De cirkel is rond
WAT IK KENDE VAN FILMS, BOEKEN, FOTO'S EN BRIEVEN, had ik nu in het echt gezien. Auschwitz-Birkenau tartte elke verbeelding. De extreme wreedheid, de zinloosheid, de mensonterende werkelijkheid van die plek. Ik kon er met mijn hoofd niet bij. Dat mensen zoiets konden bedenken en uitvoeren. Duizenden en duizenden andere mensen afslachten. Doelgericht. Ik wist er geen woord voor.
In vijfenzestig jaar was veel verweerd, was hier en daar gerestaureerd. Bovendien, wat was ‘echt’ in dit geval? Natuurlijk had ik soms niet gekeken, of weggekeken. Ik wilde niet alles zien in dat verschrikkelijke Auschwitz. Dat hoefde ook niet. De halve indruk was heftig genoeg. Over het algemeen was het redelijk gelukt om wat zich voordeed in me op te nemen. Zo nodig activeerde ik een filter in mijn hersens: wanneer ik keek, zag ik wel, maar registreerde ik slechts, en hield ik afstand. Uiterlijk gevoelloos had ik waargenomen. Het raakte mijn verstand. Ik beredeneerde mijn verbijstering. Ik had de beelden zoveel mogelijk weggehouden van mijn gevoel. Althans, dat dacht ik.
Terug in Nederland begreep ik pas goed wat er was gebeurd. Of liever gezegd, wat ik had gedaan.
Aan het einde van de lange spoorbaan in Birkenau bevindt zich het International Auschwitz Memorial. Het is een sober, indrukwekkend gedenkteken van steen. In tweeëndertig talen staat er:
Laat deze plaats eeuwig
een kreet van wanhoop zijn
een waarschuwing aan
mensheid. Hier hebben
de nazi's omstreeks