Theoretische spraakkunst der Papiamentsche taal

Over de telwoorden.

De getallen van een tot tien zijn als volgt:

[p. 8]

een – un

twee – dos

drie – tres

vier – cuater

vijf – sinco

zes – seis

zeven – siëte.

acht – ocho.

negen – nuebe.

tien – diez.

In het Hollandsch noemt men de eenheden die bij de tientallen gevoegd zijn, eerst; dit doet men in het Papiamentsch niet, b.v.

elf – diezun.

twaalf – diezdos.

dertien – dieztres.

veertien – diezcuater.

vijftien – dieszinco.

zestien – diezseis.

zeventien – diezsiete.

achttien – diezocho.

negentien – dieznuebe.

twintig – binti.

Men ziet dus dat in de samenstelling de eenheden achter de tientallen komen, en zoo gaat het door het miljoenen.

De tientallen enz. zijn als volgt:

twintig – binti.

dertig – trienta.

veertig – cuarenta.

vijftig – sincuenta.

zestig – sesenta.

zeventig – setenta.

tachtig – ochenta.

negentig – noventa.

honderd – ciento of cien.

De telwoorden van orde worden van de hoofdgetallen gevormd door bijplaatsing van

[p. 9]

het voorvoegsel di, behalve de eerste, waarvoor men zegt di promer.

de tweede – di dos.

de derde – di tres.

Het- de eerste of de eersten vertaalt men in 't Papiamentsch door di promer en de laatste door di ultimo of di laatste, b.v.

De eerste maand van het jaar heet Januari, en de laatste December

E promer luna di anja jama Januari y di ultimo December.

Om een gedeelte uit te drukken, gebruikt men een half – mitar, de derde – di tres parti, en zoo vervolgens de telwoorden van orde alleen of gevolgd door het woord parti.