerde volgorde gebonden. Dat is in deze digitale editie gecorrigeerd.
p. 114: het onjuiste paginanummer 113 is verbeterd.
p. 118: het onjuiste paginanummer 117 is verbeterd.
p. 119: het onjuiste paginanummer 118 is verbeterd.
p. 122: het onjuiste paginanummer 121 is verbeterd.
p. 123: het onjuiste paginanummer 122 is verbeterd.
p. 127: in het origineel wordt dit paginanummer overgeslagen. Dat is in deze digitale editie ongewijzigd overgenomen.
p. 126: bequaen → bequaem: ‘Snel en bequaem ter vaert’.
p. 146: het onjuiste paginanummer 246 is verbeterd.
p. 155: ghleaten → ghelaten: ‘'Tis een toe ghelaten vreught’
p. 174: in het origineel komt paginanummer 174 twee keer voor. Dat is in deze digitale editie ongewijzigd overgenomen.
p. 182: weyg,ren → weyg'ren: ‘Het weyg'ren comt heur toe: maer u het eer’.
p. 196: to → te: ‘by noodt de handt te bieden’.
p. *1: in het origineel zit een ongenummerde pagina tussen p. 209 en 210. Deze pagina is in deze digitale editie genummerd als *1.
p. 212: het onjuiste paginanummer 223 is verbeterd.
p. I-IV: in het origineel zitten vier ongenummerde pagina's tussen p. 215 en 216. Deze pagina's zijn in deze digitale editie genummerd met romeinse cijfers.
p. 221: niu-jaer → nieu-jaar: ‘Een nieu-jaer-Liet’.
p. 224: vetdomt → verdomt: ‘Niemant verdomt, die willigh comt’.
p. 242: het onjuiste paginanummer 224 is verbeterd.
p. 237: vertoong → vertooning: ‘Daer ons vertooning, ende Krooning’.
p. 248: fondaers → sondaers: ‘Die niet der sondaers doot’.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (voorplat, binnenkant voorplat, †iv, t.o. 77, I, III, 250, binnenkant achterplat, achterplat) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[fol. †ir]
Liedt-boecxken,
Ghenaemt
DORDRECHTS
Lijstertje,
Door
ABRAHAM AERTSZ. PLATER.
Tot Dordrecht,
Voor Damis van Rybeeck, wonende by de Nieu-brugh,
Inden vergulden A, B, C, Anno 1624.
[fol. †††ir]
Register vande Boertighe Liedekens.SEgher, jy sult niet bedijen | Fol. I |
Baertje mijn vriendinne | 10 |
Maer Fijtje wat benje een Vrijster | 16 |
Blommerhert ick ben so vrolick | 20 |
Lestmael was ick eens daer buyten | 25 |
Goossen ick en macht niet lijen | 30 |
Een knaepjen en een meysjen stout | 35 |
Wel op, wel op als helden | 39 |
Wel kniertje buer waer heen | 43 |
Ick wensch jou goeden auont Schaepje | 48 |
Aey my mijn over-soete Lief | 51 |
Cupido dertel wicht | 55 |
Wel Fredrick-buerman, dus vroeg al inde kou, | 57 |
Wel Bestevaer, hoe staet de saeck | 62 |
T gebeurde doen ick quam | 66 |
Wie wil me nae Pieterman | 71 |
EYNDE.
[fol. †††iv]
Register vande Gheestighe Liedekens.GAet mijn Cudden u vermeyden | Fol. 77 |
Int soetste vanden Somer-tijde | 81 |
Waer sijt ghy Lief mijn dubbel schoone | 100 |
Och hoe lang heeft de nacht | 104 |
Wel aen mijn lockigh Vee | 113 |
Lestmael in eenen droom, | 118 |
Tiphus Dedales ghy | 125 |
Naer kints ontstuym en koude nachten | 136 |
Ghy jeuchdighe Hebes jeuchden | 140 |
Hy die my tclare licht | 144 |
Wijckt Hyms, wijckt Hyselbaert | 148 |
Cupidos vlugge min | 157 |
Ghy Herders trou ghebueren | 161 |
V Cupido placht ick te noemen | 166 |
Lestmael ginck ick my vermeyen | 169 |
Gonstighe Goden, dees liefde wilt | 172 |
Venus Godinne, wat lust maeckt u ghereet | 174 |
Cupido sijn dit van u crachten | 185 |
Het wackere ghepeyns | 189 |
Heer Bruydegom en Vrouw Bruyt geluck | 198 |
Beclemt, verblijt | 201 |
O Godigh aert. | 206 |
Als elck een sijn plaets sal prijsen | 210 |
[fol. †††ijr]
Register vande Aendachtige Liedekens.SAligh is hy bevonden | Fol. 216 |
Ontwaeckt, op staet Abrahams zaet | 221 |
Heer Bruydegom den rechten tijdt | 226 |
Niet duerighs hier in swerelts vack | 230 |
Looft den Heere doet hem eere | 234 |
Ghenade liefd' en vrede | 238 |
Syon vercoren Bruyt. | 241 |
O Heer God inden hoogen Troon | 244 |
EYNDE.