Mijn liefste lief
(1989)–Jean-Louis Pisuisse– Auteursrechtelijk beschermdBrieven van Jean-Louis Pisuisse aan Fie Carelsen
[pagina 97]
| |
September 1912-Augustus 1913
| |
Londen, 10 September 1912.the hotel metropole and the whitehall rooms.
Mijn eigen, allerliefste Schat. 't Is zeer wel mogelijk, dat ik vanavond tegelijk met dezen brief oversteek, maar 't kan ook wezen, dat ik nog 'n dag aan mijn verblijf hier moet vastknoopen. De onderhandelingen vorderen namelijk niet best, want 't is hier wat je noemt 'n poover ondernemingkje. Ze hebben 'n heel aardige, knap-gedecoreerde kelderGa naar eind1 en krijgen, naar ik hoor, 't allerbeste publiek uit Londen, maar zijn vreeselijk beperkt in hun inkomsten, omdat het alles in den vorm van 'n Club moet gebeuren en ze geen gewoon publiek kunnen toelaten. Toch geloof ik, dat Max en ik hier 'n poosje - veertien dagen of zoo - moeten werken, maar dan in 't begin van 't seizoen, dus van 15 October tot 1 November. In dien zin zal ik ook aan Van Gelder adviseeren. Mijn overtocht naar hier was tamelijk kalm maar desnietemin ben ik beroerd geweest. Of dit nu werkelijk zeeziekte was of wat anders (ik had met Van Gelder op Scheveningen nogal zwaar gedineerd en o.a. kreeft gegeten.... Essst.... knor maar niet zoo... ik zal 't nooit meer doen!) weet ik niet. 't Kan ook wel koorts zijn geweest, want ik heb weer uitslag aan mijn lip gekregen en voelde me ook overigens gisteren zoo weinig lekker, dat ik me maar fiks onder de aspirine heb gezet. Nu voel ik me wel wat beter, maar toch nog niet je dàt: vooral veel pijn in de rechterzijde van m'n borst; 'n beetje koû denk ik. En hoe is 't nu met mijn kleine, zieke Vrouw. Doet de keel nog zoo'n pijn en ben je | |
[pagina 98]
| |
nog altijd ‘Maliaatjes’?Ga naar eind2 Ik zal nu dadelijk 'n telegram aan je sturen met het verzoek om mij te vertellen hoe je 't maakt. Dan ben ik daaromtrent tenminste niet langer in onzekerheid. Gisteravond was ik nog even in het Palace,Ga naar eind3 't beste variété van Londen, waar 't stom vervelend was, zoo op m'n eentje, want de oude vrienden zijn nog haast allemaal uit de stad. O.a. zag ik er onze vriendin Mika Mikern weer, die nog altijd dezelfde poppetjes tekent, alleen met nu 'n paar minister-karikatuurtjes erbij. Ze had tamelijk veel succes.... Die Mevrouw StrindbergGa naar eind4 is 'n type; ziet er wel naar uit of ze vroeger dapper haar partij heeft meegeblazen. Over Blondel is ze niet best te spreken. Als die twee ooit samengewerkt hebben, kan 't 'n best span zijn geweest. Zij vroeg mij notabene zoomaar, alsof 't iets heel natuurlijks was, of ik misschien met Blokzijl ‘getrouwd’ was....! Toen heb ik ze natuurlijk verteld, dat ik 'n lieve, zwarte Vrouw thuis had, die waarachtig wel zorgt dat ik niet naar andere vrouwen, laat staan (laat stààn!?!) naar andere mannen kijk. Ik heb ze ook gezegd, dat je zoo graag mee zou werken, waarop ze vroeg, of je je misschien niet eens voor 'n dag of drie zou kunnen vrijmaken? Dat zal wel niet meer lukken hè? En nu laat ik 't hierbij, m'n Schat, want het schrijven met 'n Engelsche pen op dit vervloekte gladde papier, waar je geen houvast aan hebt is mij 'n gruwel. Heel gauw kom ik weer bij je om je lieve teere lijfje in mijn armen te nemen. Nog maar 'n dagje of zoo geduld. Dag, m'n eigen lieveling. In gedachten honderd zoenen van
je Mannie
Een brief gedateerd: 12 september 1912 en gericht aan Jean Louis Pisuisse. Hij woont nu op hetzelfde adres als Fie Carelsen. Zij hebben samen grotere kamers gehuurd in Pension Das Leidsche kade 95. Ook voor de buitenwereld is Fie de vrouw van Jean Louis, zoals blijkt uit de volgende brief van Willem Royaards. | |
[12 september 1912]n.v. ‘Het tooneel’ Dir. Willem Royaards Kantoor: Pieter Pauwstraat 1.
Zeer geachte heer Pisuisse,
In beleefd antwoord op uw schrijven naar aanleiding van de keelongesteldheid van uw vrouw, haast ik mij U te berichten, dat uw vrouw zich geenszins ongerust hoeft te maken. Ik ben van haar ijver en goeden wil ten volle overtuigd. Het snelle leeren en opnemen van de zoo moeilijke rol van Rosalie in ‘De violiers’Ga naar eind5, heeft mij daarvan nieuw bewijs gegeven. Ik vind 't akelig voor haar dat zij nu bij den aanvang van het nieuwe seizoen weer verplicht wordt, het bed te houden. Ik verwonderde mij er echter niet over, toen ik hoorde dat zij ongesteld was, want ik vond, toen ik haar na de vacantie terugzag, dat zij er zeer slecht uitzag. Zij moet naar mijn idee beslist aan gewicht toenemen. Ik weet het bij ervaring met mijn eigen vrouw, hoezeer een te laag gewicht het zenuwgestel ondermijnt. Ik onthoud mij meestal van raadgeven, waar het doktersaangelegenheden geldt, maar ik zou U in dit geval toch willen aanbevelen, uw vrouw eens geregeld staal te laten gebruiken. Dat het zenuwgestel van uw vrouw niet heel sterk is, bleek mij herhaaldelijk. Bij het minste huilt zij. Ook is veel van haar onrust op de planken hieraan toe te schrijven. Het rolletje in het stuk, dat wij gisteravond | |
[pagina 99]
| |
lazen, is van niet veel importance. Er zullen, zooals dit bij ons na de lezing nog al eens voorkomt, toch nog enkele veranderingen in de rolverdeeling worden gemaakt en de rol die uw vrouw zal spelen, laat ik haar wel toegaan [toekomen]. Zij moet zich evenwel niet zenuwachtig maken en daardoor haar algeheel herstel tegenwerken. Als zij nog 8 dagen noodig heeft om geheel op streek te komen, laat zij die dan nemen. Zij is alleen in acte II en het stuk zal eerst 25 dezer gaan. Ik geloof beslist in het talent van uw vrouw en zoodra er maar een rol komt, die ik voor hare gegevens geschikt acht, zal ik er mij een genoegen uit maken die met haar in te studeeren. Maar het ligt in de ietwat van den norm afwijkende persoonlijkheid van uw vrouw, dat voor haar de geschikte rollen moeilijker te vinden zijn dan bv. voor een juffr. Holtrop. Dit is nu een bron van kleine teleurstellingen voor uw vrouw, doch zal misschien later, bij ontwikkeling van hare gegevens, juist een voorrecht blijken, waartegenover deze kleine teleurstellingen geheel wegvallen. Met beleefden groet voor uw vrouw, en mijne beste wenschen voor haar herstel, hoogachtend en vriendschappelijk
de uwe Royaards. | |
Londen, 15 October 1912.Mijn allerliefste Fiepsekind,
Allereerst mijn adres: ‘Vernon House’, 40 Shaftesbury Avenue. Londen W.,
Hier zit ik nu veilig en wel in 't hartje van de groote stad, en de mist en 't lawaai komen samen m'n venster binnen. - We zijn heel rustig overgekomen en ik heb lekker geslapen. Verder heb ik vandaag natuurlijk allereerst Mrs. Strindberg opgezocht en de heele boel in de grootst-mogelijke wanorde gevonden. Dat schijnt nu eenmaal tot de onvermijdelijkheden te hooren bij de opening van 'n Cabaret. 't Is hier, net zooals ik wel dacht, 'n allerwonderlijkst zoodje: grootendeels amateursbeweging; maar dat is natuurlijk wel leuk om eens mee te maken, en met 't geld schijnt het in orde te wezen en dat is hoofdzaak. Stel je voor, dat Max en ik allereerst beiden moeten helpen in een tooneelstukje; Hij heeft een kleine liefhebbers-rol en ik die van 'n raisonneurGa naar eind6. Wij lachen ons natuurlijk 'n aap. - 't Had weinig gescheeld, of Mrs. Strindberg had den jongen Von Schmidt auf Altenstadt òòk nog voor 'n rol in de wacht gesleept. Maar, met dat al komt a.s. Zondag bij de opening toch ook Pablo Casals als gast, terwijl ook Lou Tellegen van het Theatre Sarah BernardGa naar eind7 zijn medewerking heeft toegezegd. Met dit jonge mensch hebben we vanmiddag geluncht. Het is, notabene, 'n Hollander, uit den Bosch. Bij van Eysden heeft-ie ‘Oswald’ gespeeld in ‘Spoken’Ga naar eind8. Informeer eens naar hem; in Nederland zal 't wel niks geweest zijn. Dat heb ik méér zoo zien gebeuren. Vanavond om halfzeven m'n eerste repetitie. Ik ben er dol benieuwd naar. Stel je voor, dat ik in den Haag bijna m'n laatsten trein gemist heb. Ik rekende erop dat er op 't Sweelickplein taxi's zouden staan, doch dat bleek alleen maar 's Zomers te zijn en toen heb ik lijn 10. moeten nemen en hardloopen van de Groenmarkt naar 't Centraal-Station. Gelukkig, dat ik Zondag zoo'n goeie training had gehad. Nu ben ik echter flink stijf in de beenen... En m'n Vrouwtje niet bij me om me te wrijven! Hoe is 't Maandag in Nijmegen geweest, schat? Stuur je me je critieken over? En zal je ook nog een denken aan de brug bij Schiedam! Toen ik er weer overheen reed, heb | |
[pagina 100]
| |
ik 'n heel wonderlijk gevoel gehad in m'n ‘Mannetje’. 't Klaagde erg, dat ik zoover van z'n Vrouwtje wegging en nu wil het heel erg terug. Maar 'n paar weekjes moet-ie nu maar eens geduld hebben. Dat is voor m'n Vrouwke ook veel beter. ‘Fietje’ ik vraag je op je eerewoord of je goed gegeten hebt en of je je melk en je pastilles niet hebt vergeten, hoor, als ik terugkom. Nèt je moeder, hè? Ik zag SjijntjeGa naar eind9 nog even bij den trein, maar ik was zoo buiten-adem, dat ik haar haast niet kon goeiendag zeggen. Vertel haar dat maar eens en doe haar m'n groeten. Schatteke, ik ga nu even 'n beetje rusten. Je twee portretten kijken in m'n kamer die overigens vrij somber is. Maar als ik jouw lieve snuitwerk zie, dan wordt het al veel lichter om me heen. Heerlijk, hè, om zooveel van elkaar te hoûen. Zal je me heel gauw schrijven, m'n Lief. Ik zoen je heel lang en heel zacht en heel warm op je heerlijke mond en op je Oogen en op je kleine zwarte driehoekje vanonder. Dag, mijn Eigenste.
Je Mannie. | |
17 October. 1912.tien keer ‘weer’ gebruikt. stijl van Louis Pisuisse. Och arme! dutch club. 31, Sackville Street, Piccadilly, W.
Mijn eigen, allergrootste Schat!
