Het papieren gevaar. Verzamelde geschriften (1917-1947) (3 delen)
(2011)–Willem Pijper– Auteursrechtelijk beschermdAlban Bergs Lulu-muziek
| |
[pagina 657]
| |
‘uit de toon’, in alle betekenissen. Zelfs een meester als Berg kon van zijn opera's geen symfonieën maken... Enerzijds is dit jammer. De conjunctuur lijkt niet gunstig voor een integrale opvoering van de opera - en men moet dus dankbaar blijven, voorlopig, voor de symfonische kruimels die van tijd tot tijd van tafel vallen. Maar al te lang moet dat niet duren. Operafragmenten behoren niet a priori de plaats van het hele werk in te gaan nemen. En wanneer het, om redenen van bijzonder belang, tot de onmogelijkheden behoort dit werk op het ogenblik in Oostenrijk of Duitsland te vertonen, dan zou men elders wellicht eens over een opvoering kunnen gaan denken. Misschien dat onze Wagnervereeniging...? Want deze Lulu-muziek is niet slechts het voortreffelijkste wat Berg ooit geschreven heeft - het is een muzikale conceptie van Europees formaat. Het is, na de Wozzeck, waarmee het aspect der muziekdramatische kunst reeds volkomen gewijzigd werd, een gigantische schrede voorwaarts: Alban Berg heeft zich met dit werk een plaats verworven tussen de allergrootste meesters van de laatste vier eeuwen.
Bergs groei naar deze klassiekheid is zeer merkwaardig geweest. Zijn punt van uitgang was de muzikale dogmatiek van Arnold Schönberg, een typisch constructivistisch en in wezen steriel besef. Hij heeft zich hiertegen nimmer verzet - integendeel. Tot een zelfs maar schijnbaar verraad aan de beginselen van zijn meester is het nimmer gekomen. Maar Berg heeft Schönberg overtroffen op de enig respectabele wijze, op de manier waarop Orlando, Beethoven, Wagner hun voorgangers overtroffen hebben: door verder uit te groeien dan het ouderen mogelijk was. De gebieden waarin de componist Alban Berg ten slotte terecht is gekomen, zijn niet zo ‘vreemd’, niet zo ontoegankelijk als het land van Schönberg zelf voor de gemiddelde muziekminnaar is. Berg was een lyrisch muziekdramaturg, wiens voorstellingen overal levend en bloedwarm bleven. Schönbergs dogma werd onder zijn handen een natuurwet; Berg is er als eerste in geslaagd de juistheid van Schönbergs principe te bewijzen. De muziek van de toekomstige jaren is hiermee eens voor al gedetermineerd; met de compositie van de Lulu-muziek had Berg zijn taak op aarde inderdaad volbracht.Ga naar voetnoot201 Het heeft geen zin, naar aanleiding van losse, op zichzelf vrij willekeurig gerangschikte fragmenten, diepergaande beschouwingen te noteren aangaande Berg-Wedekinds Erdgeist-tragedie. Alles wat de antagonisten in dit drama betreft: die Geschwitz in de eerste plaats, maar ook Alwa en Dokter Schön, is buiten het scenische om vrijwel onverstaanbaar. De muzikale transpositie van het protagonistisch principe, i.c. van een Lulu-figuur, kan zeer wel in concertfragmenten worden ondergebracht. Wanneer men zich echter als componist bezighoudt met de metafysische achtergronden van Wedekinds soms macabere, soms meelijwekkende, maar altijd aangevreten sujetten, die deze als contrasterende elementen voor zijn Lulu-projectie nodig had, dan kan men de theaterrekwisieten niet meer ontberen. Op deze manier is ook de aanwezigheid van zoveel scabreus geluid (vibrafoon en dergelijke) in deze | |
[pagina 658]
| |
partituur te verklaren. Begrijp wel, dat dit gebruikmaken van bedenkelijke timbres (bedenkelijk van het standpunt der akoestische zindelijkheid en muzikale hygiëne uit) hier even gemotiveerd, even noodzakelijk is als de ontstemde pianino in de dertiende scène van de Wozzeck.Ga naar voetnoot202 Het genie beschikt vrijelijk over alle kunstmiddelen welke hem noodzakelijk lijken en men kan dus rustig vaststellen dat Alban Berg een grandioze partituur schreef met gebruikmaking van middelen die in de handen van een middelmatig talent tot jammerlijke platitudes geleid zouden hebben. Het is alleen betreurenswaard dat de navolgers louter de buitenkanten plegen te kopiëren: ik voorzie een bedenkelijke hausse in het gebruik van de vibrafoon in de ‘serieuze’ muziek. Hiertegen zij bij voorbaat stelling genomen...
Het wordt eentonig zijn aandacht te moeten schenken aan de programma's van de eerste concertinstelling des lands. Ik meen dat de beste programma's die zijn welke informatorische waarde hebben. Langzamerhand echter zijn de programmaboekjes uitgegroeid tot een klein pretentieus muziekperiodiekje, waarin aan muziekesthetische divagaties, of wat daarvoor door moet gaan, overdreven veel plaats is ingeruimd. Wij hebben ons kortgeleden op deze plaats moeten verwonderen over enige zeer vreemdsoortige uiteenzettingen, die geacht werden composities van Hindemith en Stravinsky dichter bij het begrip van de niet speciaal georiënteerde concertbezoeker te brengen. Ditmaal leed het programma, behalve onder een dwaas, nietszeggend ‘In memoriam’,Ga naar voetnoot203 onder een slecht vertaald stukje van Willi Reich, waarin men tevergeefs naar enige positieve gegevens zoekt. De Erdgeist-tragedie is hier in Nederland omstreeks 1936 waarlijk niet zo ‘bekend’ als de Gijsbrecht, om te beginnen. En een heel klein beetje thematische analyse had er, dunkt mij, ook best bij gekund. Maar, wat wij in dit programma, dat, omineus, met het portret van de kapelmeester Szell geopend werd, en waarin men het conterfeitsel van Berg op de overvolgende pagina weggemoffeld had - tegenover de schrijfmachineadvertentie en die van de jurk van Metz en Co. en de forse juffrouw van de Ski-bustehouders - wat wij in dit programma missen moesten, was een exacte bio-bibliografische notitie omtrent de pasgestorven meester, plus een ter zake kundige inleiding tot de Symfonische suite uit Lulu. Ongezocht had men dan de gelegenheid gehad, te vertellen wat er waar is van het gerucht dat Berg gestorven zou zijn vóór hij de opera Lulu geheel in partituur gebracht zou hebben. Wat de waarheid zou zijn omtrent het zogeheten allerlaatste werk, het Vioolconcert. Wat de waarheid is inzake het verzoek dat ‘men’ aan Arnold Schönberg gedaan zou hebben om de (dus onvoltooide?) Lulu-partituur af te maken. Het Concertgebouw moge deze tekortkomingen spoedig herstellen. Hopen wij dat het laatste gerucht vals zij: aan één affaire-Boris Godoenov heeft de muziekgeschiedenis meer dan genoeg.Ga naar voetnoot204 |
|