Onder den hiel(1920)–Filip de Pillecyn, Jozef Simons– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 10] [p. 10] Bij 't kanon De vorschen kwaken op den IJzervliet, Op volgeloopen beemden - de moerassen, Die alom spreîn hun groen en zonneplassen Waarboven vlug een waterhoentje vliedt... Seringen wuiven paars in de eerste hitt' Over het puin van onze brokke hoeve; Langsheen de trefters die de obussen groeven Staan de appelaars, van bloesem wit, sneeuwit! Achter de schuur... ons Kerkhof, schamel land Waar ligt begraven wie vóór ons hier sneefden; 't Is beurt om beurt, wij die hier jongstleên streefden, Wij hebben reeds ons kruisken bijgeplant. Ravelaere, Mei 1917. Vorige Volgende