Je hebt me weer zoo heerlijk getroost en geholpen met je allerliefsten brief, dien ik vanmorgen ontving juist toen ik me weer allerberoerdst down en ellendig voelde. Je moet weten, dat ik waarschijnlijk op m'n maag en in m'n hoofd tegelijk koû gevat heb, of misschien komt (zooals wel meer in 'n vreemd klimaat gebeurt) m'n malaria me weer hinderen, maar in elk geval, ik had een vreeselijken nacht achter de rug, slapeloos en voortdurend misselijk, doorgebracht. Bovendien zat ik weer midden in de zorg, hoe het met dat Cabaret moet gaan, waar de half-waanzinnige DirectriceGa naar eind10 alles hopeloos in de war laat loopen en naar goeden raad niet luisteren wil. En toen, midden in al die misère, kwam jouw prettige, opgewekte en opwekkende brief, waarin ik zoo heelemaal mijn eigen vroolijke, zorgzame, liefdevolle Vrouwtje terugvond. Ja, mijn groote Lieveling, ik ben ook gelukkig, hoor, gelukkig door jou. En ik vind het ook heerlijk en vertrouwd, dat jij daar nu in ‘ons huisje’ regeert en den boel verzorgt. Maar nu moet ik m'n zaakwaarneemster ook ernstige instructies geven en doe dit aan de hand van je brief. Eerstens: Chrispijn kan ‘Bains Mixter’Ga naar eind11 krijgen, vraag hem maar, wat hij betalen wil. Eén exemplaar ervan heb ik hier. Ik moet het ook in 't Engelsch vertalen. - Het ‘Leven’Ga naar eind12 wil ik heel graag elke week ontvangen en op de Maandagcourant heb ik inderdaad weer 'n abonnement genomen. De brieven stuur je maar telkens tegelijk met die van jou in één enveloppe op, dan kost het hoogstens dubbel port. Dank voor het excerpt van den brief van VosGa naar eind13. Deze zaak moet verder maar blijven rusten. De ‘Thee’Ga naar eind14 en de boekjes moeten naar Van Gelder, met de boodschap dat ik er 'n stuk of drie van hier heb. - Wat 'n stommert ben ik, hè, om mijn vesten te vergeten. Heb je mijn telegram ontvangen en eraan voldaan? Ja, natuurlijk! Stuur me ook nog eens zoo'n tubetje ‘Docteur’ over, voor de verkoudheid in m'n kop, wil je. - Wat heerlijk voor je, dat je zooveel succes hebt gehad!Ga naar eind15 't Was wèlverdiend, hoor. - Als je in den Haag speelt, stuur dan m'n Moeder en HansGa naar eind16 eens 'n entreetje. (2e-Schuytstraat 97). En ben je nu al wat uitgerust, schatteke, of heb je nog altijd niet weer rustig geslapen? Mannie moet maar gauw weer bij je terugkomen, ja, dan zal je wel weer rustiger worden. Ik constateer voor mezelf weer met vreugde, dat alle vrouwen me weer | |
[pagina 101]
| |
lekker-onverschillig zijn. Ik ben nu alleen van mijn eigen Fiepsevrouw het ‘eigendommetje.’ Schattie, deze brief moet weg. Dag, heerlijkheid-van-me! 'n Lange, lange, prettige zoen van je
Man.
AnnieGa naar eind17 heeft 'n hond gekocht!!! Noodzakelijke, huishoudelijke uitgave! | |
21-10-1912.Dutch Club, 31, Sackville street, Piccadilly, W.
Mijn eigen, allerliefste booze Fiepsevrouws!
Eigenlijk had ik je al twee dagen geleden, in antwoord op jouw laatsten brief die in het pak zat, heel treurig willen antwoorden, maar ik dacht: laat ik maar liever 'n dagje wachten, dan ben ik over m'n verdriet wel weer heen. Nu is 't Zondagmiddag. Max en Von Schmidt zijn naar 'n concert en ik zit moederziel alleen op de Club en schrijf je met potlood, omdat hier de pennen zoo beroerd zijn. Toen ik je brief zag, heb ik eerst al die andere gelezen en toen ben ik naar bed gegaan, met jouw portret naast me (zooals ik altijd doe!) èn je brief. Prettig dacht ik, nu komt na al de ellende en zorg van vandaag mijn Fieps me troosten.... Maar 't kwam anders uit. Want Fieps was boos en maakte - onverdiende - standjes. Onverdiend. Want, allereerst, dat briefje van dat Haagsche kind, daar had ik jelui notabene van verteld, dien middag toen we met Van Gelder in de Princess Rooms aten. Ik zei toen nog, dat 't blijkbaar 'n heel jong ding was, want ze had ‘huisarrest’. Ik had haar alleen, in antwoord op haar briefje, geschreven - namens Max en mij - dat ze gerust 's avonds onze handtekeningen mocht komen vragen, omdat er dat zoovéél deden. Haar brief begint dan ook, zooals je kunt gelezen hebben, met ‘Geachte Heeren Pisuisse en Blokzijl’. Er is dus geen kwestie van 'n apartje of van 'n flirtation per brief. Voor jou dus allerminst reden om zulke enormiteiten te schrijven van ‘twijfelen aan mijn verzekering van liefde’ en dergelijke. Wat die Indische beerGa naar eind18 van me betreft, dat is toch waarachtig voor jou geen nieuws. Daarvan heb ik je al, ik weet niet hoe vaak verteld. Dat Max er van Huges een brief over gekregen had, heeft hij mijzelf pas verteld in den trein van den Haag naar Rotterdam, geloof ik, in elk geval was 't zulk oud nieuws, dat ik er ternauwernood notitie van nam. Ik weet waarachtig ook wel, dat ik nog lang niet door die groote ouwe schulden van Huges en Huidekoper heen ben, maar ik weet ook, dat Huges althans die op 't oogenblik een ton per jaar verdient, het mij om dat geld niet lastig maken zal. Ik zal hem er nu eens over schrijven en hun aanbieden er rente voor te betalen; dat ik het voor jou zou stilhouden is absoluut nonsens. En nu kwamen al die kleine verdrietelijkheden uit jouw brief mij dubbel ellendig te pas, omdat ik zelf ziek was en vol zorg. Die zorg ga ik je nu uitvoerig meedeelen met verzoek dit gedeelte van mijn brief ook aan Van Gelder over te brengen. Anders moet ik tweemaal al die ‘soesah’ opschrijven en dat maakt me maar dubbel beroerd. Mevrouw Strindberg dan is niet veel beter dan krankzinnig te noemen, een absolute warhoofd, die van artistieke leiding noch van zakelijke directie eenig verstand blijkt te bezitten. Ze heeft een aantal menschen achter zich, die hun contributie betalen en bovendien bezit zij talrijke connecties met artisten, zoowel professioneele als goede amateurs. Het zag er dus naar uit, of zij een goed programma bij elkaar zou kunnen brengen, maar nu blijkt het dat ze met alle artisten èn met al haar leveranciers ruzie maakt, zoodat er | |
[pagina 102]
| |
Donderdag bijvoorbeeld nog geen pianist was, geen orkest, geen tafels en stoelen of ander meubilair en een treurig zoodje van derderangs caféchantantmenschen, die bovendien niet eens bleken te weten, wat zij er eigenlijk doen moesten, want Mevrouw Strindberg liet niemand in zijn répertoire, maar bedacht de meest dolzinnige combinaties, bestelde costuums en bestelde ze dan weer af, wou mij in twee uur een zeer litterair Fransch stuk van Mirbeau in 't Engelsch laten vertalen, ordonneerde allerlei décoraties en maakte allerlei plannen, doch bracht niets definitiefs tot stand. Max en ik vroegen ons al af, wat dat worden moest, doch Mrs. Strindberg beweerde maar: o, zondagavond zou alles in orde zijn. Zij vroeg ons ook heelemaal niet om ons werk eens te laten hooren, maar toen we nu Donderdagavond eindelijk de vleugel zagen arriveeren besloten we even te repeteeren, omdat de Engelsche concerttoonGa naar eind19 iets hooger is dan de continentale. Bij die inofficieele repetitie waren o.a. Mrs. Strindberg tegenwoordig en een oude zangeres, madame Rienzi, de vrouw van een halfversleten chansonnier, die het vorig jaar in het Cabaret had gezongen en ook nu weer op 't programma stond. Vrijdagavond nu ontvang ik plotseling de mededeling per brief van die mevrouw Rienzi, dat Mrs Strindberg mij niet vóor haar publiek durfde stellen.... omdat mijn Fransch niet zuiver genoeg was! Reden waarom zij mij verzocht, mij als vrij van verbintenis te beschouwen. Dat dit een uitvlucht was om van ons af te komen, was natuurlijk duidelijk en zulks blijkt nu te meer, aangezien het thans uitkomt, dat er niets voor het cabaret klaar is, zoodat de opening van vanavond alweer is uitgesteld. Ze heeft nu waarschijnlijk van ons willen afkomen, omdat wij haar te dure kostgangers waren op deze manier, doch dat zal haar niet lukken, want een sollicitor (advokaat) die ik dadelijk op raad van den heer Grein ben gaan opzoeken, deelde mij mede, dat de opeenvolgende brieven en telegrammen welke tusschen Strindberg en mij gewisseld zijn absoluut een contract vaststellen voor de Engelsche wet; verder, dat het motief van mrs. Strindberg absoluut als een uitvlucht zal worden beschouwd, omdat er bovendien nergens in het ‘contract’ bovenbedoeld van proefzingen of van eventueele moeilijkheden betreffende het accent wordt gesproken en dat dus mrs. Strindberg, wanneer zij ons niet aan 't werk laat komen, schuldig staat aan contractbreuk en ons direct ons heele vastgestelde honorarium moet uitbetalen... In dien zin is haar dan ook door den advokaat een brief geschreven; het antwoord daarop hebben wij echter nog niet ontvangen. Ons persoonlijk heeft zij niet laten weten, dat de openingsvoorstelling is uitgesteld. Wij zullen ons dan nominaal, vanavond om negen uur aanmelden om ons werk te komen doen - Ik kom nu, waarschijnlijk, reeds Woensdag terug. Alleen wanneer Strindberg inderdaad het heele honorarium uitbetaald (£15. Sh15 heeft zij reeds voldaan) zou ik adviseeren hier nog 'n week te blijven, omdat ik nu hier voor andere verbindtenissen werken kan. - De heer D. Citroen heeft ons uitgenoodigd voor een concert op 6 november (op reclame voor ons gemaakt door de familie De JongGa naar eind20 in Antwerpen). Morgen ga ik met hun over de condities spreken. Grein meende ons reeds in de volgende week een engagement te kunnen bezorgen, doch hem spreek ik ook eerst morgen. - Zeg nu aan Van Gelder, Vrouwtje, dat ik graag zijn eventueele instructies zoo gauw mogelijk, dus liefst telegrafisch ontvang. Kan hij vóór 't eind van deze maand nog engagementen krijgen, laat hij die dan (na telegrafisch overleg) vooral afsluiten, want hier treden we nu toch waarschijnlijk in deze veertien dagen niet meer op. Je ziet uit dit alles alweer, Fietjelief, dat ik me alles behalve in de plezierigheid beweeg, en dat je heusch in je brieven wel wat opwekkendheid en troost mag sturen inplaats van standjes. Nu ben ik door al dat zakengeschrijf zóó uit de stemming geraakt, dat ik maar geen liefdesbetuigingen zal gaan neerkrabbelen (die je immers tòch niet gelooft!) want dat zou maar opschroeverij worden. Toch wil ik je nog wel even vertellen, of je 't gelooft of niet, dat ik van jou houd en van jou alleen, goddank. | |
[pagina 103]
| |
Dag, mijn liefste Schat. Verdienen doe je 't niet, maar toch krijg je in gedachten heel veel en heel slechte zoenen van
Je Mannie.
(wiens ‘lief karaktertje’, o nee, ‘mooi karaktertje’ nu wel in miscredietGa naar eind21 zal zijn geraakt!!) | |
24 October 1912.vernon mansions, 40, Shaftesbury Avenue, Piccadilly Circus, wa.
Mijn eigen allerliefste, GròòteGa naar eind22 Schat!
