Evangelische leeuwerck deel 4 en 5
(1682)–Christianus de Placker– AuteursrechtvrijWijse: O Jesu vol gena. Die mint die lijdt veel pijn.
| |
[pagina 91]
| |
Tot Arts-bisschop heeft gehult.
Nu zijnd' in desen staet,
Soo hebt ghy vroegh en laet
Uw' Schapen, en u Kudd'
Van all' ongeval beschudt.Nu
Uw' groote soetigheyt
Was niet om uyt te spreken,
Waer mee ghy wont alle man:
Gy hebt door vromicheyt,
Den Keyser, om gebreken
Derren straffen met den Ban.
Waerom dat hy, seer quaedt,
U, nader-handt uyt haet,
Met wreedtheyt ongehoort,
Door sijn dienaers heeft vermoordt.Waer-
O Vroomen Martelaer!
Door Hoogheyt niet bedorven,
Noch door vreese niet verleydt;
Maer, als een sterck Pilaer,
Voor Christi Kerck gestorven,
En om de gerechtigheyt.
Die nu Godts Rijck besit,
Voor ons uw' Dienaers bidt;
Dat wy, in daedt, en schijn,
Voor elck een rechtveerdigh zijn.Die
|
|