Het papieren gevaar. Verzamelde geschriften (1917-1947) (3 delen)
(2011)–Willem Pijper– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 319]
| |
Doppers Amsterdamse symfonie
| |
[pagina 320]
| |
van elke periode: met Dante of Debussy, met Beethoven of Sophokles. Maar in ‘het dagelijkse leven’ houden we alles potdicht en de mentaliteit die aan de dag treedt als er vijfentwintig Hollanders bij elkaar zijn, is een treurige mentaliteit. Omdat wij er doodsbenauwd voor zijn iets van onszelf bloot te geven, ons te tonen zoals wij werkelijk zijn (dat wil zeggen: zo goed als wij inderdaad zijn!). De mentaliteit van een groep Hollanders kan niet beter gekarakteriseerd worden dan dat in verslagen van theologische vergaderingen (de sprekende slang!),Ga naar voetnoot340 van volksfeesten en dergelijke gebeurt. Dat is: eindeloos geharrewar over belachelijke onbenulligheden, of: hossen. De buitenlanders zien die hosliefde en muggenzeefwoede voor typisch Hollandse kenmerken aan (hoe zouden ze beter weten?). En daarom houdt men Doppers ingetogenheden en zijn grapjes voor nationale specialiteiten. Het zijn echter hoogstens (verwerpelijke) kenmerken van een feestvierende groep Jordaners of van een in vergadering bijeenzijnde massa ouderlingen. Was Rembrandt soms zo een collectivist, of Hooft, of Bredero? Was Diepenbrock dat? Dopper geeft portretten waarin de Hollander een stukje van zichzelf herkent: dat deel waarmee hij op 31 augustus over Kattenburg dwaalt, waarmee hij met zijn medereizigers in een tweedeklas coupé redekavelt over politiek of ‘artistieke’ onderwerpen. En daarom laat Doppers muziek ons dieper-in volkomen ongeroerd. Er is geen enkele persoonlijke bekentenis, niet één waarlijk menselijk accent. Over twintig jaar is het zo verouderd als thans de crinoline of de vadermoorders. |
|