Het papieren gevaar. Verzamelde geschriften (1917-1947) (3 delen)
(2011)–Willem Pijper– Auteursrechtelijk beschermdDiepenbrock - Casella
| |
[pagina 401]
| |
Met dat al waren wij verheugd eindelijk weer eens een werkje van meester Diepenbrock in het centrum van muzikaal Nederland gehoord te hebben. Van Tulder zong het verdienstelijk - niet zeer italianiserend helaas - en Mengelberg zorgde voor de zwevende tempi (soms wat traag) en het iriserende coloriet. Van Tulder werkte voorts nog mee in een suitetje uit het ballet La giara van Alfredo Casella. Dit was het tweede concert dat Mengelberg dirigeerde en het werd reeds de tweede neoclassicistische, ja zelfs Italiaanse noviteit. Donderdag laatstleden was dat het Blazersconcert van leerling Vittorio Rieti, ditmaal een suite van leermeester Casella. Casella kent het vak beter: hij is dan ook niet al zijn leven neoclassicist geweest. Maar de fouten en de gebreken van een geheel genre zijn in dit exempel ook al weer manifest genoeg. Het Preludio begint net als Le sacre du printemps met die losgelaten blazerslijnen, maar een beetje ordelijker. Dan brengen soloviool en solocello een zoet melodietje in octaven en als dat afgesloten en helemaal van a tot z herhaald is, komt het terug in hobo en klarinet. In de Danza Siciliana lijkt de melodiek per ongeluk telkens op het Dies irae en de rest van de suite is alleen maar triviaal. Veel slagwerk, voor de lokale Siciliaanse kleur, veel trompetten en hoorns. Enkele goede instrumentale effecten mogen nog even worden gereleveerd (trombones) - maar ons rest slechts de hoop uit te spreken dat men het bij deze eerste uitvoering zal laten. Ordinaire muziek hebben we genoeg van Meyerbeer en Rossini. |
|