Het papieren gevaar. Verzamelde geschriften (1917-1947) (3 delen)
(2011)–Willem Pijper– Auteursrechtelijk beschermdToscanini in Nederland
| |
[pagina 730]
| |
afgelopen. De persoonlijkheid van de dirigent verdween, welbewust en volledig, achter het beeld dat hij van deze overbekende composities opriep. Een en ander stemde tot nadenken en tot bescheidenheid. Kenden wij een Cherubini die niet academisch, bloedeloos en gedisproportioneerd was? Kenden wij een Haydn, gelijkwaardig aan Mozart en Beethoven? Waren wij allen er tot dusverre wel van doordrongen dat Debussy's Prélude à l'après-midi d'un faune wat vehementie, wat hitte betreft, veeleer tot het gevoelsgebied van een d'Annunzio behoort dan tot de sferen van Maeterlinck? Het is hier niet de plaats om naar aanleiding van Debussy's artistieke filiatie parallellen te trekken tussen de dichters die zijn leven gedetermineerd hebben: Mallarmés invloed bijvoorbeeld lijkt achteraf wel de allersterkste geweest te zijn - maar het was de verdienste van Toscanini dat deze en soortgelijke inzichten vorm konden krijgen. Debussy was wel het klemmendste ogenblik van de avond. Maar ook Dukas' scherzo L'apprenti sorcier klonk nimmer wezenlijker, boeiender, Latijnser, dan ditmaal. Men zou Goethes universaliteitGa naar voetnoot87 nauwelijks overtuigender kunnen demonstreren dan door middel van de noten van de Fransman Paul Dukas, tot leven geroepen door de Italiaan Toscanini. Zelfs een stuk als Strauss' Tod und Verklärung, hoe banaal, hoe smakeloos dit gegeven zowel in muzikaal als in psychologisch opzicht genoemd moet worden, kreeg allure...
Zodat wij geneigd raken te zeggen: er is bijna geen inferieure muziek, maar er zijn (te!) weinig muzikanten die hun vak verstaan. Ik geloof dat wij Arturo Toscanini op de meest passende wijze eren, door vast te stellen dat zijn vakmanschap, zijn kunstenaarschap ons voorkomt een der laatste wonderen van deze zogenaamd zakelijke en onttoverde tijd te zijn. Zogenaamd zakelijk. Werkelijke zakelijkheid is heel iets anders. Toscanini's apperceptie van muziek bijvoorbeeld is zakelijk in de waarachtige zin des woords. Dit voor degenen die het musiceren van deze meester nu juist bij uitstek ‘artistiek’, ‘geniaal’ of ‘temperamentvol’ wilden noemen. Alleen de allergrootste kunstenaars hebben het vermogen zakelijk te zijn. Maar juist deze wil tot exactheid is het punt van overeenstemming tussen de allergrootsten van elke beschavingsperiode. |
|