Het papieren gevaar. Verzamelde geschriften (1917-1947) (3 delen)
(2011)–Willem Pijper– Auteursrechtelijk beschermd‘Das Narrenschneiden’,Ga naar voetnoot143 een twintigste-eeuws vastenavondspelMinister Goebbels, wat overigens zijn verdiensten en tekortkomingen mogen zijn, heeft tot dusverre nog geen gelegenheid gevonden ons, niet-Duitsers, ervan te overtuigen dat hij over specifiek muziekkritische bevoegdheden zou beschikken. Het zou ons niet verwonderen als de heer Goebbels een veel beter muziekcriticus was dan de mannen die het vandaag de dag in Völkischer Beobachter, D.A.Z. of Angriff voor het schrijven hebben. Wellicht verstaat hij meer van de muziek dan de referent van de Essener National-Zeitung, welke muziekbeoordelaar over Hindemiths doodouderwetse orkestwerk Mathis der Maler meer goeds wist te vertellen dan bijvoorbeeld vele bezadigde Nederlandse critici. Het is misschien niet eens absurd om te veronderstellen dat het muziekbewustzijn van de heer Goebbels - aangenomen dat hij niet slechts uit hoofde van zijn ministerschap over dit bijzondere vermogen beschikt - superieur geacht moet worden aan de artistieke talenten van internationaal befaamde orkestleiders als Furtwängler of Kleiber. Maar men zou dat dan onderhand moeten zijn gaan merken. De heer Goebbels bevindt zich in de positie die het hem mogelijk maakt uiting te geven aan alle roerselen die de muziek van Hindemith, c.q. Alban Berg bij hem oproept. Hij vertelt echter alleen dat hij bezwaren gevoelt tegen de (in theorie of in toch uiterst decente praktijk) ongeklede soliste in de badkamerscène van een op zichzelf inferieure opera van Hindemith en hij maakt een wetenschappelijk tamelijk dwaas gebruik van het lastige woord atonaal... | |
[pagina 623]
| |
Wanneer tenminste het in de Nederlandse pers rondzwermende citaat betreffende ‘deze Atonalen’ niet binnenkort als Greuelmärchen gedesavoueerd gaat worden. Wat tot aardige consequenties aanleiding zou geven. Neen, tot dusverre mag men Paul Hindemith op de specifiek muzikale terreinen nog niet door Goebbels verslagen achten. Deze muziekkritische ‘Angriff’ leek naar niets. Als de Winterhilfe met dermate dilettantische middelen in scène gezet was, dan at men vandaag de dag in Duitsland ongemalen rauwe sparappels. Het is niet bijzonder gemakkelijk een summier overzicht te krijgen van hetgeen zich daarginds in de muziek afspeelt. De premissen die aan Reichsmusikkammer en dergelijke ten grondslag zijn gesteld, gaven natuurlijk geen enkele garantie voor de ontwikkeling, in de ene richting of de andere, van de Duitse muziek. De Franse revolutie heeft indertijd ook het aanzijn gegeven aan een aantal dwaze situaties. Ook in die omwentelingsperiode zijn vele mediocriteiten tot (zeer tijdelijke, uit de aard der revolutionaire zaak) grootmeesters gebombardeerd. Maar het was alles wel een weinig... artistieker. De gistende tonnen, waarin de namen Hindemith, Berg, Richard Strauss, Furtwängler, Kleiber, Krauss ronddobberen, verspreiden buitensporig kwalijk riekende dampen.Ga naar voetnoot144 Men doet wijs, zo ver mogelijk uit de buurt te blijven. Het, op dit moment wel zeer te onpas, toekennen van hoge Nederlandse ridderorden aan in verband met dit conflict ter sprake gebrachte persoonlijkheden, kan bezwaarlijk als een daad van wijs beleid, noch zelfs van tact, opgevat worden.Ga naar voetnoot145 | |
Revisie van het Duitse muzieklevenWat de theologie was voor de Nederlandse volksconsciëntie onzer zogeheten Gouden Eeuw, is de muziek voor de Duitser van vandaag. Er zijn nog altijd vele Duitse intellectuelen die niet onverschillig staan tegenover problemen als ‘Hindemith of Strauss’, en ‘Goebbels of Furtwängler’. Ik laat in het midden of, sub specie aeternitatis, theologische strijdvragen meer hartstocht waard zouden zijn dan artistieke. Maar ik stel vast dat de ontwikkeling van de toonkunst van een dusdanige universaliteit is, dat deze door het doorbranden van een paar smeltzekeringen (zoals thans in Duitsland geschied is) niet aan vernietiging zal worden prijsgegeven. Alleen, de sectie Duitsland is voor geruime tijd van meefunctioneren uitgesloten. Hoe lang dat duren zal, kunnen noch Goebbels, noch Strauss, noch Hindemith bepalen. Maar het zal wel evenmin meevallen als de revisie van de heetgelopen motoren van die fabuleuze Dieseltreinen... De revisie, niet van inferieure machines, maar van het Duitse muziekleven, zou gemakkelijker in zijn werk gaan, wanneer men daar over positiever scheppende talen- | |