Dadelijk na de ontvangst van je ‘brief met verhaaltjes’ ga ik zitten om je te antwoorden. Max en de jonge Von Schmidt, die ik toch veel alleen uitstuur omdat ik Londen al zoo vervelend op m'n duimpje ken, zijn gaan lunchen. Daar doe ik niet aan; want de vervelendheden van de laatste dagen zijn me blijkbaar op m'n maag geslagen, en als ik wat eet komt het er ook weer net zoo uit.... Met permissie!... De zaak Strindberg is nu geheel in handen van de firma Steadman, Van Praagh en Gaylor, procureurs, die de onwillige dame zullen laten dagvaarden. De man, die het behandelt, een zekere meneer Winterton, heeft mij bij herhaling verzekerd, dat ik deze zaak absoluut winnen moet en datzelfde zei mij ook een theateragent, mr. Braff, dien ik vroeger in gezelschap van mrs. Strindberg heb ontmoet en dien ik vanmorgen even sprak. Deze laatste zei mij ook, dat hij Mrs. Strindberg zou adviseeren, mij maar dadelijk te betalen. Blijft zij echter onwillig, dan komt de zaak hier voor een Londensche rechtbank, maar dat zal dan nog wel 'n paar maanden duren, zei mijn advokaat. Hij krijgt echter de datum van behandeling dadelijk te weten, wanneer hij de aanklacht inbrengt, zoodat hij er dus met eventueele engagementen op rekenen kunnen... Wat engagementen hier betreft, de heer D. Citroen, die bestuurder is van het Automobiel-fabrikanten-Gilde, wilde onze medewerking voor den 6e November, doch ik heb hem gezegd, dat dit onmogelijk is. Door zijn bemiddeling staan wij nu vanavond op het programma van een Weldadigheidsfeest van ditzelfde Gilde, een optreden wat ons wel weinig of geen geld zal inbrengen, maar een goede introductie kan zijn. Morgen zijn wij eveneens bij den heer Citroen aan huis en zullen dan kennis maken met en ook waarschijnlijk wel zingen voor den hoofdaandeelhouder van het ‘Palace’Ga naar eind23 hier. Zaterdagavond treden wij nog - ook al alleen maar vanwege de introductie - in de Hollandsche Club op en komen dan denkelijk van Zondag op Maandag naar Holland terug, want ons geld is op en we kunnen 't hier niet langer uitzingen, tenzij we van een van de menschen, voor wie we nu nog zingen moeten, 'n onverwacht fortuintje hebben. Dat geldgebrek is ook al de reden, dat ik maar doorgaans thuis zit, tenzij ik, zooals bijv. gisteren wordt uitgevraagd door mevrouw Biberle en haar zuster, je weet wel, die kennissen van me uit den Haag, twee mooie, levenslustige vrouwen, echte Boheemsetypen met wie je ook eens kennis moet maken. Maak je maar niet ‘gejogen’Ga naar eind24 hoor! 't Zijn wel wat je noemt ‘lustige vrouwtjes’, maar niet gevaarlijk. Een is er getrouwd (enfin, dat bewijst niet veel zal je zeggen) en een verloofd en haar aanstaande, een zeeofficier Canters, is ook een kennis van me. Die is ook hier over geweest, met verlof, maar nu weer terug. Het verloofde zusje gaat hier in Londen in een journalistieke betrekking; zooals ik zei, 'n pracht van 'n gezichtje, maar jammerlijk mank. Onlangs hebben Max en Von Schmidt met mij en die twee dames in 'n heel ouderwetsch restaurant geluncht en vervolgens hier op m'n kamer gezeten. Toen schijnt den ‘Jonker’Ga naar eind25 zich nogal in z'n vingers gesneden te hebben: tenminste, de dames beklaagden er zich later bij mij over, dat 't zoo 'n brutaal heertje was. Of dat mijn opleiding | |
[pagina 104]
| |
was, vroegen ze.... Och arme, die jongen is nog zoo vreeselijk jong en nog zoo hitsig als 'n jong veulen. Gisteravond kwam ie met 'n kop-als-'n-boei uit het Palace Theatre, waar-ie Gaby Deslys had gezien, die zich ‘zoo maar uitkleedde.’ - Heere, Heere, wat voel ik me oud naast zoo'n jog.. Ik heb hem dan ook vaderlijk den raad gegeven, om zich hier in Londen, tenminste niet terwijl hij met ons is, aan de vrouwen te buiten te gaan. 'k Wou niet graag, dat hij met een of ander onaangenaam souveniertje weer bij z'n moeder thuis kwam.... Met heel veel plezier zie ik, dat je nog altijd met ‘de Vrouw’Ga naar eind26 op reis bent. Leuk, dat het blijkbaar nog zoo'n succes heeft. Kom je er ook nog mee naar den Haag? Van Louis Bouwmeester z'n optreden hier met ‘De Greep’Ga naar eind27 lees je niet erg veel. 't Is maar 'n tweederangs theater en zijn medespelers schijnen héél slecht te wezen. Max en Von Schmidt hebben hem gezien en beklaagden hem, dat hij in zóó'n theater en in zoo'n programma moest spelen. Maar och, Sarah Bernhardt en Beerbohm Tree spelen hier ook wel in café-chantant-programma's - De Engelschman wil het nu eenmaal niet anders. Ik heb dezer dagen ‘la grande Sarah’ gezien in een Koningin Elisabeth stukGa naar eind28. Och, wat is dat goeie mensch haar stem oud geworden. Maar er zit toch altijd nog 'n ongelooflijk mooi ‘timbre’ in. Ja, schattie, den 1e November kom ik vast terug, hoor. Want 't duurt ook mij alweer véél te lang. Gefeliciteerd met je kacheloverwinning op de Dassen!Ga naar eind29 Wat zullen we 't weer lekker warm stoken, hè! 'n Andere bureaustoel wil ik niet, hoor, Vrouwtje, want die, waar ik nu in zit is nog 'n erfstuk van 'n OomGa naar eind30, waarvoor ik zeer groot respect heb gehad en die in dienzelfden stoel zijn reputatie als een van de meestbekenden journalisten in Nederland bij elkaar heeft geschreven. Als je hem te versleten vindt (de stoel, bedoel ik; niet m'n Oom want die brave is dood) dan moet je hem maar eens laten overtrekken. Kleine Schat van me - ik ben niet consequent, want in den aanhef heb ik je groote schat genoemd - kleine Schat, ik moet met de ‘jongens’ naar het Parlement en kan dus niet langer schrijven. Je man, je eigen en alleenig-eigen man, verlangt vreeselijk naar zijn heerlijke Snoes, met d'r lieve, troostvolle oogen, die ik nu alleen maar op papier voor me zie. Dag mijn heerlijke Schat, mijn eigen liefste liefste Fiepsekind. Heel gauw lig je weer heel kleintjes, lekker warmpjes in de armen van
Je Man.
p.s. CobaGa naar eind31 schijnt voor artistieke doeleindenGa naar eind32 mijn naam nog te gebruiken. Ik zal haar dit natuurlijk verbieden. Er is maar éen mevrouw Pissuisse op de wereld. Dat ben jij. Dag schat! | |
Algemeen Handelsblad, 28-10-1912.Pisuisse en Blokzijl.
Onze Londensche berichtgever schrijft d.d. 27 dezer: Onze bekende Hollandsche vertolkers van het levenslied hebben gisteravond een aantal leden der ‘Nederlandsche Vereeniging’ zéér aan zich verplicht door hun optreden in de lokalen der vereeniging in Sackville Street. Daar waren een groot aantal leden bijeengekomen met het nagenoeg volledige club-bestuur, waarbij men weder met genoegen opmerkte den voorzitter, den heer F.C. Stoop, die een paar weken wegens ongesteldheid zijn kamers had moeten houden en die nu Pisuisse en Blokzijl hartelijk welkom heette en hun namens de leden dank bracht, dat zij de vriendelijkheid hadden tijdens hun verblijf in deze stad | |
[pagina 105]
| |
hun landgenooten dezen kunstavond aan te bieden. Ik behoef natuurlijk over de prestatie onzer vrienden niets meer te zeggen, men kent die ten uwent nu volkomen. Genoeg, dat zij, schier onvermoeid, de aanwezigen een paar uur lang bezighielden met liederen in vreemde talen en vele in onze moedertaal, dan weder treffend door hun eenvoud, dan opwekkend tot gullen lach. Nog een en ander over hun verblijf te Londen zal vermoedelijk hun vele vrienden in het vaderland belang inboezemen. Zij kwamen hier enkele dagen geleden met het doel om volgens een contract met de onderneemster der ‘Cabaret Club’ gedurende veertien dagen daar op te treden. Nadat zij reeds eenige malen ook met andere artisten, gerepeteerd hadden, deelde opeens de directrice aan hen en anderen met wie zij gecontracteerd had, mede dat hun prestaties toch eigenlijk niet naar haar zin waren, en dat zij dus maar verder niet moeten komen. Natuurlijk dat onze landgenooten een dergelijke zonderlinge wijze van doen maar niet als iets-van-zelf-sprekends aannamen en krachtens hun contract hun belangen hebben gelegd in handen van een solicitor hier ter stede. Ondertusschen keeren zij nu spoedig naar het vaderland terug dan zij gedacht hadden en zullen zij thans eerst nog eenige malen daar optreden, om daarna naar Duitschland en België te gaan. Hun tweede Roemeensche reis wordt vermoedelijk door den toestand in den Balkan eenigen tijd uitgesteld. Pisuisse en Blokzijl zaten hier toch niet stil en hadden hier eenige engagementen, die hen zeer welkom waren. Zij traden op bij een paar families aan huis en op een weldadigheidsfeest der ‘Automobiel- en Motor Industrie’, terwijl zij hedenmiddag geëngageerd zijn op een grooten ‘at home’, die o.a. vereerd zal worden met de tegenwoordigheid van den Maharadja van Jaluwar, een der te Londen bekende machtige en rijke Indische potentaten. Vermoedelijk zullen zij ook nog, alvorens weder de Noordzee over te gaan, optreden voor de leden der ‘Lyceum Club’, de bekende Londensche damesclub in Piccadilly. | |
Algemeen Handelsblad, 30-10-1912.pisuisse en blokzijl.
Het bericht in ons Avondblad van Maandag jl. over het optreden van Pisuisse en Blokzijl in de Londensche ‘Cabaret Theatre Club’ eischt eenige aanvulling, aangezien uit de mededeeling van onzen Londenschen berichtgever zou kunnen opgemaakt worden, dat de directrice van deze club, mevr. Strindberg, weigerde onze landgenooten in haar Cabaret te laten optreden omdat de prestaties van hen beiden en van andere artiesten ‘niet naar haar zin’ waren. Pisuisse en Blokzijl waren, naar zij ons mededeelen, door mevr. Strindberg uitgenoodigd om van 15 tot 30 October haar Cabaret te komen openen in samenwerking met andere buitenlandsche artisten. Bij aankomst in Londen bleek hun echter, dat noch het Cabaret zelf, noch het programma ook maar in de verste verte gereed was en op verzoek van de directie trachtten zij met de beschikbare krachten althans mogelijk te maken dat de openingsvoorstelling den 20en October zou kunnen plaats hebben. Toen echter bleek, dat op den openingsdag zelfs geen zitplaatsen aanwezig zouden zijn en bovendien mevr. Strindberg ziek werd, zag zij de noodzakelijkheid in de zaal voor onbepaalde tijd te sluiten. En om nu van de verschillende artisten, die zij dus voor niets zou moeten uitbetalen, af te komen, zocht zij als voorwendsel, | |
[pagina 106]
| |
dat hun prestaties voor het Cabaret niet geschikt waren en dat zij hun diensten niet meer noodig had. Natuurlijk zijn onze landgenooten tegen een dergelijken willekeur bij den rechter in verzet gekomen. Het Cabaret intusschen is niet geopend en het ziet er bij een dergelijke leiding ook niet naar uit dat dit voorloopig geschieden zal. | |
Helmond, 31 October 1912.Hôtel kuster-rademaker Helmond J. Rademaker centrum der stad. 35 ruime kamers en salons. uitpakkamers auto-garage. table d'hôte. Commissionairs aan alle Treinen Aan het lieve, kleine Kindje, genaamd Fietje,
Mijn eigen, allerliefste Schatje,
'k Moet eerlijk bekennen, dat ik niet van plan was, nog te schrijven, want het leventje van deze laatste dagen is al vermoeiend genoeg.... Maar nu ik Max zoo gehoorzaam zie pennen (èn omdat ik toch nog even op mijn avond-broodje-met-vleesch moet wachten) wil ik toch nog even mijn ‘eigendommetje’ goeiennacht wenschen. - Dank je wel voor de das, hoor, snuit, en vooral ook voor de ‘palstierige poenzen.’Ga naar eind33 Die deden me echt goed, want och, ik was zoo koud uit Rotterdam aangekomen, tegelijk met Max, die ik in Boxtel oppikte. In Rotterdam zocht ik even m'n jongste zus op, MienGa naar eind34, die zei dat ze zoo graag eens kennis met je woû maken. Ik heb haar nu gezegd, den 13en naar den Schouwburg te gaan, dan gaan we daarna nog samen ergens zitten. - Goed? - De ‘premiere’ in Dordt was tamelijk ‘belaashaard.’ Vele nieuwe-répertoire-stukken (vooral de Engelsche en de Hollandsche) zullen aan de vergetelheid worden prijsgegeven. Daarvoor in de plaats zullen we nu in Antwerpen nog wat nieuwe liedjes studeeren, die we, hoop ik in Utrecht nog zullen kunnen brengen. Liefste Schat, daar komt m'n broodje en bovendien is je arme BennetjeGa naar eind35 - ik meen, Swiepje - ‘dood van den maf.’ Nacht mijn eigen, zwarte Liefste. Nacht mijn heerlijke Fiepsevrouw. Ik zoen je met heerlijke, lange, warme zoenen op je stouten, hartstochtelijken mond. Gauw kom ik weer bij je om het ‘plekje’ te laten bijwerken en andere dingen (dingetjes) te doen. Nacht, mijn eigen, groote Schat.
