Evangelische leeuwerck deel 4 en 5
(1682)–Christianus de Placker– Auteursrechtvrij
[pagina 172]
| |
Wijse: Wat is den Hemel vol çieraet. O Flora. Besnijdt.
| |
[pagina 173]
| |
Sy hebben u dan oock gevat,
Om te verscheuren, en te wonden:
Wreedelick gebonden Aen een vliemig radt,
Maer dit tyrannigh instrument
Liet door Godts macht u ongeschent:
En heeft, met slagh, en stoot,
Veel Heydens self gedoodt.Maer
Onthooft verkreeght ghy 't eeuwigh Rijck:
En, om u suyverheyt van leven,
Heeft u hals gegeven Bloedt, als melck, gelijck.
Uw romp begroeven d'Engels bly'
Op het gebergt' van Sinaï.
Waer uyt vloeyt soete vocht,
Tot sieckten veel gesocht.U
O Catharina, nu in vreught,
Verciert met Goddelicke glori,
Om uwe Victori', En u groote deugt.
Bidt voor ons Sondaers allegaer;
Dat wy u leven volgen naer;
En, naer een goeden strijdt,
Met u oock zijn verblijdt.Bidt
|
|