Evangelische leeuwerck
(1682)–Christianus de Placker– AuteursrechtvrijWijse: O salutaris Hostia. Al hebben de princen haren wensch. Veni Creator.O Hoogheyt van Godts Majesteyt!
O Schoonheyt van sijn Rijck bereyt!
Daer hy een staeltjen af vertoont,
Als hy op Thabor sich verschoont.
Sijn aensicht schoonder als de Son:
Sijn kleedt het sneeu-wit overwon;
Dat Petrus viel voor
| |
[pagina 57]
| |
Jesu neer:
En sey: 't is hier goet sijn, o Heer.
Maeckt een kleyn staeltje van Godts vreught
Soo hemels droncken en verheught:
Wat sal dan doen de volle zee,
Waer in men swemt in lust, en vree!
Maer daer en kan men komen niet,
Als door kruys, lijden, en verdriet:
Want Christus self door 's Cruycen baen
Moest in sijn eygen glori gaen. Ga naar voetnoot+
O Heer, van wien sprack 's Vaders stem:
Dit is mijn lieven Soon, hoort hem.
Leert my, naer uw godtsaligh Woort:
In deughden leven soo 't behoort:
Geeft my victori', als ick strijd':
Verduldigh zijn, als ick wat lijd':
Als ick versterf, u eeuwigh goedt:
O Jesu, Jesu, altijt soet!
|
|