Evangelische leeuwerck
(1682)–Christianus de Placker– AuteursrechtvrijWijse: 't Was een Maget suyver en net.O Menschen, wacht u voor 't gebreck
Van vuyle Lasteringen:
Want ghy u Naesten geeft een vleck:
Maer u self sonderlingen.
Gy geeft u ziel een
| |
[pagina 58]
| |
wonde,
Door dese snoode zonde:
Alsoo weleer het Joodts volck seer
Gelastert heeft de Heer.
Als hy een stommen eens genas,
Die t' samen was beseten:
En dat, door Godts macht, van hem was
Den duyvel uytgesmeten:
Sy hem dees' eer misgonden,
En over al verkonden:
In Beelsebuyt, Als eenen guyt,
Werpt hy de Duyvels uyt
Sy
Maer Iesus antwoort soet en sacht
Tot dese Laster-tongen:
Dat, in den vinger van Godts kracht,
Dien Geest was uytgedwongen.
Want seyd' hy, alle Rijcken,
In sich verdeelt, beswijcken:
En in 't gemeen, Valt 't huys van een,
Als 't is verdeelt in tween.
Want
O Iesu, in den vinger Godts,
Drijft uyt mijn ziel de sonde:
En my bewaert, dat ick soo trots
Niet last're met den monde:
Noch oyt van de gebreken
Mijns naestens koom' te spreken;
Maer met vermaeck, En sonder laeck,
Verbloem' een yders saeck.
Noch
|
|