Het papieren gevaar. Verzamelde geschriften (1917-1947) (3 delen)
(2011)–Willem Pijper– Auteursrechtelijk beschermdMaurice Ravel
| |
[pagina 719]
| |
tijd getreden, waarmee hij zijn leven lang het edelste spel gespeeld heeft dat de sterfelijke mens vergund is. Voor de historische figuur Ravel is dit tijdstip van verscheiden nauwelijks van betekenis: de laatste jaren van zijn leven leek het soms alsof hij de spelregels niet zo perfect meer beheerste als eertijds. Maar voor de Franse, voor de Europese muziek van onze dagen is het verlies van deze meester onherstelbaar. Het is nuttig om te midden van het tumult der nieuwe en nieuwste modes, strominkjes en pseudostijlen de aandacht van de muziekgevoeligen een ogenblik vast te houden op één punt, het punt dat in de wereld der klanken met Ravels naam aangeduid kan worden. Wellicht is dat voorlopig het laatste ‘vaste’ punt... Want Ravel was de laatste grote meester wiens ontwikkelingsgang niet halfweg zijn leven van richting veranderd is. Hij was ook de laatste wiens werken geen vrijbrief voor het stumperig dilettantisme van de onkunstzinnige idealen der jongere generatie vormden. Hij was de gelijke van een Debussy, van een Berlioz. Niet als vinder, als trouvère, doch als meester, als ambachtsman. Men acht dit van weinig betekenis, tegenwoordig. Het is juist het fatum van onze periode, dat men de allesbeheersende betekenis van het meesterlijke vakmanschap niet meer kan erkennen. Niet één componist is tot een boventijdelijke betekenis uitgegroeid, die niet juist als artisan, als werkman, over een groter vaardigheid, een beter metier beschikte dan zijn tijdgenoten. Zeker, de macht van de persoonlijkheid spreekt het laatste woord. Doch in vroegere perioden kon Kronos zijn selectie maken uit een falanx van meesters, terwijl men thans naar ‘persoonlijkheid’ zoeken moet onder halfwas vaklieden en handige knutselaars. Debussy was de grootste componist van het begin dezer eeuw, maar zijn naam schitterde in een gesternte van meesters: Fauré, Pierné, Ravel, Schmitt, Roussel, Dukas...
Wat Ravel betreft - de tijd zal uitmaken welk deel van zijn oeuvre hem zal overleven en hoe lang. Niet alles wat hij schreef, is even vurig als zijn Chansons madécasses,Ga naar voetnoot70 even klaar als zijn trio, even dramatisch als Daphnis et Chloë, even subtiel als L'enfant et les sortilèges. Stukken als La valse, de Boléro schijnen mij vooral voor de vakman van betekenis, de muzikale waarde daarvan is wellicht niet even hoog als van de Rapsodie espagnole of Gaspard de la nuit. Maar Ravels oeuvre is in zijn geheel de moeite van het kennen waard - iets wat van het levenswerk van een Strauss, een Reger, een Stravinsky niet gezegd kan worden.
Voor de ontwikkeling van de muziek in Frankrijk zijn de aspecten door het sterven van Ravel bepaald noodlottig geworden. Men kan op dit ogenblik niet zien in welke figuren zich de regenererende krachten, nodig voor de verdere ontwikkeling, zouden kunnen personifiëren. Voorlopig tasten wij hier in het duister en er is wel een rotsvast geloof in le génie latin voor nodig om op dit ogenblik aan de toekomst der Latijnse muziek niet te wanhopen. |
|