Korte en zakelijke beschrijvinge van de Colonie van Zuriname(1763)–Thomas Pistorius– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina **1r] [p. **1r] Aan den edelen achtbaaren heere Thomas Pistorius, op zyne korte beschryvinge van Suriname. Het Wester Wingewest langs Surinamens boorden, Zo ryk van vruchtbaarheid gezegend door gods hand, Verdiende wel te regt aan andre waereld oorden, Met roem bekend te zyn, voor al aan Nederland. Dat reeds byna eene Eeuw, met ryk beladen scheepen Den Voor en Najaar oogst in 't Vry Gemeenebest, Tot heil van duizenden heeft mogen binnen sleepen: Ontbrak lang 't echt berigt van dit haar Wingewest. Wat wondren der Natuur, de oplettende daar vinden, In 't heir der schepslen, in plantzoenen, grond en lucht; Of wat Gods voorzorg wilde aan 's menschen arbeid binden, Des land-aarts levenswyze, opvoeding, weelde en tucht. Dit eischt Surnamen nu, van U, haar' ingebooren, Wel Achtbre Colonier, van U, Pistorius! Zy heeft van jongs af U tot deezen dienst verkooren, Bewyst die hulde aan haar gewillig..! Maar hoe dus, [pagina **1v] [p. **1v] Wat hinderd uwe drift, om aan haare ingezeten' 't Verwachten te voldoen, 't geen haar uw werk belooft? Den yver heeft te verre uw leven afgesleten; De naderende Ouderdom uw oog van kracht beroofd. Gelukkig noch, gy geeft het algemeen ten beste, 't Geen gy van tyd tot tyd hier toe verzameld hebt: Zo krygt de weetlust, met verwondering ten lesten Bericht, waarvan voorheên noch niemand heeft gerept. Hebt dank! den Naneefhoude uw' Achtbre Naam in waarde; Ja, als de dood in 't einde uw's levens dagtoorts blus, En 't zwakke lichaam breng met rouwe en eer ter aarde, Roemt Surinamen steeds, noch haar Pistorius! pretium que et causa laboris. Vorige Volgende