Uitvoering Cantate
28 maart 1923 (UD)
Na dit concert, verleden week vrijdag, mocht ik zo schrijven dat men de smaak van het Cantate-publiek wel wat heel laag aansloeg: liederen van Andriessen, Kuiler, Van den Brandeler, Mortelmans - verleden jaar: Ravel, Duparc, Fauré. Ik wenste, in dit kritische beschouwinkje, de heer Caro nog achteraf geluk met zijn keuze van verleden jaar. De zanger schrijft mij over dit onderwerp een brief waaruit ik het volgende overneem:
‘Ik had het bestuur van Cantate toegezonden teksten van Lieder und Tänze des Todes van Moesorgski; ontving echter van de directeur “mede namens het bestuur” verzoek “Hollands te zingen”... Ook mij was (bij een vorige gelegenheid) gebleken dat het publiek van Cantate zeker iets beters kan hebben.’
Wij nemen gaarne nota van deze belangwekkende mededeling van de heer Caro. Het is niet ongebruikelijk en zelfs in het algemeen niet ongeschikt dat een directeur invloed uitoefent op de programma's van zijn solisten. Maar het is betreurenswaardig dat die invloed hier is in een richting van Moesorgski af, naar Andriessen toe! Ik herroep gaarne het verwijt aan het adres van de heer Caro, om het onveranderd te richten tot de voor het programma van Cantate verantwoordelijke musicus.