Evangelische leeuwerck deel 4 en 5
(1682)–Christianus de Placker– AuteursrechtvrijWijse: Recht als een dorstich hert.
| |
[pagina 92]
| |
Door heyligheyt van leven;
Dat ghy nu 's Hemels Kroon
Geniet voor uwen loon!
* Ons aensiet In 't verdriet,
En uw' trouwe hulpe biedt,
O sinte Margariet!
Van 't blinde Heydendom
Uw' Voester u bekeerde
Tot 's Hemels Bruydegom:
En ghy in Godt volherde;
Soo dat u geen Tyran
Oyt trecken kon daer van.Ons *
Ghy hebt, om Jesus Naem,
Veel geesselen verdragen:
U lichaem heel en t'saem
Is aen een hout geslagen:
Met Kammen wreed, en fel,
Doorscheurt u vleesch, en vel.Ons *
Ghy deedt, met 't heyligh Kruys,
Een helschen draeck verdwijnen.
In het gevangen-huys
Quam u Godts licht beschijnen:
En maeckt' u weer gesondt
Van alle pijn, en wond'.Ons *
Gebrandt met Fackels-vlam
U lichaem leedt geen schade.
Uyt siedend' water nam
U d'Engel door genade.
Soo heeft Godt t'allen tijdt
U, om 't geloof, bevrijdt.Ons *
Wel vijftien duysent sterck,
Door u exempel, waren
Bekeert tot Christi Kerck,
En storven Martelaren.
En ghy oock, haer Princes,
Onthalst storft Mart'laress'.Ons *
|
|