Het papieren gevaar. Verzamelde geschriften (1917-1947) (3 delen)
(2011)–Willem Pijper– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 720]
| |
Alfredo Casella: Concerto per orchestraGa naar voetnoot71
| |
[pagina 721]
| |
En in 1937 schrijft Arntzenius in dezelfde Telegraaf over dezelfde Casella, ‘sinds jaar en dag enfant chéri aan de Van Baerlestraat’, dat er thans: ?...voor het Concertgebouw wellicht aanleiding (zou) kunnen bestaan de zaak Casella als afgedaan te beschouwen en wat het moderne Italië betreft, eens met meer belangstelling naar kwaliteit te zoeken. Iets dat men in een figuur als Malipiero - om er maar één te noemen - zonder twijfel zou vinden.Ga naar voetnoot74 Inderdaad. Dat Casella's muzikale capaciteiten niet die van een componist waren, hadden sommigen in 1918 ook reeds voor zichzelf uitgemaakt. Maar een carrière in het verpolitiekte muziekleven van het tegenwoordige Europa heeft niets, volstrekt niets, met muzikaal talent te maken. Ook deze boutade is verre van nieuw, doch men zou willen dat men zich te bestemder plaatse van dit inderdaad ruïneuze feit wat nauwkeuriger rekenschap durfde te geven. De muziek immers dreigt een wingewest te worden van allerlei in wezen anti-artistieke stromingen; een vermolmingsproces gaat door tot algehele vernietiging bereikt is en de tijd is niet ver meer dat wij hier in Nederland in muzikaal opzicht zullen terugvallen op het internationale niveau van Groenland of Madagascar. Zolang Willem Mengelberg in naam de leiding van het voornaamste Nederlandse concertinstituut blijft voeren, kan een schijn van bloei worden gehandhaafd. Maar daarna? Er is geen continuïteit, geen artistiek en cultureel verantwoordelijkheidsbesef. De ‘successen’ van een Casella, van een poker-Stravinsky, zijn evenzovele aanslagen op de kunstzinnigheid, de muziekliefde van het Nederlandse volk.
De ontvangst van dit nieuwe stuk, dat door sommige critici, naar ik me heb laten vertellen, voor fascistische muziek werd uitgemaakt, een kwalificatie waarvan de inhoud mij ontgaat, was met dat al niet zeer glorieus. Zelfs de rokkostuums en grote avondtoiletten, die geacht worden het hunne bij te dragen tot de sanering van ons nationale muziekleven, schenen niet zeer enthousiast gestemd voor een muzikale as Rome-Amsterdam. Waarschijnlijk herinnerde men zich vaag dat as in de muziek niets met draaien te maken heeft. |
|