Het papieren gevaar. Verzamelde geschriften (1917-1947) (3 delen)
(2011)–Willem Pijper– Auteursrechtelijk beschermdMuziek in Amsterdam - Concertgebouw
| |
[pagina 398]
| |
beweren over de oudtestamentische profeten, over Dante, Goya en de ‘helse’ Brueghel. Maar dat haalt niemand in zijn hoofd. Het antiseptische standpunt van Rutters is een onbruikbaar standpunt. De samenkoppeling bloedige bokswedstrijd-muziekstuk is een mijns inziens niet geoorloofde denigratie van de muziek in het algemeen, niet op haar plaats in een serieuze kunstrubriek van een ernstig dagblad. Ik moet het betreuren dat Rutters zich weer eens liet leiden door zijn dove en blinde vrees voor de spoken Sadisme en Demoralisatie. Zó leert men de muziek nooit kennen. Ook de fantasmagorieën van Joh. Seb. Bach ontstonden in de verboden kringen van zijn (Bachs) bewustzijn en ik vraag mij af of de geluidswervelingen uit de Toccata in d voor Bachs tijdgenoten zoveel makker hebben geklonken dan Stravinsky's Cortège du sage voor Rutters' oren. Het geeft trouwens te denken dat men hier in Holland altijd behoefte heeft om Bach te reduceren op het pruikentijdformaat. Op historische gronden, wel te verstaan... Men begrijpe het bovenstaande goed. Ik weet niet of Le sacre ooit dezelfde historische betekenis zal krijgen als Pelléas, Tristan, de Negende of de Matthäus-Passion. Ik betwijfel dit zelfs. Omdat er geen continuïteit is in de ontwikkeling van de componist Stravinsky. Ik geloof dat Stravinsky de waarde van zijn ontdekkingen aanzienlijk heeft verminderd door het gebruik dat hij later van die ontdekkingen heeft gemaakt. De lijn Sacre-Oedipus rex wijst steil naar beneden. Dat vermindert de historische waarde van de figuur Stravinsky, maar het verkleint de betekenis van Le sacre op zichzelf niet. Van ettelijke componisten blijft op den duur één stuk over - denk aan Rossini, Smetana en vele ouderen. In 1913 had Stravinsky de potentie om een Berlioz, een Moesorgski te worden. Hij heeft dat tot dusverre niet gedaan en het is hier niet de plaats om vermoedens te opperen of necrologieën te schrijven. Ik kom er slechts tegen op dat men een positieve, een Europese prestatie hier tracht te meten met ellenmaten die alleen bruikbaar zijn voor provinciale verrichtingen. Dit is niet de manier om Holland hoog op te stoten in de vaart der volkeren. Vrees is een slechte raadgever, dat geldt ook in de muziek.Ga naar voetnoot113 Over de rest van de gebeurtenissen in het Gebouw kunnen wij kort zijn. Shéhérazade is een uitstekend gerealiseerd orkeststuk van het zoveelste plan; dankbaar voor executanten en toehoorders, maar erg lang en erg welbekend. De noviteiten van dit seizoendeel waren schaars. In chronologische volgorde: Voormolens vlotte, ietwat precieuze Ouverture Baron Hop. De muziek is goddank beter dan de quasiironische inleiding die Voormolen in het programma deed afdrukken. Overigens liggen Voormolens talenten gedecideerd meer op het terrein der kamermuziek. Zijn orkestratie is altijd nog wat dik. Voorts: een orkestwerk van Pierné, Impressions | |
[pagina 399]
| |
de Music-Hall, dat wij niet hoorden, en een altconcert van Händel.Ga naar voetnoot114 De negertenor Roland Hayes zong, en de overige solisten waren: Laffitte (Vierde concert van Saint-Saëns),Ga naar voetnoot115 Ciampi (Variations symphoniques van Franck en het obligaat uit de Symphonie cévénoleGa naar voetnoot116 van d'Indy), Helmann en Denayer (Concertante symfonie van Mozart) en Denayer, met het altconcert van Händel. Ik zou dit laatste werk wel eens met kamerorkest willen horen. |
|