[pagina 624]
| |
ten kon beschikken. De historische betekenis van een figuur als Richard Strauss staat vast. Maar dat stond zij in 1914 reeds. En misschien vaster. Hetgeen Strauss in de laatste twintig jaar geschreven heeft, geeft hem geen recht op een hoger rangnummer in onze waardering dan hij met Salome of Elektra reeds veroverd had. Het is nuttig, in dit verband, op te merken dat zijn nieuwe opera Arabella in alle opzichten inferieur is aan de oude Rosenkavalier, en tevens te constateren dat de waardering welke het ter zake zeer voldoend georiënteerde Nederlandse publiek eertijds voor de oudere sinfonische Dichtungen gekoesterd heeft, sterk verminderd blijkt te zijn. Duidelijke voorspellingen dienaangaande zijn overigens meer dan twintig jaar oud. Omtrent de figuur van Hindemith behoeft hier in Nederland ook geen misverstand te heersen. Wijlen Alexander Schmuller, neofiel als weinigen, slaagde er voor een paar jaren in, met het strovuur van zijn muzikantesk enthousiasme, enige Hindemith-zevenklappers te ontsteken, die na korte tijd in een deel van de Nederlandse pers geknetterd te hebben, vanzelf zijn uitgedoofd.Ga naar voetnoot146 Voor één mens ter wereld er nog aan gedacht had zich Hindemith voor te stellen als het middelpunt van politieke intriges, met smakeloosheden aan het adres ener niet-arische mevrouw Hindemith; voor men de zotternij op touw gezet had een componist van zijn bescheiden formaat tot een soort nationaliteitsprofeet (c.q. valse profeet) te stempelen, hadden wij in Europa: dat is in Frankrijk, Engeland, Nederland, Italië, de positieve verdiensten en de zeer in het oor springende tekortkomingen van de componist Paul Hindemith reeds lang geregistreerd. Op dezelfde wijze, en met dezelfde ter zake kundige kritische belangstelling, heeft muzikaal Europa zich altijd rekenschap gegeven van formaat en betekenis zowel van werkelijk belangrijke internationale auteurs als Schönberg, Berg, Bartók of Stravinsky, als van het leger nationale en lokale figuren waartoe Hindemith behoort. Deze muzikant leek, krachtens zijn volstrekt niet universele wezen en het schrale timbre van zijn talent, wel het minst van allen voorbeschikt om de rol van betwist object in de tragische klucht van het huidige Duitse muziekleven te gaan spelen. Zonder het te weten of te bedoelen voert Duitsland onophoudelijk Fastnachtspiele op, zij het dan ook niet die van Hans Sachs. Dit hier lijkt op een hedendaagse versie van Das Narrenschneiden. Het is evenwel niet aan te nemen dat dit stukje Unter den Linden evenveel Europese aandacht zal gaan trekken als, bijvoorbeeld, Oberammergau: de hoofdrolspelers verzuimden tot nu toe hun baard te laten staan...Ga naar voetnoot147 | |
Laagtepunt van cultureel besefVoor de betekenis van de componist Hindemith zal het incident met minister Goebbels niet het minste gewicht in de schaal leggen. Dat wordt, in het beste geval, een anekdote. Maar als symptoom van de Duitse artistieke actualiteit is het geval Hindemith zeer belangwekkend. De doodsdriften heersen in het Derde Rijk oppermachtig. Dat de Hindemithen voor de Straussen en Pfitzners het veld moeten ruimen, is voor de | |
[pagina 625]
| |
continuïteit in de wereld der klanken zonder enig belang. Maar het is wél van betekenis voor de muziek van het land dat eens een Joh. Seb. Bach kon voortbrengen, een Schumann, een Wagner. Het land dat na Wagner zijn internationale reputatie zag ineenschrompelen door het opkomen, eerst van Richard Strauss en Reger, later van Hindemith c.s. pleegt met de laatste gebeurtenissen, in muzikaal opzicht, zelfmoord. Het werd een tot dusverre nog niet opgetekend laagtepunt van cultureel besef. Wij willen minister Goebbels niet verwijten dat hij, Hindemiths naam wegvegende van de presentielijst der Duitse meesters, terzelfder tijd geen nieuw genie proclameerde. Maar het getuigt van een verbluffend gebrek aan chirurgijnstalent, op dit tijdstip tot extractie van een nog zo betrekkelijk weinig carieuze hoektand over te gaan. Zelfs al zou dat om redenen van tactische aard zijn geschied en niet uit onduldbare kiespijn... |
|