Je Mannie. | |
Maestricht, 18 November 1912.grand hotel du levrier et de l'aigle noir Maestricht (Hollande).
Mijn allerliefste Schattekind,
Straks ga ik je opbellen, wanneer het wat later in den morgen is, want nu wil ik je eerst van de vermoeienissen van den Haag en Rotterdam laten uitslapen.... Hoe was 't er? Veel succes gehad? Ja, antwoord hierop krijg ik tòch niet per brief, want Woensdagochtend om twaalf uur ben ik alweer terug. | |
[pagina 107]
| |
Op 't ogenblik is het tien uur. Ik ben om half negen opgestaan - !!! - en heb 'n bad genomen. Toen ben ik lekker gaan ontbijten en nu ga ik werken. Maar eerst kom ik in gedachten en op 't papier mijn Fiepsje goedenmorgen zeggen. Ik zie je slaperige toet al vóór me, en hoor je al klagen dat er niemand notitie van je neemt en je voor ‘oud vuil’ in 'n hoekje ligt. Kom maar hier, hoor pop, kom jij maar lekker 'n beetje tegen je Man aanliggen.... zoo.... maar hou alsjeblieft je stoute handjes thuis. Die hebben daar beneden niets te maken. Stel je voor: Max, die gisteravond zoo dik deed over z'n vroeg opstaan, en beweerde dat ik er niet vóór tienen uit zou zijn, ligt nog rustig op één oor. Waarschijnlijk zal-ie straks aan Annie schrijven, dat-ie er om zes uur al uit was! We maakten gisteravond 'n mooie recette van ruim 300 popGa naar eind36, maar daar moesten maar eventjes f 141,- onkosten af. Ze betalen hier zelf lage entreetjes (hoogstens f 1,-) en laten je kosten betalen tot je blauw ziet. Bij Anna Wensma moesten er maar eventjes f 80,- bij. We hadden 'n uitstekend, zeer critisch maar ook zeer dankbaar publiek en 'n groot succes. - Verbeeld je, de ‘Limburger Koerier’ weigert onze advertenties op te nemen. Daar zitten natuurlijk die verdoemde ‘Zaaddrogers’ weer achter, die elke poging tot verlichting van de massa, tot verruiming van het intellect en verdieping van het sentiment met hand en tand weren. Maar straks ga ik naar de redactie toe om te vragen, wàt er tegen ons programma in te brengen is, dat we juist met het oog op de paperijGa naar eind37 zoo zedig en redelijk mogelijk maken. Gelukkig zal die clericale actieGa naar eind38 ons hier in 't tamelijk-vrijzinnige Maastricht niet zooveel kwaad doen - integendeel: de lui gaan hier nog al eens tegen de priesters in - maar voor de provincie zelf (Roermond, Venlo en dergelijke) is 't altijd gevaarlijk. Hè, ik zou er wat om geven, om in Amsterdam mijn eigen Cabaret te hebben en dan op die vervloekte huichelende papen los te donderen.... Maar, helaas, de duiten mankeeren. -Ga naar eind39 Gelukkig heb ik 'n spaarzame, economisch-aangelegde Vrouw, die me langzaam maar zeker millionair maakt. Dag, mijn eigen heerlijke Schat! Ik ga nu 'n beetje aan mijn ‘boek’Ga naar eind40 werken. Maar ik kon den dag niet beginnen, zonder even met mijn eigen Allerliefste 'n praatje te maken. 't Is hier in 't Hotel koud en vochtig en kil. Daarom zit ik beneden te schrijven en heb dus niet je portret vóór me. Maar in gedachten zie ik je mooie, trouwe, bruine oogen en je lieve, stoute mond, waarop ik warme zoenen-van-liefde geef. Dag, mijn Engel.
Je trouwe Mannie! | |
Donderdagavond
| |
[pagina 108]
| |
thuis heb ik mijn lust tot 'n bittertje bedwongen en ben rustig beneden gaan eten.Ga naar eind45 Daar was 't vol en druk van Amerikanen en Das was met z'n Engelsch in zijn element. Later ging ik 'n partijtje biljarten en nu ga ik gauw naar bed. Hoe heb jij 't gehad, je eersten dag in de turfschip-stad?Ga naar eind46 Zaterdag kom ik zoo vroeg mogelijk aan, zoodat ik 's morgens nog even poolshoogte kan nemen in de tooneelzaal. Schrijf me morgen per ommegaand instructies betreffende het watergeven aan de bloemen. Als voorzorg geef ik ze maar allemaal 'n beetje. Nacht mijn eigen lieve snoes. Vele groeten aan CoGa naar eind47 en voor je zelf veel - prettige zachte poensjes op je ‘goeie’ oogen en op 't plekje waar ik altijd ‘Heisuup-'n-guttenbrij’ dans. Scheerzoen krijg je niet want ik loop - van boven! - met 'n prikkert. Dag dikkert!
Swiepje. | |
St. Moritz :: Engadine 13 Februari 1913.Hotel Engadiner Kulm Established 1854 :: Renovated 1911 the new kulm hotel Opened 1912
Mijn liefste, schatteke van me,
Eigenlijk verwen ik je heel erg, door nu al dadelijk aan een brief te beginnen, maar, enfin... 't Is nu eenmaal de eerste dag, zullen we maar zeggen. Mijn eigenste snoeske, wat spijt 't me, dat je niet bij me bent - Dat heb ik den heelen dag gedacht - Want 't is hier zoo verrukkelijk mooi, zoo ongelooflijk prachtig en gezond, dat ik 't heerlijk zou vinden, als je ook mee kond genieten. We zullen maar zeggen: 't volgende jaar, hè? Als 't hier tenminste met de reactie 'n beetje verder wil. Hier in St. Moritz ziet het er wel naar uit = 'n prachtig rijk (maar dom) publiek, nu voor 'n groot gedeelte verzameld bij 'n goochelaar. Mag 't 'n beetje lukken, dan maken wij hier ook vele zalen, want er zijn hier 'n macht van menschen. Zie je nou wel, dat ik geen bieven schrijven kan. Ik krabbel hier, geloof ik 'n stijltje neer van 'n burgerschooljongen 1e klas. Enfin, jij hebt 't zoo gewild. En Uw bil is mij een bed!Ga naar eind48 In Montreux zijn we in elk geval al goed geïntroduceerd, want we troffen toevallig Van Limburg Stirum (die daar woont!) in den trein. Van trein gesproken... ik heb geen oog dicht gedaan vannacht: lag vlak boven de wielen en dacht elk oogenblik, dat de wagon ‘eruit’ zou vliegen. Toch goed aangekomen. Onkruid enz...Ga naar eind49 Nu ga ik gauw mijn schade in halen. Fietje staat al boven op 't nachtkastje en kijkt recht in m'n bed - Daar ga ik nu gauw op liggen (op m'n bed namelijk!!), 'n beetje rustiger dan den vorigen nacht, naar ik hoop. Als je nu morgen uit Zwolle komt, vind je dit eerste krabbeltje. 't Is niet veel, maar uit 'n goed hart moet je maar denken. 't Hart van je Swiepje, 'n heel raar hartje, vreemd van vorm en - vroeger - ruim van inhoud. Maar nu heelemaal geoccupeerd door z'n Fietje. Nacht mijn eigenste groote schat. Ik zoen je portret en denk daarbij aan jezelf. Nacht heerlijkheid-van-me.
Altijd jou Mannie, hoor. Nacht. | |
[pagina 109]
| |
Löhne 13-12-1912.Liefste Fieps. Op 't zelfde plaatsje waar wij eens samen hebben staan lachen om ‘Helpup’, ‘Ubbedissen’, ‘Weetzen’ en andere rariteiten denk ik aan je en zend je 'n groet en zoen. Dag! Swiep. | |
(begin Febr. 1913.)Hotel Engadiner Kulm Established 1854 :: Renovated 1911 The New Kulm Hotel Opened 1912 St. Moritz :: Engadine
Mijn eigen, allerliefste Schat,
Tot nu toe gaat alles - passez-moi le mot! -Ga naar eind50 belaashaard! De hoteliers hier, die er natuurlijk niets dan soesah en in elk geval niet veel voordeel van hebben, lusten onze concerten niet en wenschen ons meer of minder minzaam, meer of minder uit de hoogte, al of niet met 'n buiging naar de hel. - Al onze persoonlijke connecties hier hebben we aan 't werk gezet.... Resultaat tot nog toe... Ah (zou Fietje zeggen). Ten einde raad en om niet voor kwajongen - in casu bedelende artist - te staan zullen we waarschijnlijk Zaterdagavond nu hier 'n avond gewoonweg aanbieden. Dat is in elk geval reclame en misschien vangen we met het spierinkje een kabeljouwtje!Ga naar eind51 Bidt maar eens voor ons! Stel je voor, Pop, vanochtend heb ik al op ‘zoo 'n sleedje’ gezeten. We stonden te kijken naar 'n stelletje Duitschers, die wilden afrijden, maar menschen te kort kwamen. Toen vroegen ze ons - 't gaat hier nogal huiselijk - of we mee wilden rijden. Nou, wij natuurlijk wel. 't Was heerlijk en heelemaal niet gevaarlijk. Weet je, wat mijn ideaal is, Schat? Om 't volgend jaar eens 'n heusche vacantie met jou hier door te brengen. 't Is hier zoo verrukkelijk gezond. Zelfs jij zoudt er 'n kleur krijgen. Max en ik zijn al lekker bruin. Den heelen dag loopt hier iedereen in de gekste sportcostuums (de GertrudeGa naar eind52 kostte 3 francs van wasschen!); alleen 's avonds trek je 'n fijnemans jas aan. 't Colbertje had ik dus kunnen ontbeeren. Enfin, goed voor later! En hoe ging 't met de GijselbregtGa naar eind53 in Leeuwarden en Zwolle? Geen tijd gehad om naar je Mannie te verlangen? De photo's kreeg ik. Dank je wel. Nog geen brief. Max wel!!!! Och ja, die pàs getrouwde menschen schrijven elkaar nog wel. Als je al zoo lang bij elkaar bent, stuur je alleen nog maar ‘zaken’ door. Gemeen hè, Schat? 'k Meen 't niet hoor. Kom maar gauw hier met je lieve kop, dan krijg je op allebei je oogen 'n zacht poensje. En ook op je twee ‘puntjes’ (Nièt doèn, Schàt!!) en op je schatte poekje. Nacht, mijn Eigenste! 't Is hier erg prettig, maar 'k verlang toch heel, héél erg naar mijn Fiepsje. Nàcht!
