Het papieren gevaar. Verzamelde geschriften (1917-1947) (3 delen)
(2011)–Willem Pijper– Auteursrechtelijk beschermdMuziek in Amsterdam - Concertgebouw
| |
[pagina 448]
| |
bij de Amsterdamse première gebruikt is. Wanneer ik zeg dat men ditmaal Janáčeks kapitale kopers bijna niet miste - bijna niet, welteverstaan! - dan beduidt dit een groot compliment aan de leider van het orkest. Monteux heeft juist het gebaar, het gehoor, de ondefinieerbare psychische dispositie voor deze muzieken. Men late het niet bij deze eerste uitvoering. Er is aan de actuele Tsjechische muziek nog veel te ontdekken, voor onze vaderlandse melomanen.Ga naar voetnoot198 Over de rest kunnen wij ditmaal helaas kort zijn. Ik herinner mij een sublieme uitvoering van La mer, op het openingsconcert. Flesch speelde op ditzelfde programma het Concert van Brahms. Een week later bracht Huberman het Concert in E van Bach en het Concert van Szymanowski. De uitvoering hiervan voldeed aan de hoogst denkbare eisen, maar de muziek begint al te verflensen. De belangrijkste orkestrale prestatie was de uitstekende uitvoering van Stravinsky's suite uit L'oiseau de feu. Op het concert waaraan de altzangeres Rosette Anday meewerkte (aria's van Gluck en Mozart, benevens de Lieder eines fahrenden Gesellen), kwam ook Berlioz' opus 17, de onsterfelijke symphonie dramatique Roméo et Juliette tot uitvoering. En de Sinfonietta van Janáček werd, 25 oktober laatstleden, geflankeerd door Haydns Uhr-symfonie, het Voorspel Meistersinger en het Vioolconcert van Mendelssohn, gespeeld door Louis Zimmermann. Men ziet: op het stuk van vioolconcerten is er een enorm aanbod: het concertseizoen is vier weken oud en de solistische prestaties liggen voor 75% in de violistenhoek... De Schubert-herdenking van dit seizoen manifesteerde zich tot dusverre met twee symfonieën: de Vijfde, in Bes - uitgebreide kamermuziek, sterk door Haydn beïnvloed, met een aardig Menuet en een wat te vlak Andante. En de, meer bekende, zogenaamde Tragische, de Vierde in Schuberts reeks van negen. Als symfonisch kunstwerk staat deze Vierde hoger dan de Vijfde. Tragisch, in de betekenis van het woord die wij na Beethoven aan het begrip c-klein hechten, is het werk niet bepaald - integendeel. Juist de Ländler-achtige melodieën vertonen Schubert op zijn best. En daaraan is in de Vierde symfonie geen gebrek. |
|