Fred

Fred steelt moeders dingen

De volgende dag toen vader en moeder aan het werk waren, maakte Fred de ijskast die moeder op slot had gezet, met een schroevendraaier open. Hij at een heel pak koek van moeder op. Toen moeder thuis kwam had ze wat lekkers gekocht. En toen ze in de kast keek en het

[p. 21]

pakje koek niet zag, vroeg ze: ‘Wie heeft dat pakje koek hier weggenomen?’

Emil zei: ‘Mama, de ijskast zit op slot. Hoe kunnen we er dan iets uithalen? Misschien heeft vader het opgegeten.’

Moeder liet het daarbij. Een hele tijd verdween er steeds lekkers van moeder. Maar als zij vroeg wie het had weggenomen, wist niemand het.

Maar op een dag toen moeder van het werk kwam riep ze Fred naar zich toe. Ze zei: ‘Mijn zoon, ik heb de sleutel van de ijskast verloren. Nu kan ik het vlees er niet uithalen. Wat gaan we nou doen? Misschien moeten we de deur openbreken.’

Toen zei Fred: ‘Mama, u hoeft zich geen zorgen te maken. Ik zal hem voor u openmaken.’ Hij nam zijn schroevendraaier en begon het slot te forseren. Moeder stond vlak achter hem te kijken wat hij deed. Ze hoopte dat het hem zou lukken.

Toen hij de ijskast openmaakte, sloeg moeder hem met een houten lepel op zijn hoofd. Fred draaide zich om een keek mama aan.

Moeder zei: ‘Oooo, dus jij steelt mijn dingen hè!’

Net toen hij wegrende, gooide moeder de lepel op zijn rug.

Vanaf die dag hield hij op om moeder's dingen te stelen.