Swiep. | |
[pagina 110]
| |
Febr. 14/1913.Hotel Engadiner Kulm Established 1854 :: Renovated 1911 the new kulm hotel Opened 1912 St. Moritz :: Engadine
Och, m'n Lievje, m'n Lievje,
Ik zit me in dit kostelijk land zoo gloeiend te verd... mmen! Geen werk in 't vooruitzicht, dus vreeselijk zuinig. Geen kennissen, en geen aanspraak. En, geen brieven! Zooals Max juist zegt: ook die laten ons in den steek. Bovendien is 't weer hier omgeslagen, zoodat het buiten guur en sneeuwerig is. En binnen word ik beroerd van de stoomverwarmingGa naar eind54. Zooals je ziet ben ik niet voor m'n lol uit. Maar vertel daarvan maar niets aan anderen, hoor; want naar-buiten-toe moet het natuurlijk weer succes wezen. Jij hebt het zeker erg druk met je nieuwe rolGa naar eind55, hè? Veel repetities en zoo. 'k Kan er je om benijden. Want hier dat leegloopen - zèlfs in deze heerlijke natuur werkt doodend. - Max zit zich bovendien enorm op te winden over de onbeschoftheid van de verschillende hotel-directies, die je ondanks alle introductie behandelen als 'n bedelaar, je geen antwoord verwaardigen en rustig laten stikken. Dat doet zelfs de Directie hier van 't Kulm-Hotel, die we nog wel 'n gratis avond hebben aangeboden! Maar mij verwondert die ploertigheid helemaal niet. Ze hebben natuurlijk direct 't verschil in de gaten tusschen al die rijke patsers hier en 'n paar loge's die voor hun broodje op reis zijn en zoodra ze zien, dat je ze eigenlijk noodig hebt zijn 't in hun behandeling eenvoudig honden: vooral Duitschers en dat zijn hier die hoteldirecteurs allemaal. Enfin, 't geval verrijkt alweer, zij het ook niet onze beurs, dan toch onze menschenkennis! Maandag a.s. vertrekken we naar Montreux, Hotel de la Monnaie. Misschien wil het geluk ons daar beter dienen! Vanavond is er hier walsconcours. Jammer, dat jij er niet bent ofschoon.... 'n prijs zouden we hier wel niet winnen. Daarvoor dansen die Amerikanen, vooral ook de dames (waar 'n heeleboel dametjes van de la-la onder loopen) te goed. Je zoudt hier anders je oogen uitkijken naar den mooie toiletten.... èn naar de kleine kindertjes. Er loopen hier schatten rond, zoo van drie, vier en vijf jaar, allemaal natuurlijk in ijs-pakken en bontmutsen, allemaal met sleedjes, sommigen zelfs op schaatsen. Nou, meizeken, ik ga er maar weer eens 'n eind aanmaken. Veel te schrijven heb ik niet.... en veel te beantwoorden ook niet. Je bent toch, hoop ik, niet ziek? Vanmorgen woei je foto van tafel. Laat me maar eens gauw merken, dat 't geen kwaad voorteeken was. Dag, mijn Allerliefste. Heerlijk zal ik 't vinden om weer bij je terug te zijn. Let je goed op je kleine gezondheidje. Denk je om je pastilles! Eet je veel! Hou' je rustig! Dag mijn Schat. Heel veel zoenen van
Je eigen man. | |
[pagina 111]
| |
16-2-1913.Hotel Engadiner Kulm Established 1854 :: Renovated 1911 The New Kulm Hotel Opened 1912 St. Moritz :: Engadine
Mijn allereigenste Kindeke,
Bij 't gejammer van vele violen en 'n basbasbasGa naar eind56 ('n piano en 'n fluit) ga ik lekker 'n beetje aan m'n Vrouwtje schrijven. Dag, mijn liefste Schat! Heb je me nou toch eindelijk 'n brief geschreven. Ik heb 'n heelen nacht niet kunnen slapen van ‘beroerdigheid’ omdat ik al dien tijd, dat ik weg was, nog niets van je had gehoord. Ik haalde me de gekste dingen in m'n hoofd en kon maar geen verklaring vinden voor het feit dat jij, die anders, zooals ik tegen Max zei: ‘inkt niest’, nu heelemaal geen levensteekens gaf. Gisteravond was ik echt bedroefd, toen ik schreef, dat ik wel wilde weten of mijn Fietje nog leefde. Niet dat ik heusch dacht dat je dood was; maar of werkelijk mijn Fietje nog leefde d.w.z. leefde mèt haar Mannie, dat begon ik te betwijfelen. Enfin, nu is alles weer best. Photo's, telegrammen van Gelder enz, enz. 't is alles in mijn bezit gekomen. Ik had op dat telegram van G. niets geantwoord, omdat wij er natuurlijk niet aan dachten, nog naar Bucarest te gaan. De gratis-avond hier, waarover ik je schreef hebben we nog niet gegeven, maar wel zullen we waarschijnlijk - ‘maar 't is niet zéker, Pa’Ga naar eind57 een betaalden avond geven in een van de chic'ste hotels hier, d.w.z. chic van inrichting! Want wat bezoekers betreft, is dit Hotel het eerste. 't Wemelt, wat zeg ik?.. het stinkt hier compleet naar prinsen, grootvorsten, graven, lords enz. enz. terwijl in dat andere hotel zèlfs Jacob Batavier logeert! Ook troffen we daar Joost van Vollenhoven uit Medan aan, verder de familie De JongGa naar eind58 bij wie we in Antwerpen 'n avond gaven, en voorts nog eenigen oude kennissen uit Londen en..... Loeboe Dalam. Mijn eigen lieve Vrouwtje, je weet niet, hoe ik soms naar je verlang. Niet alleen hoor, om je in m'n armen te hebben en ‘stoutigheid’ met je te doen - schoon dat óók heel erg - maar ook om je weer te hooren praten (en te zien praten, vanwege de handen) en weer met je over je rol te babbelen en Royaards en al het andere. Vandaag zeiden Max en ik al tegen elkaar, dat jij waarschijnlijk met Royaards en Annie met Van Korlaar op sjouw waren gegaan. En ik verlang zoo hevig naar je oogen en naar je mond en naar je lieve (magere) lijfje. En 's nachts droom ik zoo gemeen! Soms ben ik met jou en dat is prettig. Maar een keer stel je voor, was ik eerst doende met je moeder en toen met MaliaGa naar eind59, en jij was erbij en je zei tegen Malia: ‘nou moet jij eens zien, hoe hij altijd wil, dat ik op zijn schoot ga zitten.’ En toen antwoorde Malia: ‘Ik zou je danken, want wat zou Molenaar daar wel van zeggen?’ Heb je ooit zoo'n krankzinnigheid bijgewoond? Maar met dat al zit ik hier maar zonder Vrouwtje, zie je, en ochgotochgot ik kan toch zoo moeilijk buiten je! Nacht mijn eigen kleine Engel. Dag, heerlijkheid. Op je lieve zachte mond, op je rugje - weet je wel - op ieder van je billie's en op je schattige pruikje 'n warme lange zoen van
Je Man. | |
[pagina 112]
| |
17 Februari 1913.
| |
18 Februari 1913.Hotel Engadiner Kulm Established 1854 :: Renovated 1911 The New Kulm Hotel Opened 1912 St. Moritz :: Engadine
Mijn Allerliefste,
Morgenochtend schudden wij de stof, of liever de sneeuw van St. Moritz van onze schoenzolen en trekken naar Montreux. Ons eerste (en laatste) concert in dit onzalig oord was een reuzensof. Er waren 19 menschen (onder wie 4 Hollanders) en voor de deur van de als een kelder resonerende concertzaal speelde het hotelorkest! Het deed ons aldoor aan het Cabaret in Soerabaya denken met HellendoornGa naar eind62 z'n muziek ernaast, weet je nog wel. Dat ons werk wel nog wat indruk heeft gemaakt, dat we de lui nog aan 't lachen en aan 't huilen hebben kunnen maken verwondert mij nòg, te meer omdat mijn eigen dispositie natuurlijk niet van de beste was. Ik stond maar aldoor te vloeken tegen dien schooier van een moffen-Directeur en zijn verdoemd ‘Vergnügungs-ComitéGa naar eind63, die eerst samen vreeselijk dik hadden gedaan en zich tenslotte geen stuk aan ons gelegen lieten liggen. We moesten ons notabene verkleeden (je raadt het nooit)... op de w.c. 't Was tragi-komisch. Voor mij nooit geen St. Moritz meer, hoor, tenzij dan heelemaal-als-tourist met 'n hoop geld op zak. Dan ga ik aan al die rariteiten hier meedoen: 'n heelen dag op 'n klein sleedje achter 'n arreslee aanhangen, of op m'n buik 'n heuvelhelling glijen en 's avonds two-step en one-step dansen. Hier doen ze 'n godgansche week en van elke week weer elken godganschen avond niet anders dan two-steppen en one-steppen, zoodat er van de menschen zelf hier stemmen opgaan, om aan dat hersenlooze gewaggel toch eens 'n einde te maken. 'n Deftige ouwe Engelschman hier, die Max even hoorde spelen en mij even hoorde zingen kwam ons complimenteeren en vroeg ons o.a. of we gistermiddag nà de thee voor hem en 'n paar van zijn vrienden wat wilden musiceeren. Maar jawel, toen het uur aangebroken was, zat er alweer 'n strijkje ('t is hier een goed terrein voor Max van Gelder) dat speelde two-steps en one-steps en ragtime's en van zingen kwam niets. Als 't in Montreux weer zoo'n sofbeweging blijkt te wezen, ben ik er in twee dagen tusschenuit. Dan erger ik me niet en heb tevens 't voordeel weer bij mijn kleine Vrouws te zijn. Heerlijk! Ja, ik zou 't ook prachtig vinden, om eens een goeie rol met jou samen te spelen. Vraag maar eens aan Royaards, of-ie geen ‘gast’ gebruiken kan. F 300,- per avond. Die hooge kosten voor je nieuwe rolGa naar eind64 zijn wel vervelend (vooral nu deze mislukte speculatie wel 'n geweldige hap uit onze winst zal zijn) maar dat is een noodzakelijk- | |
[pagina 113]
| |
heid waarvan we de financieele gevolgen ook wel weer te boven zullen komen. Wel! Wel! Wel! Nou de vijf brieven, die je me geschreven hebt, muis, heb ik er nu pas twee ontvangen, maar ik zal de rest zorgvuldig naar Montreux laten opzenden, ofschoon, dat scheelt ook weer 'n dag. Best mogelijk, dat ik verschillende van jouw brieven eerst krijg wanneer ik weer in Amsterdam terug ben. Enfin, dan kunnen we ze samen lezen. 't Zal voor ons anders in de nu nog resteerende maanden van dit seizoen wel weer scheer-hard werken wezen, want van Gelder wil nu natuurlijk weer 'n hoop inhalen. Je beschouwingen en waarschuwingen over ongelukken en derzelver veelvuldigheid heb ik met groote studie gelezen en zij staan thans in mijn hart gegrift. Je bent 'n Schat, hoor! Maak je maar niet ongerust: ik kom weer heel bij je terug. Méér dan compleet, zelfs, want o, o, dat ‘mannetje’ is vreeselijk ongeduldig en vraagt elken morgen en elken avond hoe of 't zit: of er nooit meer 'n dingetje wordt gedaan. En dan gaan we samen naar je portret kijken en dan spreken we met elkaar af, dat we maar prettig zullen wachten, tot we weer de heusche oogen en de echte tanden en diezelfde leuke mond, maar dan gloeiend van levende liefde weer bij ons hebben.... Dag, mijn allereigenste Vrouw. Ik heb je lief. Honderdduizend poensen van je
Swiep. | |
20 Februari 1913.Grands Hotels Monney & Beau Séjour Au Lac Montreux
Mijn Schatteke,
Voor 't eerst uit Montreux 'n brief, waarin ik uiteraard nog niet veel vertellen kan, want eerst gisteravond zijn we in dit - veel kleinere en rustiger dan het vorige - hotel aangekomen en vanmorgen hebben we onze eerste visites-d'affairesGa naar eind65 gemaakt. Nog weinig van te zeggen dus - Deze half-Fransche, half-Italiaansche plaats ligt goddelijk aan het meer van Genève en ofschoon je met 'n driekwartier trammen naar boven weer in de eeuwige sneeuw zit, is het hier aan het rustige donkerblauwe water, waarin nu de morgenmist opgetrokken is de bergen rondom weerpiegelen, verrukkelijk lenteweer. Echt om bij te komen. Maar ik hoop hier nu toch wat te werken te krijgen! Max was vanmorgen vol goeden moed en beweerde, dat we duizenden gingen verdienen, maar nu heeft hij juist 'n brief gelezen van z'n Vrouw en is nu weer heelemaal ‘down’ en mopperig. Arme bliksem! Neen, dan doen mij jouw babbelbrieven heel wat aangenamer aan. Ze komen nu langzamerhand binnen. Je laatste was 't potloodkrabbeltje met je klacht over Fie de Vries. Lap haar minzaam aan je laars! Als die vrouw zich zoo kleintjes toonen wil, waarom zou dat voor jou 'n reden zijn om boos te worden? En als ze beweert, dat ‘zij allèèn’ aan de zaak ‘Loulou’Ga naar eind66 kan spelen... reden te meer voor jou om het tegendeel te bewijzen. Hou je maar flink, hoor. Studeer maar dapper, is 't niet op de repetitie, dan thuis. 't Stuk gaat toch zeker niet vóór den 1sten! Dan kunnen we er nog eens samen over praten. Zeg, Pops, zal je zorgen, dat ‘Malia’Ga naar eind67 niet op visite is als ik thuis kom. Dàt zou al héél onwelkom bezoek zijn! Wat je daarover schreef, deed mij juist denken of je nu al weer eens bij den Dokter bent geweest om te laten onderzoeken of je gezwollen eierrekje weer beter isGa naar eind68. Zal je dat anders eens doen? Aan de kinderen en aan de n.k.k.Ga naar eind69 heb ik uit St. Moritz briefkaarten geschreven. Kijk eens of ze hem op de Club ontvangen hebben en doe de lui mijn groeten. Dag, mijn allerliefste Snoes. Zal je héél veel aan je man blijven denken en héél veel | |
[pagina 114]
| |
van hem blijven houden? Goed. Dan komt-ie weer gauw bij je terug om je bedje te warmen, hoor. Dag, mijn Liefste. Ik zoen je op allebei je oogen en op de goeie, lieve mond. Dag Schat,
Je Mannie.
