Het geslacht der zelfstandige naamwoorden.
In het Papiamentsch heeft men, woorden van het mannelijk, vrouwelijk en onzijdig geslacht, doch het is zeer gemakkelijk te onderscheiden tot welk der drie geslachten een woord behoort.
Tot het mannelijk geslacht behooren alle namen van mannen, mannelijke waardigheden en bedieningen en mannelijke dieren, b.v.
Man – homber. |
Koning – rey. |
Jongen – mucha homber. |
Timmerman – carpinté. |
Vrouwelijk zijn de namen van vrouwelijke personen en dieren, b.v.
Vrouw – muher. |
Meisje – mucha muher. |
Hen – galinja. |
Koningin – reyna. |
Onzijdig eindelijk, zijn de namen van onbezielde wezens, b.v.
Huis – cas. |
Hand – manoe (man). |
Bloem – flor. |
Oog – wowo. |
Er zijn drie wijzen om van een mannelijk woord den naam van een' vrouwelijk persoon of ding te maken;
1e. | door het veranderen des uitgangs.
Keizer – Emperador – Emperatriz. |
Graaf – Conde – Condesa. |
Hertog – Duque – Duquesa. |
Prins – Prins – Prinsesa. |
Weduwe – Biudo – Biuda. |
|