Het papieren gevaar. Verzamelde geschriften (1917-1947) (3 delen)
(2011)–Willem Pijper– Auteursrechtelijk beschermdJazz-agonie
| |
[pagina 626]
| |
is iets van geheel andere, aanmerkelijk lagere, orde. Wij gebruiken de naam jazz voor de hedendaagse equivalenten van de vroegere strijkjes. Wat eertijds een kapel was, heet thans een band. Er is een soort band-bargoens ontstaan, voor het grootste deel made in U.S.A., handelend over saxo's, breaks, tone-clusters en wow-wow-dempers, een jargon dat door melomane jongelieden met evenveel voorliefde gebruikt wordt als, mutatis mutandis, de specifieke sportterminologie. Met de muziek heeft dit alles natuurlijk niets te maken en men kon vrede hebben met de lichtelijk gesyncopeerde liefhebberijen van een deel der mensheid, ware het niet dat de proporties, de verhoudingen tussen kunst en vermaak, wat al te fantastisch zijn geworden, de laatstverlopen tien jaar. In Frankrijk vrat het kwaad eigenlijk minder ver door dan bij ons, in Engeland of Duitsland. Men bedrijft in Parijs zijn zotternijen minder serieus dan hier. Vóór en nà een Amerikaans-Engelse confectieplatitude wil de Fransman toch altijd nog Le cygne horen, en Coppélia, en het Faust-ballet.Ga naar voetnoot149 Men is daar nu eenmaal beter opgevoed. In technisch opzicht was de amusementsmuziek van vroeger ongetwijfeld inferieur aan het geblazen en geslagen vermaak van onze dagen. Wij zijn de mierzoete gestreken geluiden van voor 1914 kwijtgeraakt en niemand verlangt die in gemoede terug. De kirrende sentimentaliteiten en de dweepzieke tertsen van vroeger zijn verdwenen; ‘King Jazz’ (om met Irving Schwerké te spreken)Ga naar voetnoot150 heeft radicaal opruiming gehouden onder de artistieke muizennesten. Wat wij ervoor in de plaats hebben gekregen, is, gelijk gezegd, technisch zeer veel beter verzorgd, exacter en beknopter. Doch muzikaal - om dit voor niet artistiek geïnitieerden zo netelige woord nog eens te gebruiken - zijn wij er wél op achteruitgegaan. Marsen van Sousa, toneeldraken en de cancan waren uitingen van een, dikwijls plompe, pueriliteit. Maar een generatie die nog slechts vermaak kan scheppen in silly symphonies en beeldreportage, een geslacht dat Mickey the Mouse tot universeel aanbeden idool koos, vertoont daarmee de symptomen van een pernicieus infantilisme. Men behoeft geen sterrenwichelaar te zijn om deze vormen van volksvermaak hun nabije ondergang te voorspellen. De ontwikkeling in kreeftsgang van het amusement des beschaafden burgers kan aan de hand der thans bekende gegevens nauwkeurig berekend worden: voor een kwarteeuw ongeveer verkeerde men in populair-artistiek opzicht in de periode van de rijpende puber, anders gezegd: in de vlegeljaren. Er was een soort kalverliefde in de lichte kunst, wat oververhitte romantiek en een grote hoeveelheid sentimentaliteit; kortom een carnaval der burgersGa naar voetnoot151 avant la lettre. Vandaag de dag zijn wij met onze a-erotische amusementshelden Mickey c.s., met onze steriele zogenaamde jazzmopjes in de kinderkamer aangeland; de zuigelingsleeftijd, waarin alleen nog gekraaid en gejengeld wordt, staat voor de deur en binnenkort zal de zich vermakende mens het prenatale tijdperk ingetreden zijn. In dit licht bezien wordt de voorspelling betref- | |
[pagina 627]
| |
fende de liqueurs douces, die de overwinning op de alcools nus zullen gaan behalen, wél veelzeggend... De Fransman is een onverbeterlijk optimist. Hij leest in de sterren dat het regime van de vlotte, gestoten binaire ritmen ten einde loopt en dat hij de langste tijd heeft moeten luisteren naar miauwende trompetten, hysterisch stuiplachende banjo's en bête hinnikende saxofoons. En zijn hart is verheugd, zijn horoscoop belooft hem de vanouds bekende perspectieven op les vers tendres et bien rhythmés,
dont les rimes sonnent comme les baisers...Ga naar voetnoot152
Dat het leven, de kunst, de muziek eventueel nog jammerlijker zouden kunnen degenereren, komt eenvoudig niet bij hem op. Misschien is deze kortzichtigheid het aloude geheim van de miraculeuze Franse geestkracht? |
|