Ik zal nooit meer met ‘Pisuisse’Ga naar eind70 onderteekenen, hoor! Arm ‘beroerd’ ding! Dàààààààg! | |
21 februari 1913.Grands Hotels Monney & Beau Séjour Au Lac Montreux.
Mijn eigen, liefste Heerlijkheid!
Lekker vanochtend twee brieven tegelijk van je gehad: eén van den 18en - en eén van den 19en... Oh, oh, oh! Wat ben jij'n gemeene meid.... zulke slechte dingen in 'n brief te schrijven. Ik zou 't niet dùrven! Ja, hoor. Engel-van-me, ik zou 't ook best durven, maar als ik zulken dingen in 'n brief schrijf, dat is 'n tweesnijdend zwaard, want dan maak ik niet alleen jou woest, maar ook, en vooràl, mezelf. En, och Heere, ik heb 't toch al zoo zwaar te verantwoorden! - Gelukkig vind ik nu wat afleiding in den voorbereiding van onzen eersten avond hier in Montreux, of liever in het nabij gelegen Territet in het reusachtige ‘Grand Hotel.’ Daar zijn we Zondagavond. Vanmiddag hebben Max en ik aan één stuk door aan strooibiljetten en reclameplaten zitten werken. De caricaturen, die we bij ons hebben, kunnen we hier moeilijk gebruiken en nu knippen we de koppen daarvan uit, plakken die op kaarten, dan teekent Max er letters op en die haal ik dan later over. Zoo krijgen we keurige reclamebiljetten. Aan Van Gelder heb ik geseind, of we 1 Maart ons engagement voor de onderwijzers nog verschuiven konden, dan zouden we hier nog een avond in het Palace Hotel kunnen geven, het beste hier. Deze week ging dat niet meer, omdat alle avonden al bezet waren, een ervan door niemand minder dan Marcel Prévost, den beroemden Franschen schrijver, die hier een conference komt houden. Ook komt hier Baret, Richepin, 'n operettetroep, kortom 'n massa. Vertel hier van maar eens een en ander aan Van Gelder. Dan zal hij kunnen begrijpen, hoe hard sjouwen het voor ons is, om hier erin te komen (Nee, schooister. Niet wat jij bedoeld!). Leuk dat de japonkosten, zoo meevallen. Mevrouw N.B.Ga naar eind71 is 'n schat, dat heb ik altijd wel gezegd, en als ze niet zoo oud en geverfd was.... nou, dan weet ik het nog zoo net niet. - De première van Loulou zal ik jedenfalsGa naar eind72 wel niet kunnen bijwonen. Jammer dat mijn ‘waardevolle’ (hmhm!) op- en aanmerkingen je nu niet te steedeGa naar eind73 zullen komen. - Graag had ik ook de ‘mooie’ GijsbrechtGa naar eind74 gehoord. Misschien koop ik het geval nog wel eens uit. - Meer weet ik niet te schrijven op 't oogenblik... O, ja, 'n geval, dat ik je misschien maar niet moest vertellen, maar enfin... Je moet dan weten, dat er in het Kulmhotel ook 'n jonge Amerikaan logeerde, zekere Mr. Boornen, die ons, Max en mij, altijd ergerde omdat hij zo arrogant danste. Daardoor letten we meer op hem dan op veel van die andere sportjoggie's die daar rondliepen. En nu lezen we opeens in de New York HeraldGa naar eind75 een telegram uit St. Moritz, dat de jonge Boornen is doodgevallen bij 't sleedjerijden. Nu hoor ik je al zeggen: ‘zie je nou wel, och Swiepje, god-zegen-je ga toch nooit op zoo'n sleedje.’ Maar dan laat je natuurlijk - vrouwelijkerwijze - de logica weer in de steek. Primo reed dat arme jonge mensch in 'n wedstijd (wat ik natuurlijk nooit zou doen), tweedens reed-ie niet op 'n bobsleigh (waar veel personen op zitten) maar alleen en derdens was hij berucht om zijn onvoorzichtigheid. Toch blijft het 'n lam geval en het seizoen in Kulm zal er 'n leelijke down van gekregen hebben. - Hier begint juist het seizoen aan te komen, d.w.z. | |
[pagina 115]
| |
het voorjaarsseizoen. 't Is al compleet lente. Alleen hindert 't ons, dat dit hotel zo stampvol ‘burgerlijke’ Hollanders zit! Enfin, we hebben gelukkig niets met hen te maken. Nou zeg nu eens, dat je geen lange brief van me hebt gehad. Ben ik noù niet een zoete mannie. En mag ik je nou wel even 'n zoen op je kleine zwarte driehoekje geven en dan even met m'n tong heel zachtjes - voel je wel - in je gloeiende poekje tegen 't kleine ondeugende puntje daarin aan, zoodat mijn kleine Fietje van wellust kronkelt. Lekker zoò, schattie? En zullen we dan heerlijk-gloeiend in elkaars armen liggen, ik diep met mijn heete mannetje in jouw warme zachte buikje, tot we goddelijk samen klaarkomen..... Nou, dat is me 'n brief geworden, die je wel heel goed bewaren mag, of beter nog, verscheuren! Stel je voor, dat je die eens uit je tasch verloor! Maar zoo nu en dan moeten we toch minstens in gedachten weer eens zoo heelemaal Man en Vrouw zijn, vind je ook niet, Schat? Nu maak ik er gauw 'n eind aan, hoor, want ik moet me gaan kleeden voor 't diner. Dag, mijn eigenste groote Lieveling. Heel gauw lig je weer in de armen van
Je Man, die je duizend zoenen zendt. | |
22 Februari 1913.Grands Hotels Monney & Beau Sécour Au Lac Montreux
Mijn allerliefste Fiepsje,
Den heelen dag ben ik in de weer geweest en het is pas na halftien, dat ik me neerzet aan bijgaande schrijftafel om te zorgen, dat mijn Vrouwtje de datumreeks van ontvangen brieven niet verbroken ziet. Ik heb vergeefs vandaag naar 'n brief uitgezien maar ik vrees dat dat kwam omdat je ziekjes was en misschien wel met erge pijn in je bedje hebt gelegen. Arm dier! Heeft Dr. DesmGa naar eind76 je weer van de ellende afgeholpenGa naar eind77 en heb je met repeteeren geen erge last ondervonden. Ik hoop erg op goede berichten hieromtrent. - Max en ik brengen tegenwoordig onzen vrijen tijd met gokken door, waarbij ik natuurlijk constant verlies. En volgens jouw beginsel moet ik daar erg blij mee zijn, want het bewijst mijn geluk in de liefde. Nu, daarover heb ik - althans den laatsten tijd! - niet te klagen. Trouwens ‘geluk’ is zoo'n betrekkelijk begrip: Max beweert ook, dat hij gelukkig is. En nu wèèt ik wel, dat hij er de man niet naar is om tegen over iemand, en zeker niet tegenover mij het tegendeel te erkennen, maar toch geloof ik wel, dat hij van-zijn-standpunt-af gelijk heeft. Alleen moest ik even lachen toen hij mij vertelde - 't was aan tafel dat we in die confidenties verzeilden - dat Annie van hem zei, dat-ie zoo tyranniek was, omdat hij - zoo ongeveer vertelde Max! - ‘zich niet bekommerde om zenuwtoevallen of huilbuien, maar als er een besluit genomen moet worden zijn eigen zin volgt.’ Ja, daar moest ik heusch even om lachen. Enfin, als hij tevreden is, dan kunnen wij er zeker tevreden mee zijn. Van Gelder heeft juist geseind, dat we den 1sten Maart terug moeten wezen. Ik kom dien dag om ongeveer half elf in den morgen aan. Doodjammer, dat we nu hier het Palace HotelGa naar eind78 moeten laten loopen. 't Schikt hier anders nog al met werken. Dinsdag a.s. geven we weer een avond, in het hier boven op de bergen gelegen ‘Palace Hotel de Caux’. 'n Prettige rit naar boven met een tandradbaan, ruim 1500 m steil omhoog. Hier beneden was 't lente en daarboven werd druk gesleed! En toen we later, gedeeltelijk loopend, gedeeltelijk trammend naar beneden kwamen, vond ik 't aldoor weer jammer, dat jij er niet was. Je hadt 't zeker evenals ik sprookjesachtig gevonden, dat | |
[pagina 116]
| |
stille grijsglanzende meer, dat zich verloor in den avondnevel; en uit die grijsheid òplichtende een reeks van witte en blauwe, roode en groene lampen, de plaatsen Montreux, Territet en nog vele andere, die daar in een lange lijn langs het meer gebouwd liggen. Later gaan we hier vast nog eens met z'n beidjes heen. Op onze huwelijksreis, goed? Ik begin maar niet meer aan 'n tweede blaadje, want dan word ik weer ondeugend, en dan worden we allebei maar weer woest en dan droom jij maar weer van Chrispijn, of Brons of Rud. Nelson en ik van Malia. O, stel je voor - niet in verband met 't voorgaande hoor! - Max komt me daarnet de vreemdenlijstGa naar eind79 laten zien en daarin staan wij ingeschreven als Mr. en Mrs. Pisuisse! (vervolg op de briefkaart) Als we nù geen slechten naam krijgen, dan weet ik 't niet. En in 't Kulten Hotel in St. Moritz werd hij eerst voor mijn broer en eindelijk voor mijn zoon (!) versleten. Of ik ook 'n ouwe sok ben. Max m'n zoon en jij m'n dochter. 'n Lief stel! Nacht, schatteken. Ik hoop vannacht heerlijk van je te droomen. 't Beste met je kleine buikje hoor. In gedachten zoen ik het beter met allemaal kleine, zachte, onschuldige poensjes. Nacht Snoes.
Je Swiep.
Als je al de ouwe tangen zag, die hier in deze veranda bij elkaar zitten, zou je niet vragen of ik je bedrieg! Nogmaals nacht en 'n slaapzoen van je Man. | |
24 Februari 1913.grands hotels monney & Beau Séjour Au Lac Montreux
Kleine, zwarte Zigeunerfieps-van-me!
