Onder den hiel(1920)–Filip de Pillecyn, Jozef Simons– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 11] [p. 11] In memoriam E.H. Jan Coveliers Een gouden hart, een zacht en stil gemoed, Een geest die evenwichtig-kalm beschouwde Wat rondom ons de feitenfilm ontvouwde, Een man die kloek getuigde met zijn bloed: Dat België's zaak rechtvaardig is en schoon, Dat Vlaandren trouw, betrouwend wil herleven, En dat een God het recht zal zege geven Als aan zijn martelaren palm en kroon... Ach! dat de beste steeds moet henengaan! Zoo plots, zoo wreed, zoo ver van huis te sterven... Hoe zal zijn moeder 't eenig zoontje derven Als we allen wederkeeren, hoog de vaan! Rust zacht in glorie, zoo gij hebt verdiend; Stierft gij te jong, vóór uwe priesterwijding, Bemiddelaar van vrêe en van bevrijding, Zult gij nu wezen, kommervolle vriend. Rust zacht in vreê, want België's werk blijft schoon, En Vlaandren wordt door houwe trouw herboren; God zal in 't eind het recht doen zege-gloren; U, martelaar van 't recht, gaf hij zijn kroon Vorige Volgende