Het papieren gevaar. Verzamelde geschriften (1917-1947) (3 delen)
(2011)–Willem Pijper– Auteursrechtelijk beschermdMuziekfeest te Frankfurt (II)
| |
[pagina 296]
| |
Doppelkonzert. De menging van piano- en blazersklank is dikwijls heel gelukkig, de relatie tussen de blazers en de soloviool laat daarentegen veel te wensen over. Dat is de altijd weerkerende fout van de componisten van Duitse origine: zij onderschatten de intensiteit van de blazersklank en bederven al hun coloristische invallen. Ze moesten eigenlijk speelgoedklarinetjes en kindertrompetjes hebben. Ofwel: een viool met een apocalyptisch geluid. Het is jammer. Ook de algehele constructie van dit Kammerkonzert is niet overal geslaagd. Het middendeel duurt bijna twintig minuten, het eerste en het derde ieder ongeveer zeven. De dimensies worden daardoor erg verwrongen - men zou in dat Adagio een coupure wensen. Op de tweede kamermuziekavond speelde men voorts nog kwartetten van Wladimir Vogel en Conrad Beck. Deze laatste bleek een zeer talentvol, jong Zwitser te zijn, wiens invallen nog niet persoonlijk genoemd mogen worden, maar die op elke bladzijde bewijst dat hij een uitstekende dispositie voor het vak componeren bezit. Men zal nog van hem horen - vooropgesteld dat hij leren wil ook eens uit de band te springen. Het is nu nog wat rechtzinnig en secuur. Maar hij is nog jong. Wladimir Vogel is ook nog jong. Men zou, een bekend citaat van Richard Wagner variërende, kunnen zeggen: ‘Ihm war der Schnabel schon zu lang gewachsen’.Ga naar voetnoot306 Ter oriëntering deed hij in het programmaboekje een dithyrambe afdrukken die voor de neutrale lezer niet onamusant was. Een soort divagatie over de bezigheid componeren, weet gij. Maar het was een storm in een glas water. Zijn inventie is zwak en zijn constructietalenten zijn nog niet vrij van de loophekjes der conservatorium ‘wetenschap’. Het is nog erg groen en ietwat wormstekig. Men durft niet te verwachten dat het ooit een mooie appel worden zal. |
|