Je zit nou wel vreeselijk te foeteren over brieven die je niet krijgt, maar als je mijn brieven zoo trouw bewaart als ik de jouwe, dan zal je zien, dat ik tot nu toe maar twee dagen heb overgeslagen: eén keer toen ik reisde van St. Moritsz hierheen en nu gisteren. Gisteren had ik het den heelen dag vreeselijk druk, want we zijn nu als volgt bezet: Zondag (afgeloopen dus) Grand Hotel Territet, Dinsdag Palace Hotel Caux, Donderdag Hotel Eden Montreux, verder misschien nog Woensdag Palace Hotel hier. In het Monney Hotel wordt het niets. De lui zagen er ook niet naar uit. Allemaal suffe ouwe juffers en invalide ouwe heeren. Er heeft 'n lijst gecirculeerd en daarop is voorloopig voor nog geen dertig francs geteekend. Zoo ìs het hier nu eenmaal: onbekend maakt onbenieuwd. De Hollanders komen wel, maar de anderen niet. Zoo was 't ook weer gisteravond. Twintig eerste en negen tweederangskaarten zijn er verkocht en van die 20 eersterangers waren er zeker 12 Hollanders. Totaal recette 127 francs, aan boekjes 18 francs. Onkosten zoo iets van 'n frs. 25,- (Vertel dit ook aan Van G. s.v.p.) Morgen in Caux belooft het wat beter te worden. Daar krijgen we misschien 'n uitkoop van frs. 400. grootendeels door Van Limburg Stirum, die frs. 200,- ter beschikking heeft gesteld. - In hotel Eden, waar we Donderdag concerteeren mag heelemaal geen entrée worden geheven, doch daar is een damescomité door mevr. Toelaar uit Baarn gevormd, dat.... collecteeren zal. Wonderlijke toestanden, wat? En tòch lijkt me dit een land om weêr terug te gaan, goed voorbereid en wel en er dan véél geld vandaan te halen, want de menschen gààn hier uit. Alleen: ze krijgen zóóveel slechte waar voor goed geld opgediend, dat ze wantrouwig geworden zijn. Max en mij herinnert het hier voortdurend aan China en Japan, wat dàt betreft, vooral wanneer we uit-en-terna strooibiljetjes zitten te schrijven en ons te sappel zitten maken voor f. 50,- Enfin, 't leed is bijna weer geleden en dan ben ik weer bij mijn Fietje terug. Fietje ik verklaar je op mijn eerewoord, dat ik tot op dezen oogenblik - Maandagmiddag 12 uur - mijn trouw aan jou (dat rijmt) in kuischheid heb bewaard! Laat ik eerlijk zijn | |
[pagina 117]
| |
en erbij zeggen, dat de verleiding nog niet ‘bi’ is geweest. Al die ‘mooigekleede vrouwen’ waar jij van spreekt, daar is nu werkelijk zoo heel veel niet van te bespeuren en dan nòg, al zie je er zoo eens een die er wel aardig uitziet... ik weet 't niet... daar kijk je als 't ware overheen. Ik geloof nu toch heusch, dat ik werkelijk mijn eigen Vrouw heb lief gekregen, dat er heusch voor mij niemand anders meer dan m'n Fietje bestaat. Dat is 'n gevoel, waar ik erg dankbaar voor ben, maar dat desnietemin mij telkens weer, als ik er me bewust van word, met verwondering vervult.. De Swiep van twee jaar geleden is nauwelijks meer in me terug te vinden en die van vijf jaar geleden, daar geloof ik haast niet meer aan. Die van zeven jaar terug is als 'n droom... geen onplezierige droom.... (ik wil niet huichelen: het zwabberleven, het vlinderbestaan hèèft zijn attracties).... maar ik ben toch met de werkelijkheid beter tevreden. Die werkelijkheid, waarin mijn trouwe, liefhebbende, zorgende Fieps, ook mijn heerlijk-hartstochtelijke Fieps, staat als een glanzend middelpunt, waarom nu mijn existensie draait! Vrouweke, zullen we weer echt gelukkig wezen, als we samen zijn? Ja, hè! Prettig weer genoeg aan elkaar hebben, met dat heerlijke voldane gevoel van: 't-is-wel-goed-zoo. - Je weet niet, hoe 't mij spijt, dat ik zoo niets van je nieuwe werk afweet, te meer omdat die brave Schwab mij altijd 'n sof-regisseur heeft geleken. Je herinnert je nog wel, dat ik dit heb gezegd nog onlangs, toen ik ‘Ulfsterna’Ga naar eind80 had gezien. Ik herinner me maar één tamelijk goed ding van hem; dat was: ‘Boven Menschelijke Kracht.’Ga naar eind81 Maar toen was ik zelf nog niet tot de jaren des onderscheids geraakt. - 't Doet me daarom ook pleizier, dat je Chrispijn nog hebt gesproken - (wonderlijk dat die altijd in je vaarwater ligt als ik uit de buurt ben!). - want, ‘wàt ik ook van hem heb gezegd’ - zooals jij je uitdrukt - ik heb hem altijd zéér hoog gesteld als acteur (binnen begrenzingen) en als regisseur (dito, dito). Die begrenzingen als regisseur sluiten hem zéker niet zoo nauw in als die waarbinnen zijn kunnen als tooneelspeler ligt, maar toch geloof ik niet dat hij andere dan in opzet of in werkelijkheid moderne stukken goed zou kunnen leiden. Ik bedoel, dat ik bijv. geen Molière of Shakespeare regisseur in hem zie, zooals bijvoorbeeld wel in zijn Vader en in Royaards. Dat je geld van hem hebt geleend is weer typisch-Fietje, d.w.z. ònverstandig. Op de ‘generale’ komt hij natuurlijk niet. Vraag daar tenminste voor alle zekerheid Jan Musch nog maar eens bij! Maar laat je niet verleiden om op 't laatste moment nog allerlei veranderingen en opvatting en uitbeelding aan te brengen. Dat wordt tóch lapwerk. Schwab z'n idee van 'n laagpratende, berekenend redeneerende vrouw zou ik nog niet zoo heelemaal weggooien. Zulke hystericia - want hysterica is die Loulou toch - heb ik gekend. Maar 't lijkt me voor jou makkelijker, beter in je lijn, om de rol als die van 'n speelsche, 'n luchthartige, 'n.... ontoerekenbaar -kinderlijke te spelen. Intusschen, op deze meening mag je nu heelemaal niet afgaan, want ik heb van 't stuk geen letter gelezen. In elk geval ben ik blij, dat je voor de rol zelf zooveel voelt en dat je weer zooveel beter bent. Van je teen schreef je na je alarmeerend bericht niets meer. Dat zal dus ook wel weer gebeterd wezen. Ik hoop het tenminste. 'k Geloof, dat ik 'n echte ernstige brief heb geschreven, maar je zult er toch wel uit voelen dat ie heelemaal door liefde is gedicteerd. ‘Kijk maar niet naar d'hanepooten van je oude Swiep.... 'k Heb ze met m'n hart geschreven - dat voelt U misschiep’ (zoo praat iemand die verkouwen is.) Nu, dag eigenste, grootste, beste, liefste, slechtste Schat van me. Met 'n heeleboel zoenen op je lieve, trouwe snuit blijf ik ‘evenals voorheen’
Je getrouwe Prikkebeen, O' nee Swiep. Dag Engel! | |
[pagina 118]
| |
25 Februari 1913.grands hotels monney & Beau Séjour Au Lac Montreux
Lieve Muis,
'n Klein briefje maar, want eerstens heb ik geen brief van jou gekregen vanmorgen en valt er dus niets te beantwoorden, tweedens sta ik op 't punt te gaan koffiedrinken en dan naar Caux te vertrekken. (Slechts voor één nacht, dus 't behoeft geen verandering in het adres te brengen). Den morgen heb ik grootendeels met ‘pakken’ doorgebracht, ditmaal 'n plezierig werk, omdat het me eraan herinnerde, dat ik over 'n paar dagen naar huis en naar m'n Vrouwtje ga, mijn Vrouwtje wier goede zorgen en ordelijkheid ik te meer ga waardeeren als ik zoo nu en dan eens iets van Max z'n garderobe onder mijn oogen krijg. Ik zou in mijn valisGa naar eind82 zijn smokingoverhemd pakken voor vanavond, maar zóó'n vel heb ik er zelfs in mijn slordigsten jonggezellentijd niet op nagehouden. En 'n ander had-ie niet volgens z'n zeggen. Alles was vuil. Nu ligt dat natuurlijk voornamelijk aan hèm. Net zoo goed als ik - had ook hij hier 'n paar maal kunnen laten wasschen. Maar rafels aan 'n hemd, doorgesleten knoopsgaten enz. daar moest z'n Vrouw toch opletten! Zie je haar eigenlijk wel ooit aan iets huishoudelijks bezig. En ja, dat moet je me toch ook eens bij gelegenheid vertellen: weet Annie eigenlijk iets af van Max zijn vroegere verhouding in Amsterdam, die met dat vreeselijke del, waarvan ik hem indertijd met geweld heb afgeholpen? Je zult zeggen: wat kan 't je schelen. Ja, dat komt omdat ik nu 'n paar dagen weer wat meer intiem met Max samen ben en er me telkens meer over verwonder, hoe iemand het leven van absolute misleiding, zoowel van zichzelf als van anderen kan volhouden. Enfin, al heel gauw kunnen we over al die diepzinnigheden weer gezelligjes samen boomen. Vrijdagmiddag om één uur vertrek ik van hier en dan ben ik Zaterdagmorgen bij je. Ik hoop 'n gezond, opgewekt Vrouwtje te vinden, dat dapper klaar staat voor haar groote rol. Dag, mijn Liefste. Duizend warme zoenen van je
trouwe Man | |
26 Februari 1913.caux palace hotel Caux s/ Montreux - Territet (Suisse) Direction: H. Eulenstein
Lieve, groot Schat-van-me,
Max en ik hadden gisteravond aan tafel 'n dolle bui en schreven op den achterkant van het menu 'n ‘vies praatje’ - zou BennetjeGa naar eind83 (Och, goóód, Bennetje...) zeggen. - Later op den avond is die dolle bui wel over gegaan. Je moet weten, dat ze van dien avond hier 'n weldadigheidsavond hadden gemaakt, voor Zwitsersche weesjes of zoo iets en nu kwamen daar werkelijk 'n hoop menschen: prinsen en prinsessen en gravinnen en kamerheeren en weet-ik-al wat voor adellijke snoeshanen; en die dachten daar allemaal aan niets anders, dan aan het wereldontroerende feit dat zij daar zaten en hoe ze daar zaten. En die twee kerels daar op 't podium, dat was zooveel als 'n strijkje. Soms kon ik mezelf niet verstaan door al het gepraat! Zong ik Fransch, dan luisterden de Franschen en de rest kletste, zong ik Engelsch, dan hoorde je de Fransche dames boven alles uit. En klappen deden alleen de aanwezige Hollanders. 't Was zóó sterk, dat ik een keer heb gezegd (in 't Engelsch) ‘Dames en Heeren, ik zal verder in elk van de talen beurtelings 'n liedje zingen, dan hoef U niet zoo lang te wachten op uw gelegenheid tot praten.’ - Van Limburg Stirum zei dan ook na afloop zeer terecht, dat het ‘varkens’ waren. Enfin, | |
[pagina 119]
| |
we verdienden er Fr. 400,- aan en nu vanmorgen bemerkte ik, dat we voor logiés enz. niets behoefden te betalen. Dus dat was nogal voordeelig. Nu nog één avond, morgen (Donderdag) in het Eden Hotel en dan is deze ‘tournée’, om niet te zeggen dit ‘tourment’, ook alweer achter den rug en keer ik ‘op vleugelen der Liefde’Ga naar eind84 naar m'n Fietje terug. M'n Fietje d'r portret is gehavender dan ooit, want het reist naar al die voorstellingen mee - ofschoon je daarbij geen ‘Mascotte’Ga naar eind85 blijkt te zijn - en zit nu lekker warmpjes in mijn linker borstzak op m'n hart. Ik laat nu dezen brief even rusten, want als ik straks weer beneden in Montreux kom, vind ik naar ik hoop 'n brief van jou en dan kan ik dien meteen beantwoorden. Voorlopig 'n poens op je stoute gezicht van
je Swiepsemannetje.
De verwachte brief is zooeven mij in handen gekomen, maar veel dat beantwoording eischt staat er niet in... Ja, m'n Schat, de Kunst wordt met je hartebloed gediend. Daar is nu eenmaal niet aan te ontkomen. Maar je moet er nooit 'n deuntje om gaan huilen, want daar schiet je niet bijster hard mee op. Schwab moetje als regiseur in z'n waarde laten, d.w.z. op repetitie doen wat-ie zegt, maar laat dan tevens zoo'n repetitie ertoe dienen om je eigen opvatting te bepalen en repeteer die thuis. Dan kan je altijd op de generale en bij de première zien, hoe die (de opvatting bedoel ik) doèt. - De gezonden ‘critieken’ (waarom c?) heb ik ontvangen. Waarom moet jij - en waarom moet Hunsche - communiqué's maken voor de a.s.c.Ga naar eind86? Dat is Sternheim z'n werk. Niet meer doen, hoor! Je hebt 't al druk genoeg als privé-secretaresse van je man. Gauw kom ik je weer aan 't werk zetten. Je weet niet, hoe ik ernaar verlang weer thuis te zijn. Dag, mijn eigenste Schat. Heb ik je onlangs woest gemaakt met m'n brief? Niet meer van WolffGa naar eind87 droomen, hoor! Wel van ‘de rest’! Dag, Snuit! Met heel, heel, heel veel lieve gedachten blijf ik
Je Mannie.
