Maar de vrouw bleef zitten; hij voelde hoe de stilte tussen hen onbehaaglijker werd. Hij slurpte traag aan zijn borrel.
- Spijtig dat de fles uit is, zei hij.
De vrouw wachtte een poosje om te antwoorden. Zij scheen zich af te vragen of zij hem nog meer drank zou schenken. Als hij maar wilde betalen, dacht zij.
- Ik heb nog goeie cognac, zei ze, maar die is duurder.
Hij haalde een kleine, verhakkelde portefeuille uit de zak.
- Ik kan betalen, zei hij.
De vrouw kwam terug met een meer dan half volle fles. Zie maar, zei ze, en zij wees naar het papiertje waarop vier gouden sterren prijkten. Zij schonk hem in.
Hij zat naar de fles te staren. Dan dronk hij. De hevige prikkel van de drank verraste hem.
- Dat is straf goedje, zei hij.
- 't Is echte, antwoordde de vrouw.
- Hoeveel kost die fles, vroeg hij.
Dat zou zij moeten meten met een borrelglas.
- Wacht, zei hij.
Hij haalde uit zijn bundel een oude veldfles. ‘Doe het hier in’, zei hij.
Aandachtig zag hij de vrouw met voorzichtige bewegingen glaasje na glaasje in de veldfles gieten. Zij telde luidop, hij telde mee terwijl hij naar haar bleek gezicht keek. Telkens hoorde hij het dun geluid van het vocht dat in de veldfles druppelde. De fles was leeg gelopen.
Hij betaalde. Hij scheen de prijs normaal te vinden. Met haastige hand nam de vrouw het geld op.
- Drink een glaasje mee, vroeg hij.
Hij schonk zijn glaasje vol. Zij boog om het op te nemen en terwijl zij langzaam dronk, legde hij zijn hand op haar borst. Toen het glaasje leeg was, glimlachte zij.
- Mijn man zal gaan thuis komen, zei ze.