vrolijke schelm hebben niets middeleeuws - en toch is het milieu waarin Tijl zijn streken uithaalt, volkomen echt. Eulenspiegel speelt niet in een toneeldecor, het is geen maskerade, de muziek is nergens archaïserend, evenmin als Strauss' observatie van het geval. Een geheimzinnig verband is overal waarneembaar tussen ‘vroeger’ en Strauss' ‘heden’. Dit wordt ten duidelijkste gedemonstreerd door de relaties van het thematische materiaal. De motieven van de (langzame) inleidingsmaten en de epiloog zijn noot voor noot het tweede Eulenspiegel-thema - hier overigens in een allervermakelijkste ritmische vermomming gestoken.
Deze symphonische Dichtung ‘nach alter Schelmenweise in Rondeauform für grosses Orchester gesetzt’ is in zijn geheel en in onderdelen gebouwd op het motief van de dalende septiem. Meestal is dat de kleine septiem; één keer slechts verschijnt het interval groot, wanneer de trombones Tijls doodvonnis uitspreken.
Het inleidingsthema, ‘gemächlich’:
Eulenspiegel:
Het vonnis:
Een compositorisch-technische analyse van dit uitgebreide rondo kan gevoeglijk achterwege blijven. Het is evenwel buitengewoon interessant zijn aandacht te schenken aan de verwerking der thema's. De groep der drie hierboven geciteerde motieven zou men het melodische materiaal van het werk mogen noemen. Daartegenover staat het eigenlijke (eerste) Eulenspiegel-thema (hoorn), dat ritmisch zeer eigenaardig is:
Het merkwaardig syncopische karakter van dit motief geeft aan het hele werk die jacht, die vrolijke opgewondenheid, waardoor wij onophoudelijk geboeid en meegenomen worden. Till Eulenspiegel werd voltooid in 1895 (eerste uitvoering te Keulen onder Wüllner 5 november 1895) en veel wat eertijds ‘vreemd’ klonk, is ons thans reeds volkomen vertrouwd. De tijd wijzigt onze appreciaties voortdurend en hierdoor is het wellicht te verklaren dat wij een werk als deze symphonische Dichtung tegenwoordig veel meer waarderen als absolute muziek, als een in zichzelf complete klankschepping, dan als ‘Tonmalerei’. Het anekdotische vergaat, de muzikale waarde blijft over. En men zou nog van waardering kunnen verschillen wat betreft de programmatische details: Eulenspiegels verliefdheid, zijn grap met de geleerden. Doch de bewondering die wij koesteren voor de muzikale conceptie van het stuk, wordt