Heb je Max zijn mooie briefkaart gekregen? En wel op de ‘voetjes’ gelet?Ga naar eind88 | |
26 Februari 1913.grands hotels monney & Beau Séjour Au Lac Montreux
Mijn arme, kleine Schat,
Zooeven heb ik je bedroefde brief gekregen, net toen we gekiekt zouden worden en net toen ook de werkelijke zon achter de wolken verdween.... Ja, ik heb inderdaad op 'n avond, toen alles tegenliep met 'n half stuk in, maar toch volkomen bij m'n positieven met Max zitten spelen, gewoon dobbelen met dobbelsteenen en voortdurend verloren. Aldoor geprobeerd om met quite ou double me te herstellen en aldoor weer minder gegooid. Ik weet, dat 'n werkelijke vriend mij nooit zoo hoog zou hebben laten komen, maar 'n werkelijke vriend heb ik nu eenmaal aan Max ook niet. Hijzelf heeft verscheiden malen gezegd dat 't gekheid was, als we ‘elkaar’ zoo zaten af te zetten en hij heeft dan ook na dien avond van die hooge schuld ook niet meer gesproken, zoodat ik eigenlijk dacht, dat hij het als gekheid beschouwde. Dat hij zulks niet deed, blijkt eerst nù. Dat hij er aan zijn Vrouw over schreef, zonder die geheimhouding voor te schrijven, is in strijd met alle wetten van eer, maar met dat alles.... de oorspronkelijke schuld ligt bij mij. En de ellende, die ik voel, omdat ik er jou verdriet mee deed, bewijst me opnieuw hoeveel ik werkelijk van je hou. En ik bid God, dat dit het eenige verdriet zal zijn, wat ik je ooit doen zal. 'n Feit is dit: ik ben een drinker en ik ben 'n speler, zooals | |
[pagina 120]
| |
de meeste zwakke menschen. Voor 'n groot deel dank zij jou, voor een groot deel ook dank zij m'n ouder-worden heb ik mezelf zeer vaak tegenover die beide hartstochten ‘in de hand’, maar in buitengewone omstandigheden, bijvoorbeeld daar in St. Moritz, waar alles tegenliep en alles me beroerd maakte, dan laat ik mezelf maar gaan en zou misschien mijn laatste cent vergokken of verdrinken. - Vindt je het te gevaarlijk jouw jonge leven voorgoed te verbinden aan zoo'n riskant mensch, wel, dan heeft dat proefjaar van ons toch zijn nut gehad.... Ik kan nu wel beloven van 't nooit weer te doen, maar dit is zoo'n belofte-in-de-wind als die van ‘altijd trouw blijven’, waar we 't al zoo dikwijls over hebben gehad. Bleef jij altijd mijn gedachten beheerschen, zooals je 't goddank meestal doet, dan kon ik gerust beloven want dan zou ik m'n belofte ook houden. Maar omdat over mijn leven nu eenmaal vaak huizenhooge golven van beroering - en beroerdheid - slaan, waarop zelfs de gedachte aan jou geen invloed oefent, daarom zal ik nog wel eens meer zoo'n onderdompeling ondergaan. Vindt je dat te gewaagd, wil je jezelf aan zulke teleurstellingen en redenen tot verdriet niet blootstellen, welnu, je weet wat we altijd zeggen: ‘je kan er nog af’.... Praktische gevolgen heeft dat verlies van mij natuurlijk alleen in zooverre, dat ik de eerste maanden wat harder zal moeten werken, of wat krommer zal moeten liggen. Ik zou niet in Max z'n plaats willen wezen en van hèm f 700,- hebben gewonnen! Ellendiger vind ik, dat mijn blijde thuiskomst, waarop ik me zoo had verheugd, waarnaar ik met zoo'n verlangen heb uitgezien bedorven is. 'n Groote straf! Maar vindt je 'm nog niet zwaar genoeg, je hebt 't middel in de hand om den dobbelaar en zuiper heviger penitentieGa naar eind89 - te doen ondergaan: de middendeur dichtGa naar eind90 en je bènt er. Mijn allerliefste, ik weet, dat ik bitter schrijf en stug, kortom beroerd en heel anders dan ik 't voel. Maar zooals ik op 't oogenblik voel, dat laat zich ook niet eens zèggen, dat laat zich maar samen vóélen als je niets zegt en elkaar maar in de oogen kijkt. Dag Kindje.
Je ongelukkige Man | |
26 Februari
| |
[pagina 121]
| |
om mijn Vrouw te worden, want dat ben je al zoolang, maar nu aarzel ik zelfs om je te vragen of je wel jouw naam - al is 't zelfs maar je tooneelnaam - zou willen offeren voor dien anderen, die wellicht de naam is van 'n drinker en 'n speler - 'n Drinker en 'n speler! Want ook vanavond heb ik weer gedronken - niet te veel hoor! 'n Simpel glas wijn, al zou je ook uit mijn gekrabbel 't tegendeel op maken - en ook vanavond heb ik weer gespeeld. Gewonnen, dezen keer, maar dat doet er natuurlijk niet toe. - Fieps, mijn Schat, jouw Swiep, die drinkt en die gokt. Wil je nu ondanks dat groote risico toch wel de échte, de wettige vrouw worden van diezelfden man? Liefste, Lief, wil je toch wel 't groote gewicht van jouw onschuld en van jouw eerlijkheid en van jouw kinderlijkheid als tegenwicht werpen in de schaal, die aan den anderen kant belast is met al mijn zwakheden, hebbelijkheden en onhebbelijkheden? Fietje, mijn Schat, wil je ondanks dat alles tòch mijn Vrouw worden? Eens heb ik je beloofd om met hoogen hoed en gekleede jas die vraag te komen doen. Zóó doe ik 't nu niet - Maar tòch op ‘rose’ papier. Dat stààt ook al officieel. Nu, bij God, in ernst, in allerheiligste ernst: Fieps, zullen wij samen trouwen? Wil je mijn échte Vrouw worden? Of durf je niet? Aanstaande Zaterdag kom ik 't antwoord halen.
Swiep | |
27 Februari 1913.
| |
[pagina 122]
| |
Ik had er eerst zoo naar verlangd. Nou zie ik er wel 'n beetje tegenop. Dag, mijn eigen Schat. Den heelen nacht heb ik met je portret op m'n borst geslapen. Ik voel nu zelf pas, hoe innig veel ik van je hou. Een warme, lange zoen van
Je Mannie
De brief van 26 februari 1913 en van 27 februari 1913 zaten in één enveloppe. | |
Hoorn, 19 Maart 1913.parkhotel G. Jz. Wonder.
Mijn arme lieve kleine zieke Fiepje,
Volgens belofte ga ik je even 'n briefje zitten schrijven, schoon onder niet heel gunstige omstandigheden: eerstens heb ik pijn in m'n kop ('k hoor je al vragen: wat heb je gedronken) doordat ik geslapen heb in 'n kamer waar alles naar naphtalineGa naar eind92 stonk en in de tweede plaats zit mijn waarde gastheer Gerrit Janszoon Wonder met 'n stem als 'n klok Max op de hoogte te helpen van de plaatselijke toestanden. Maar ik wil toch even mijn kleine Pop 'n troostwoord schrijven, opdat ze wat te lezen heeft in haar bedje. Hoe gaat 't nu met 't luchtpijpje? Gelukkig wat beter, hoor ik daar juist van je Moessie. Eet nou maar lekker en blijf er maar warmpjes en rustigjes onder, dan ben je weer gauw mijn gezonde, dikke (!) Vrouw. 't Was hier in Hoorn weer 'n geestdriftvolle avond: 'n juichend publiek van Hoornsche notabelen met burgemeesters en doktoren uit de omstreken aangevuld. Mijn stem was weer vrijwel beter, hoewel nog niet zóó als 't wezen moest. Enfin, het is nu de komende dagen gelukkig niet zoo heel erg inspannend. Hier is 't beestenweer: trouwens 't schijnt hier altijd te stormen en te waaien en we zullen straks wel dobberen op de Zuierzee. Zal je eens denken aan je Mannie, die storm en ongemak trotseert om de Khunst te dienen! Dag, mijn liefste Schat. In gedachten kruip ik weer over stoelen, bedden en nachtkastjes om je op je lieve bleeke snuit 'n poensje te brengen. Groeten aan ‘Sientje.’Ga naar eind93 Beterschap, hoor. Dag Muizekind.
Je Swiep.
De lichte griepaanval van Pisuisse (hoofdpijn, zwakke stem) zet toch verder door en hij doet een beroep op zijn collega Betty Holtrop-van Gelder zijn voordracht in Apeldoorn over te nemen. | |
A'm
| |
[pagina 123]
| |
dit niet kwalijk zult nemen - U een oogenblik lastig te vallen om U te vragen of u zoo vriendelijk wilt zijn mij daarvoor Uwe toestemming te verleenen. 't Is mógelijk dat er entree geheven wordt. Zekerheid hierover kan ik niet zoo gauw krijgen en uit de aanvraag kan ik het niet opmaken, maar mij dunkt: het zàl wel. Ik zou heel graag gaan; Eerstens omdat het nog al goed honoreert - wat in deze moeilijke tijden niet valt te onderschatten - en ten tweede omdat ik den zieke er een dienst mee bewijs. Ik hoop van harte dat u redenen zult vinden om mij dit verzoek toe te staan en verblijf in de meeste hoogachting Uwe dw Betty Holtrop - van Gelder
Mag ik, met het oog op het spoedeischende van het geval, morgenochtend om 10 uur bij den Heer van Korlaar laten hooren wat het antwoord is? Nogmaals hoogachtend B.H.G. | |
Scheveningen, 19 Juli 1913.Cabaret-Artischique Theaterzaal van het Kurhaus Scheveningen Directie: Max van Gelder
Allerliefste Schat van me,
Op de lessenaar van Van der Steen schrijf ik je even 'n antwoord op je ‘expressie’, die ik al - 'n paar maal! - in de kleedkamer heb gelezen. Sorel genaamd Ada, staat juist te zingen: 't Huis is stamp-en stamp. Trouwens gister en eergisteren dito en ik heb reuzensucces gehad. Met Ada Sorel had ik gisteravond mot omdat ik haar verbood langer op te treden, zulks met het oog op Jammermeier.Ga naar eind94 Nu bemoei ik er me verder niet mee en laat haar brullen zoolang ze wil - Liefste snoes, ik zal Woensdag in ArnhemGa naar eind95 trachten te komen en zal zulks ook aan LoGa naar eind96 schrijven, maar reken er nog niet te vast op. Vandaag was 't leuk met de kinderen naar Breda te gaan; het zijn allebei - al zeg ik 't zelf - schatten. 't Elidoor ‘geval’Ga naar eind97 zit nu in elkaar. Wel waren er geen repetitieklanten, maar ik heb 't met die ééne dikke juffrouw Loder (of ken jij die niet) heelemaal in elkaar gezet. Dat is 'n uitstekende assistente. De paraspuitGa naar eind98 heb ik gister door Max laten meenemen. Hij zou hem je morgen sturen. Gemeen, dat je niet in Sch. komt, maar je hebt gelijk: 't weer is hier ellendig. Dag, m'n eigen allerliefste. Heel veel nachtzoenen op je schattige kop van je
Mannie.
Op 31 juli 1913 sturen Jean-Louis Pisuisse en Fie Carelsen onconventionele kaarten aan familie, vrienden en kennissen. | |
[pagina 124]
| |
De dag voor hun huwelijk schrijft hij haar nog een brief: | |
[13 augustus 1913]cafe-restaurant ‘pschorr’ D. Reese Gerant: B. Bijkerk Coolsingel - Boulevard 1 - 4
Rotterdam,
Dag, Fiepsekind-van-me,
tot Woensdag! Woensdag - Wodans-dag - is de dag van den Oppersten God! Hij moge òns genadig zijn!
je Man
In het cabaret in Scheveningen wordt het jonge paar tijdens een van de laatste voorstellingen van dat zomerseizoen uitbundig gehuldigd. |
|