dominee schijnt het op zijn gemakje te nemen en verschijnt zeer onregelmatig. Er zijn er dan die op eigen kracht de Bijbel lezen. Een brievenbesteller uit Aalst doet het ook, en zittend hoog op zijn strozak, verkondigt hij de tekst van de hoer van Babyion die hoereerde met de koningen der aarde.
Een is er die de barakken afloopt om propaganda te maken voor het Rijk Gods. Dat is een verzameling van vier en dertig duizend uitverkorenen die ‘heiligen’ worden genoemd. Hij wil van mij één van die vier en dertig duizend maken. Ik behoor echter reeds tot een gemeenschap van uitverkorenen die achter prikkeldraad en tralies zitten. Heel wat meer dan vier en dertig duizend. De proseliet spreekt Nederlands met een sterk Duits accent. Als ik hem vraag of hij Duitser is, antwoordt hij: ‘Geweest, nu behoor ik tot het Rijk Gods’. Ik zeg hem dat ik deze nationaliteit niet ken; hij gaat verder en klampt een fabriekswachter aan, die aarzelt tussen de vrouw die hij te Gent en deze welke hij in Duitsland heeft. Hij zal misschien één der uitverkorenen worden. Niemand denkt eraan de mensen in hun vroomheid te storen. Men tracht stil te zijn tijdens de paternoster. Maar daar worden op zekere dag briefjes rondgedeeld met de ‘Litanie der christelijke naastenliefde’. De meesten krijgen onmiddellijk de indruk dat het niet voor ons bestemd is, dat ze daarbuiten best een extra-uitgave kunnen gebruiken. Moet het dan altijd de geslagene zijn die vergiffenis vraagt om bedreven wreedheid? Deze litanie kreeg het imprimatur van Mechelen in September '44, en ging uit van de bonden van het H.Hart. Hoeveel van die bondsmensen hebben met hun vrienden helpen slaan en plunderen? En nu willen zij dat wij de litanie van de christelijke naastenliefde opzeggen waarin men vraagt niet toe te geven aan de zonde der verklikking en herinnerd wordt dat Jezus zelfs voor Judas een goed woord over had.
Het is op geen koude steen gevallen. De eerste avond verlaten een tiental bidders de rijen als men de litanie begint; de tweede avond wordt er gebromd in de barak, en de liefhebbers van de naastenliefde worden verwittigd dat