Het papieren gevaar. Verzamelde geschriften (1917-1947) (3 delen)
(2011)–Willem Pijper– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 210]
| |
Concertgebouw
| |
[pagina 211]
| |
Tag dem Tode weichen’,Ga naar voetnoot118 eens en voorgoed verworpen hebben? Zullen wij, met Alexander Schmuller, trachten vol te houden dat in Tsjaikovski's muziek ‘de smartelijke en blijde ontmoeting van gisteren, heden en morgen’ plaatsvindt? (Zo het programmabijschrift...)Ga naar voetnoot119 Neen immers. Wij weigeren te geloven dat het ‘heden’ er zo miserabel uitziet. En ‘morgen’ te noemen in één zin met Peter Iljitsj Tsjaikovski, en in een programma van het Amsterdamse Concertgebouw, is een krachttoer waartoe men geen enkele Hollander, met uitzondering dan misschien van Alexander Schmuller, in staat mag achten. De rest van dit programma bracht evenmin veel herdenkbaars. Dat was het woensdag laatstleden in Rotterdam gespeelde Concerto grosso in g-klein van Händel en de Schotse symfonie van Mendelssohn. Het Scherzo daaruit is wel een van Mendelssohns aardigste stukken: men moet daarbij altijd denken aan Jules Vernes fabuleuze kapitein Nemo, uit 20.000 Mijlen onder zee, die op zijn orgel, staande in de salon van zijn duikboot Nautilus, melodieën placht te spelen, ‘die zich uitsluitend over de zwarte toetsen bewogen, zodat het Schotse muziek leek’... Het Scherzo uit Mendelssohns Schotse symfonie staat in F, maar als men het een halve toon transponeert en een enkele ‘Leit-ton’Ga naar voetnoot120 verlaagt, kan de hele melodie op de zwarte toetsen gespeeld worden... Wie weet, is het Scherzo niet van kapitein Nemo afkomstig. Het klinkt postuum onvriendelijk tegen Mendelssohn, maar er is geen kwaad bij, want ‘Nemo’ betekent ‘Niemand’ en zoveel zelfkennis mochten wij Mendelssohn nog wel toedichten... |
|